Go to full page →

VOORTGAAN MET VERSTANDIGE CONTRIBUTIES USG1 583

Die hun testament maken, moeten niet het gevoel hebben dat, wanneer dit gebeurd is, zij geen verdere plichten meer hebben; maar zij moeten voort gaan met de taak, de hun toevertrouwde talenten nog steeds gebruikende voor de opbouw van ‘s Heren werk. God heeft plannen ontworpen, zodat allen op intelligente wijze hun gaven kunnen geven. Hef is niet Zijn bedoeling Zijn werk door wonderen te onderhouden. Hij heeft enkele trouwe rentmeesters, die hun gelden economisch beheren en gebruiken voor de vooruitgang van Zijn werk. Inplaats dat zelfverloochening en goedgeefsheid een uitzondering is, moet dat regel zijn. De groeiende behoeften van Gods werk hebben middelen nodig. Aanhoudend komen uit eigen land en andere landen aanvragen binnen om evan-gelisten die daar het licht en de waarheid komen brengen. Vanzelfsprekend zijn er dus meer arbeiders nodig en meerdere middelen om hen te onderhouden. USG1 583.1

Slechts een klein bedrag van de middelen vloeit in ‘s Heren schathuis om gebruikt te worden voor de redding van zielen, en zelfs dit wordt nog maar met de meeste moeite verkregen. Indien aller ogen konden geopend worden om te zien hoe de overheersende gierigheid de vooruitgang van Gods werk heeft verhinderd, en hoeveel meer men had kunnen doen wanneer allen in zake van tienden en gaven hadden gedaan naar Gods plan, dan zou dat bij velen een gedecideerde hervorming tot stand gebracht hebben; want ze zouden het werk van de vooruitgang van Gods zaak niet durven hinderen zoals ze gedaan hebben. De gemeente is in slaap gevallen ten aanzien van het werk dat ze had kunnen doen, indien ze alles voor Christus wilde opofferen. Een ware geest van zelfopoffering zou een spoorslag zijn voor de realiteit en de kracht van het Evangelie, die de wereld niet kon misverstaan of loochenen, en overvloedige. zegen zou over de gemeente worden uitgestort. USG1 583.2

Ik doe een beroep op onze broeders en zusters dat ze een eind maken aan dat beroven van God. Sommigen verkeren in die positie dat er een testament moet gemaakt worden. Maar als men dat doet, moet men er aan denken dat geen gelden in handen komen van zoons of dochters, die in Gods schatkist moeten vloeien. Die testamenten geven vaak aanleiding tot twist en twee-dracht. Er staat geschreven tot eer van Gods oude volk, dat Hij Zich niet schaamde hun God genoemd te worden; en de genoemde reden is, dat, inplaats van zich zelfzuchtig en gierig aan het aardse bezit te hechten, of hun geluk te zoeken in werelds vermaak, ze zichzelf en alles wat ze bezaten, plaatsten in Gods hand. Zij leefden enkel voor Zijn heerlijkheid, duidelijk getuigende dat ze een beter land, ja zelfs een hemels land zochten. Over zo ', n volk schaamde God Zich niet. Zij onteerden Hem niet in de ogen der wereld. De Majesteit des hemels schaamde Zich niet hen broeders te noemen. USG1 584.1