Go to full page →

ZICH BEWUST ZIJN VAN DE STRIJD USG1 160

Maar mij werd getoond, dat de Christen het voorrecht heeft kracht van God te verkrijgen om elke kostelijke gave te behouden. Vurig en krachtig gebed zal in de hemel verhoord worden. Wanneer de dienstknechten van Christus het schild des geloofs nemen voor hun verdediging, en het zwaard des Geestes voor de aanval, ontstaat er gevaar in het kamp van de vijand, en dan moet er iets gebeuren. Alleen diegenen staan vervolging en blaam te wachten, die aangedaan zijn met kracht uit de hoogte om hen tot de aanval te roepen. Wanneer de waarheid in al haar eenvoud en kracht onder de gelovigen overheerst, en in slagorde wordt gesteld tegenover de geest der wereld, zal blijken dat er geen samenhang bestaat tussen Christus en Belial. De discipelen van Christus moeten levende voorbeelden zijn van het leven en de geest huns Meesters. USG1 160.2

Oud en jong staat een conflict, een strijd te wachten. Zij moeten geen moment slapen. Een sluwe vijand is aanhoudend in de weer om hen in een hinderlaag te lokken en te overwinnen. Zij, die in de tegenwoordige waarheid geloven, moeten even waakzaam zijn als hun vijand, en wijsheid aan de dag leggen om Satan te weerstaan. Zullen zij in deze strijd volharden? Zullen zij op hun hoede zijn om van alle ongerechtigheid verre te blijven? Christus kan op tal van manieren verloochend worden. We kunnen Hem verloochenen door dwars tegen de waarheid in te spreken, door kwaad te spreken van anderen, door dwaze praat of zouteloze grappen, door zinloze woorden. In al die dingen leggen wij maar weinig schranderheid of wijsheid aan de dag. We maken onszelven zwak, onze inspanning is te slap om onze geweldige vijand te weerstaan en zo worden we overwonnen. “Uit de overvloed des harten spreekt de mond” (Mattheus 12 : 34), en door gebrek aan waakzaamheid belijden we dat Christus niet in ons is. USG1 161.1

Zij, die aarzelen om zich onvoorwaardelijk aan God te wijden, geven maar een armzalig beeld van het volgen van Christus. Zij volgen Hem zo van verre, dat ze de helft van de tijd niet precies weten of ze nu in Zijn voetstappen treden of in die van hun grote vijand. Waarom zijn we zo laks om onze belangstelling in wereldse dingen op te geven en enkel Christus als ons doel te stellen? Waarom zouden we wensen de vriendschap van de vijanden onzes Heren te behouden, hun gewoonten na te volgen, en door hun zienswijzen geleid te worden? Er moet een volkomen, onvoorwaardelijke overgave aan God plaats vinden, een verzaken en zich afwenden van de liefde voor de wereld en aardse dingen, en anders kunnen we Christus’ discipelen niet zijn. USG1 161.2

Het leven en de geest van Christus is de enige maatstaf der uitnemendheid en volmaaktheid, en onze enige veilige weg is Zijn voorbeeld te volgen. Wanneer we dit doen, zal Hij ons leiden door Zijn raad, en ons naderhand in heerlijkheid opnemen. We moeten een bijzondere ijver betonen en gewillig zijn om veel te lijden, om in de voetstappen van onze Verlosser te treden. God is bereid voor ons te werken, ons overvloedig van Zijn Geest te geven, indien wij ons streven, ons leven, ons geloof daarvoor over hebben; en dan kunnen we in het licht wandelen, zoals Hij in het licht is. We kunnen ons verlustigen in Zijn liefde en van Zijn rijke volheid in ons opnemen. USG1 162.1

Wanneer we vandaag het verborgen gebed en het lezen der Schriften verzuimen, kunnen we dat morgen nalaten, zonder dat het ons geweten bezwaart. Er zal een lange lijst van nalatigheden bestaan, alvorens een enkel graankorreltje gezaaid wordt in de bodem van het hart. Anderzijds zal een enkel lichtstraaltje, dat gretig aanvaard wordt, een geweldige lichtbundel doen ontstaan. Wanneer de verzoeking eenmaal wordt weerstaan, zal daar een kracht uit groeien om die de tweede maal nog sterker te weerstaan; elke overwinning, die we over onszelf behalen, zal de weg banen voor groter, nobeler overwinningen. Elke overwinning is zaad, gezaaid voor het eeuwige leven. USG1 162.2