De levens, vermeld in de Bijbel, zijn authentieke ge-schiedenissen van wezenlijke personen. Vanaf Adam door de opeenvolgende geslachten heen tot op de tijden van de apostelen, hebben we een duidelijk, onopgesmukt verhaal van wat werkelijk heeft plaats gegrepen en het wezenlijke beleven van reeële karakters. Velen zijn er 1876, Vol. 4, blz. 9-15 over verbaasd dat geïnspireerde geschiedenis feiten in het leven van goede mensen openbaart, die een smet werpen op hun zedelijk karakter. Ongelovigen verwijzen met grote voldoening naar deze zonden en stellen de daders daarvan in een belachelijk licht. De geïnspireerde schrijvers namen geen leugens in de mond om te voorkomen dat de bladzijden der heilige geschiedenis overschaduwd zouden worden door het verslag van menselijke zwakheden en fouten. De schrijvers Gods schreven zoals ze gedicteerd werden door de Heilige Geest, zonder zelf contrôle over dat werk te hebben. Zij brachten de letterlijke waarheid op schrift, en harde, afschrikwekkende feiten zijn geopenbaard om bepaalde redenen, die ons begrensd verstand niet ten volle kan omvatten. USG1 449.3
Het is een van de beste bewijzen van de echtheid van de Schriften, dat de waarheid niet weggeredeneerd wordt, noch dat de zonde van haar waar karakter wordt ontdaan. Velen zuilen beweren dat het heel eenvoudig is te verhalen wat zich in een gewoon leven heeft afgespeeld. Maar het is een bewezen feit dat het een mense-lijke onmogelijkheid is om een onpartijdige levensbeschrijving te geven van een tijdgenoot; en het is bijna even moeilijk om, zonder af te wijken van de exacte waarheid, de geschiedenis te verhalen van een persoon of van een volk, met wiens gedragingen wij bekend zijn geworden. De menselijke geest is zo geneigd tot voor-oordeel, dat het voor hem bijna onmogelijk is het onderwerp onpartijdig te behandelen. Of de fouten van de persoon, om wie het gaat, worden geplaatst onder de volle schijnwerpers, òf zijn deugden worden breed uitgemeten, al naar gelang de schrijver vóór of tegen hem is ingenomen. Hoe onpartijdig de geschiedschrijver zich ook wil instellen, zo stemmen toch alle critici daarin overeen, dat het heel moeilijk is daaraan te voldoen. USG1 450.1
Maar de goddelijke zalving, hoog verheven boven de zwakheden der mensheid, vertelt de simpele, naakte waarheid. Hoeveel biographieën zijn er geschreven van Christenen zonder gebreken, die, in hun gewoon huiselijk leven en kerkverhoudingen, ware voorbeelden waren van een zuivere godsvrucht. Geen smet bevlekte de schoonheid van hun heiligheid, geen fout staat vermeld om ons er aan te herinneren dat ze maar sterfelijke mensen waren, onderworpen aan de gewone verleidingen der mensheid. Zou nochtans de pen der inspiratie hun geschiedenis geschreven hebben, hoe geheel anders zouden ze dan getekend zijn. Daar zou aan het licht gebracht zijn de menselijke zwakheid, strijd tegen zelfzuchtigheid, geestdrijverij, en hovaardij, misschien wel verborgen zonden, alsmede de aanhoudende worsteling tussen de geest en het vlees. USG1 450.2
Zelfs de bladzijden der dagboeken openbaren niet de zondige daden van de schrijver. Soms staan de conflicten met het boze vermeld, maar doorgaans alleen wanneer het goede de overwinning heeft behaald. Maar ze zullen bevatten een trouw verslag van de prijzenswaardige daden en nobele pogingen, en dit zelfs ook wan-neer de schrijver eerlijk bedoelt een getrouw dagboek van zijn leven aan te houden. Menseiijk gesproken is het bijna onmogelijk onze fouten open te leggen voor de ogen onzer vrienden. USG1 451.1
Zou onze goede Bijbel geschreven zijn door niet-geinspireerde personen, dan zou hij er heel anders uitzien en het zou voor dwalende stervelingen die te kampen hebben met natuurlijke zwakheden en de verleidingen van een sluwe vijand, een ontmoedigende studie zijn. Maar zoals hij nu is, hebben we een correct verslag van de godsdienstige belevingen van karakters, die in de Bijbelse geschiedenis op de voorgrond treden. Mannen, die door God begunstigd werden, en op wier schouders Hij zware verantwoordelijkheden legde, bezweken soms voor de verzoeking en vielen in zonden, precies als wij, mensen van de tegenwoordige tijd, worstelen, wankelen en vaak in verkeerdheden vallen. Maar het is voor onze twijfelmoedige harten hoopgevend te weten dat door Gods genade zij opnieuw kracht konden opdoen, om hun boze natuur wederom te boven te komen; en, dit voor ogen houdende, kunnen ook wij opnieuw de strijd beginnen. USG1 451.2