Go to full page →

HOOFDSTUK 18: DE VERBORGENHEID DER ONGERECHTIGHEID EG 252

Het is immer Satins plan gewees; om de harten der mensen van Jezus af te trekken en ze tot de mens te keren, en het persoonlik rekenschap schuldig zijn te loochenen. Satans plan mislukte, toen hij de Zoon van God verzocht; maar zijn oogmerk gelukte hem beter, toen hij tot de gevallen mens kwam. Het Christendom werd verdorven. Pausen en priesters maakten aanspraak op een verheven positie, en leerden het volk om tot hen op te zien om vergiffenis van hun zonden te erlangen, in plaats van ieder voor zichzelf tot Christus te gaan. EG 252.1

De mensen werden geheel en al bedrogen. Hun werd geleerd, dat de pausen en priesters de vertegenwoordigers van Christus waren, en inderdaad waren zij de vertegenwoordigers van Satan, en degenen, die zich voor ben bogen, aanbaden Satan. Het volk riep om de Bijbel; maar de priesters achtten het gevaarlik om hen voor zichzelven te laten lezen, omdat zij dan licht zouden ontvangen, en de zonden van hun leiders openbaren. Het volk werd geleerd om ieder woord van deze bedriegers aan te nemen als komende uit Gods mond. Zij oefenden die macht uit over bet verstand, die God alleen behooit uit te oefenen. Indien iemand zijn eigen overtuiging durfde volgen, dan werd dezelfde haat ontstoken tegen hem, die Satan en de Joden tegen Jezus betoond hadden, en degenen, die gezag voerden, dorstten naar het bloed van zo iemand. EG 253.1

Mij werd een tijd getoond, waarin Satan in het biezonder triomfeerde. Scharen van christ°nen werden op vreselike wijze omgebracht, omdat zij hun godsdienst zuiver wilden houden. De Bijbel werd gehaat, en er werden pogingen in het werk gesteld om hem van de aarde te batmen. Het volk werd op doodstraf verboden om hem te lezen; en al de eksemplaren van de Bijbel, die gevonden konden worden, werden verbrand. Maar ik zag dat God in bet biezonder zorg droeg voor Zijn woord. Hij beschermde het. Op verschillende tijden waren er slechts enkele eksemplaren van de Bijbel over, maar toch wilde Hij niet toelaten dat Zijn woord verloren zou gaan, want in de laatste dagen zouden de eksemplaren ervan zo vermenigvuldigd worden, dat ieder gezin er een bazitten kon. Ik zag, dat wanneer er slechts een paar eksemplaren van de Bijbel hestonden, deze kostbaar en troostrijk was voor de vervolgde discipelen van Jezus. Hij werd op de meest geheime wijze gelezen, en zij, die dit verheven voorrecht hadden, gevoelden dat zij met God, met Zijn Zcon Jezus, en met Zijn discipelen in gesprek waren. Maar dit gezegende voorrecht kostte menigeen het leven Indien het; ondekt werd, werden zij naar het schavot, of naar de brandstapel verwezen, of anders in een kerker geworpen om van honger om te komen. EG 253.2

Satan kon het verlossingsplan niet verhmderen. Jezus was gekruisigd en ten derden dage weder opgestaan. Maar Satan zei tot zijn engelen aat hij zelfs met de kruisiging en de opstanding zijn voordeel zou doen. Hij stemde er in toe dat degenen, die geloof in Jezus beleden, zouden geloven dat de wetten, welke de Joo ise brandofferen en offeranden regelden, met de dood van Christus niet langer van kracht waren, indien hij hen verder kon drijven, en hen laten geloven, dat de wet van de tien geboden ook met Christus aan het kruis genageld wras. EG 254.1

Ik zag dat velen zich gemakkelik door dit plan van Satan lieten vangen. De gehele hemel werd met verontwaardiging vervuld, toen zij zagen dat Gods heilige wet voeten getreden werd. Jezus en het gehele hemelse heirleger waren bekend met de aard van Go is wet; zij wisten, dat Hij die niet veranderen of afschaffen wilde. De hopeloze toestand van de mens na de val veroorzaakte de grootste droefheid in de hemel, en bewoog Jezus ertoe om zich aan te bieden om te sterven voor de overtreders van Gods heilige wet. Maar indien die wet kon afgeschaft worden, dan kon de mens behouden worden zonder de dood van Jezus. Bij gevolg vernietigde Zijn dood de wet Zijns Vaders niet, maar verhoogde en eerde die, en maakte gehoorzaamheid aan al de heilige voorschrif en ervan noodzakelik. EG 254.2

