Een sterk karakter bestaat uit twee dingen — de kracht van de wil en de kracht der zelfbeheersing. Vele jonge mensen vergissen zich door sterke, onbeheerste drift voor karaktersterkte aan te zien; maar de waarheid is, dat hij, die zich door zijn driften laat beheersen, een zwakkeling is. De ware grootheid en adel van de mens wordt gemeten door de kracht der gevoelens, die hij tot onderwerping brengt, niet door de kracht der gevoelens, die hem tot onderwerping brengen. De sterkste mens is hij, die, hoewel licht ontvlambaar, zijn driften beheerst en zijn vijanden vergeeft. Zulke mensen zijn ware helden. USG1 625.1
Velen hebben zulke geringe denkbeelden van wat zij kunnen bereiken, dat ze altijd maar laag bij de grond blijven, terwijl wanneer zij de krachten wilden toepassen, 1881, Vol. 4, blz. 656, 657
(Verantwoording u n God) die God hun gegeven heeft, zij een edel karakter zouden ontwikkelen en een invloed uitoefenen, die zielen voor Christus zou winnen. Kennis is macht, maar intellectuele bekwaamheid, zonder de goedheid des harten, is een macht ten kwade. USG1 625.2
God heeft ons onze intellectuele en zedelijke krachten gegeven, maar in zeer grote mate is elk persoon de architect van zijn eigen karakter. Elke dag wordt het bouwwerk hoger opgetrokken. Hef Woord Gods waarschuwt ons, dat we terdege opletten, hoe we bouwen en toe te zien dat ons bouwwerk gefundeerd is op de Rots. der eeuwen. De tijd nadert, waarin ons werk geopenbaard zal staan zoals het is. Nu is hef voor allen de tijd, om de krachten te cultiveren, die God hun gegeven heeft, opdat ze een karakter mogen vormen tot nut aan deze, en tot een hoger leven aan gene zijde. USG1 626.1
Elke levensdaad, hoe onbelangrijk ook, heeft haar invloed op de karaktervorming. Een goed karakter is kostbaarder dan wereldse bezittingen, en de arbeid in de vorming daarvan, is de verhevenste waaraan men kan deelnemen. USG1 626.2
Karakters, die door omstandigheden worden gevormd, zijn veranderlijk en onharmonisch een vat vol tegenstrijdigheden. De bezitters daarvan hebben geen hoge wensen of levensdoel. Zij oefenen geen veredelende invloed uit op de karakters van anderen. Ze hebben geen doel en ze hebben geen kracht. USG1 626.3
De korte spanne des levens, die ons hier wordt gegund, moet met wijsheid worden gebruikt. God wil dat Zijn gemeente een levende, toegewijde, werkende gemeente is. Maar ons volk, als een geheel, is daar nu nog ver van verwijderd. God vraagt om sterke, kloeke zielen, om actieve, levende Christenen, die het ware Voorbeeld navolgen en die een krachtige invloed voor God en de waarheid willen uitoefenen. De Here heeft ons de meest belangrijke en plechtige waarheden als een geheiligd goed toevertrouwd, en we moeten hun invloed op ons leven en karakter laten zien USG1 626.4
Op de Olympische spelen, waarnaar Paulus ons verwijst, werd van hen, die aan de wedstrijden deelnamen, vereist dat ze zich aan de strengste voorbereidingen onderwierpen. Maanden lang werden zij door oefenmeesters getraind om hun lichaam krachtig en lenig te maken. Zij mochten alleen dat voedsel gebruiken, dat het lichaam in de gezondste toestand zou houden en hun kleding was dusdanig dat elk orgaan en elke spier zich vrij kon bewegen. USG1 627.1
Wanneer nu diegenen, die aan een wedloop deelnamen om aardse eer te behalen, aan zo ', n strenge tucht onderworpen werden om succes te behalen, hoeveel te meer is het dan noodzakelijk voor hen, die aan Gods werk deelnemen, om terdege gedisciplineerd en voorbereid te zijn, willen ze daarin successen verkrijgen! Hun voorbereiding moet zoveel beter zijn, hun ijver en zelfverloochenende inspanning zoveel groter dan van hen die naar wereldse eer streven, als hemelse dingen van meer waarde zijn dan aardse. De geest en de spieren moeten getraind worden met de meeste ijver en vol-hardende inspanning. De weg tot succes is geen effen baan, waarover we in de beste rijtuigen zonder schokken gedragen worden, maar het is een ruwe weg vol oneffenheden en obstakels die alleen door zware, geduldige arbeid kunnen overwonnen worden. — 1889, Vol. 5, blz. 552. USG1 627.2