Was de kerk rein en standvastig gebleven, dan zou Satan de mersen niet hebben kunnen misleiden, en hij zou er hen niet toe pebracht hebben om Gods wet met voeten te treden. Door dit stoutmoedige plan richt Satan zijn slagen direkt op het fondament van Gods regering in de hemel en op aarde. Zijn rebellie was de oorzaak van zijn verbanning uit de hemel. Nadat hij gerebelleerd had, wilde hij Gods wet veranderen, om zichzelf te redden, maar hem werd ten aanhoren van het gehele hemelse heirleger gezegd, dat Gods wet onveranderlik was. Satan weet, dat indien hij er anderen toe biengen kan om Gods wet te vertreden, hij hen voor zijn zaak gewonnen heeft; want iedere overtreder van die wet moet sterven. EG 255.1

Satan besloot om nog verder te gaan. Hij zei tot zijn engelen, dat sommigen zo naijverig zouden zijn op Gods wet, dat zij niet in deze valstrik gevangen konden worden; de tien geboden waren zo duidelik, dat velen geloven zouden, dat zij nog bindend waren, en derhalve moest hij trachten, slechts één van de geboden te vervalsen. Toen bracht hij er zijn vertegen woordigers toe om het vierde, of Sabbatsgebod, te veranderen, op die wijze verandering brengende in het enige gebod van de tien, dat de ware God, de Schepper van hemel en aarde, aantoont. Satan stelde hun de heerlike opstanding van Jezus voor, en zei hun, dat Hij door op de eerste dag van de week op te staan, de Sabbat van de zevende dag veranderd, en die naar de eerste dig van de week verlegd had. EG 255.2

Op die wijze maakte Satan gebruik van de opstanding om zijn doel te bereiken. Hij en zijn engelen verheugden zich erover dat de dwalingen, die zij uitgedacht hadden, zo goed vielen bij de belijdeode vrienden van Christus. Wat de een beschouwde met godsdienstige afschuw, werd door de ander aangenomen. Zo warden er verschillende dwalingen aangenomen en ijverig verdedigd. Gods wil, zo duidelik geopenbaard in Zijn woord, is met dwalingen en overleveringen bedekt, die als geboden van God geleerd zijn geworden. Ofschoon Hij toelaten zal, dat dit hemaltergend bedrog voortgezet wordt tot op de wederkomst van Jezus, is God toch door al deze tijd van dwaling en bedrog heen niet zonder getuigen gebleven. Te midden van de duisternis en vervolging van de kerk zijn er immer ware en getrouwe personen geweest, die Gods geboden gehouden hebben. EG 256.1

Ik zag dat bet engeleheir met verbazing vervuld was, toen zij het lijden on de dood van de Koning der ere aanschouwden. Maar ik zag dat het voor hen geen wonder was, dat de Heer des levens en der heerlikheid, Hij, die de gehele hemel met blijdschap en glans vervulde, de banden des doods verbrak, en uit Zijn gevangenhuis tevoorschijn trad als zegevierende overwinnaar. Indien dus een van deze gebeurtenissen herdacht moet worden door een rustdag, dan is het de kruisiging. Maar ik zag dat geen van deze gebeurtenissen bedoeld was om Gods wet te veranderen of af te schaffen; integendeel, zij leveren het sterkste bewijs van de onveranderlikheid ervan. EG 256.2

Deze belangrijke gebeurtenissen hebben beide hun gedenkteken. Door het avondmaal des Heren te gebruiken, het gebroken brood en de vrucht van de wijnstok, verkondigen wij de dood des Heren, totdat Hij komt. De tonelen van Zijn lijden en dood worden op die wijze weer helder voor onze geest gebracht. De opstanding van Christus wordt herdacht, wanneer wij ons met Hem laten begraven in de doop, en opstaan uit het watergraf, in gelijkheid aan Zijn opstanding, om in nieuwigheid des levens te leven. EG 256.3

Mij werd getoond dat de wet van God in alle eeuwigheid stand zou houden, en tot in eeuwigheid van kracht zou zijn op de nieuwe aarde. Bij de schepping, toen de grondvesten der aarde gelegd werden, beschouwden de kinderen Gods het werk van de Schepper met bewondering, en het ganse hemelse heirleger juichte. Het was toen dat het fondament van de Sabbat gelegd werd. Aan het einde van de zes scheppingsdagen rustte God op de zevende dag van al Zijn werk, dat Hij gemaakt had; en Hij zegende de zavende dag en heiligde dezelve, omdat Hij op dezelve gerust had van al Zijn werk. De Sabbat werd in de hof van Eden ingesteld voor de val, en werd door Adam en Eva en het ganse hemelse heirleger gehouden. God rustte op de zevende dag, en zegende en heiligde die. Ik zag dat de Sabbat nimmer afgeschaft zal worden, maar dat de verloste heiligen, en het ganse engeleheir die tot in alle eeuwigheid heilighouden zullen ter ere van de grote Schepper. EG 257.1