Hoe weinig weten we af van de invloed, die onze daden zullen hebben op de toekomst van onszelven en van anderen. Velen denken dat het van weinig belang is, wat ze doen. Ze zullen er geen nadeel van ondervinden wanneer ze naar dat concert gaan of met de wereld meedoen in dat amusement, wanneer hun hart daar naar uit-gaat. Zo leidt en beheerst Satan hun verlangens en ze zien niet in dat de gevolgen zeer belangrijk kunnen zijn. Dat kan de schakel zijn in de ketting der gebeurtenissen, die een ziel kluistert in de strikken van Satan en oorzaak wordt van zijn eeuwige verdoemenis. USG1 627.3
Elke daad, hoe klein ook, heeft haar plaats in het grote levensdrama. Gaat maar eens na dat een simpele bevrediging van de begeerte, de zonde met haar vreselijke gevolgen in de wereld bracht. Onheilige huwelijken van de zonen Gods met de dochteren der mensen resulteerden in een afval, die uitliep op de verwoesting der wereld door een zondvloed. De beuzelachtigste daad van zelfbevrediging is uitgelopen op grote revoluties. En heden is hef precies eender. Maar weinigen handelen omzichtig. Evenals de kinderen Israëls, willen ze geen acht slaan op de raadgevingen, maar volgen hun eigen neigingen. Ze zoeken contact met een werelds element en gaan naar uitvoeringen waar ze de aandacht trekken en zo brengen ze zichzelven en anderen op een verkeerd spoor. Wat eens gedaan is, zullen zij en anderen nogmaals doen. Elke stap die ze doen, laat een blijvende indruk na, niet alleen op hun eigen geweten en gewoonten, maar op die van anderen. Dit te overdenken geeft zo ', n grote waardigheid aan het menselijke leven. — 1882, Vol. 5, blz. 92, 93. USG1 627.4
Wij zullen, een ieder persoonlijk, voor tijd en eeuwigheid zijn, wat onze gewoonten van ons maken. Het leven dergenen, die goede gewoonten aankweken, en die trouw hun plichten doen, zal zijn als een schijnend licht, dat de weg van anderen helder verlicht; maar wanneer gewoonten ten aanzien van ontrouw worden gekoesterd, wanneer men lakse, trage, nalatige gewoonten aankweekt, zal een duisternis, sterker dan in het middernachtelijk uur, de vooruitzichten in dit leven omhullen en de persoon voor altijd van het toekomstige leven uitsluiten. — 1880, Vol. 4, blz. 452. USG1 628.1
De gehele Bijbel is een openbaring van de heerlijkheid Gods in Christus. Aangenomen, geloofd en gehoorzaamd is hij het machtigste instrument in de karakterhervorming. En ook het enige, zekere middel tot intellectuele beschaving. — 1904, Vol. 8, blz. 319. USG1 628.2
De godsdienst van Christus brengt de ontvanger nooit op een lager niveau. Dat maakt hem nooit grof of ruw, onbeleefd of opgeblazen, driftig of verhard. Integendeel, dat verfijnt de smaak, heiligt hef oordeel, en loutert en veredelt de gedachten, waar deze gevangen geleid worden tot gehoorzaamheid aan Christus. Gods ideaal voor Zijn kinderen gaat hoger dan de hoogste menselijke gedachte kan reiken. In Zijn heilige wet heeft Hij een transcriptie gegeven van Zijn karakter. — 1904, Vol. 8, blz. 63. USG1 628.3
Het ideaal van een Christelijk karakter is Christusgelijkvormigheid. Voor ons uit is een weg geopend tot constante vooruitgang. We hebben een doel te winnen, een maatstaf te bereiken, dat alles inhoudt waf goed en rein en edel en verheven is. Daar moet een aanhoudend streven en constante vooruitgang zijn, voorwaarts en opwaarts naar de volmaaktheid van karakter. — 1904, Vol. 8, blz. 64. USG1 629.1
* * * * *