Loading...
Larger font
Smaller font
Copy
Print
Contents

Ereste Geschriften

 - Contents
  • Results
  • Related
  • Featured
No results found for: "".
  • Weighted Relevancy
  • Content Sequence
  • Relevancy
  • Earliest First
  • Latest First
    Larger font
    Smaller font
    Copy
    Print
    Contents

    HOOFDSTUK 31: GODS GIFT AAN DE MENS

    Mij werd de grote liefde en nederbuigende goedheid van God getoond, daarin dat Hij Zijn Zoon gegeven heeft om de dood te ondergaan, opdat de mens vergiffenis zou ontvangen en leven. Adam en Eva werden mij getoond, die het voorrecht hadden om de schoonheid en de lieflikheid van de hof van Eden te aanschouwen, en die van al de bomen in de hof mochten eten, behalve van één boom. Maar de slang verzocht Eva, en zij verzocht haar man; en zij aten beiden van de verboden boom. Zij braken Gods gebod, en werden zondaren. De tijding verspreidde zich door de hemel, en iedere harp zweeg. De engelen treurden, en vreesden, dat Adam en Eva opnieuw hun hand zouden uitstrekken en eten van de boom des levens, en onsterflike zondaren worden. Maar God zei, dat Hij de overtreders uit de hof zou verdrijven, en de weg tot de boom des levens zou laten bewaren door cherubim en een vlammig lemmer eens zwaards, zodat de mens er niet toe naderen kon, om van de vrucht te eten, die onsterflikheid doet voortbestaan.EG 145.1

    Droefheid vervulde de hemel toen er ingezien werd, dat de mens verloren was, en dat de wereld, welke door God geschapen was, gevuld zou worden met stervelingen, gedoemd tot ellende, ziekte en dood, en dat er geen uitkomst was voor de overtrader. Het ganse geslacht van Adam moest sterven. Toen zag ik de lieflike Jezus, en aanschouwde een uitdrukking van mededogen en smart op Zijn aangezicht. Spoedig zag ik Hem het uitermate heldere licht naderen, waarin de Yader gehuld was. Mijn begeleidende engel sprak: “Hij houdt geheime raad met Zijn Vader.” De onrust der engelen scheen zeer groot te zijn, terwijl Jezus met Zijn Yader raadhield. Drie malen werd Hij aan het oog onttrokken door het heerlike licht, dat de Vader omgaf, en de derde maal kwam Hij uit van de Vader, en konden wij Zijn persoon zien. Zijn aangezicht was kalm, vrij van alle onrust en bezorgdheid, en glinsterde met een lieflikheid, die door geen woorden beschreven kan worden. Hij maakte toen bekend aan het koor van engelen, dat er een middel om te ontkomen verschaft was voor de mens, die verloren was; dat Hij gepleit had met Zijn Vader, en vergunning verkregen had om Zijn leven als een rantsoen te stellen voor het mensgeslacht, om hun zonden te dragen, en het doodvonnis op Zichzelf te nemen, op die wijze een weg openende waardoor zij, door de verdiensten van Zijn bloed, vergiffenis zouden kunnen verkrijgen voor overtredingen, aan welke zij zich schuldig hadden gemaakt, en zij door middel van gehoorzaamheid weer teruggebracht konden worden in de hof, waaruit zij verdreven waren, Dan zouden zij weer kunnen naderen tot de heerlike, onvergankelike vruchten van de boom des levens, waar zij nu alle recht op verbeurd hadden.EG 146.1

    Toen vervulde blijdschap, onuitsprekelike bijdschap, de hemel, en het hemelse koor zong een lied vol lof en aanbidding. Zij raakten hun harpen aan, en zongen op hoger toon dan zij tevoren gedaan hadden, wegen.s de grote genade en nederbuigende goedheid van God, daarin dat Hij Zijn teder Geliefde had overgegeven om de dood te sterven voor een geslacht van opstandigen. Daarna word er lof en aanbidding uitgestort voor de zelfverloochening en het offer, dat .Jezus bracht, door gewillig te zijn om de boezem Zijns Vaders te verlaten, en een leven van lijden en zielsangst, en een onterende dood te kiezen, opdat Hij het leven mocht geven aan anderen.EG 147.1

    De engel zei: “Denkt gij dat de Vader Zijn teder geliefde Zoon overgegeven heeft, zonder dat het Hem strijd gekost heeft? Neen, neen.” Het kostte zelfs de God des hemels strijd om te beslissen, of Hij de schuldige mens zou laten omkomen, dan of Hij Zijn lievelingszoon zou geven om voor hen te sterven. De engelen stelden zoveel belang in de zaligheid van de mens, dat er ook onder hen dezulken hadden kunnen gevonden worden, die hun heerlikheid en hun leven op wilden geven voor de verlorengaande mens. “Maar,” zei mijn begeleidende engel, “dat zou niets baten.” De overtreding was z6 groot,:lat het leven van een engel de schuld niet kon betalen. Niets minder dan de dood en de tussenkomst van de Zoon van God kon de schuld betalen, en de verlorengaande mens verlossen van hopeloos verdriet en ellende.EG 147.2

    Maar het werk, dat aan de engelen gegeven werd, was, op te stijgen en neder te dalen uit de heerlikheid met versterkende balsem om de Zoon van God te troosten in Zijn leven van lijden. Zij dienden Jezus. Ook was hun werk het waken over en beschermen van de voorwerpen der genade voor de boze engelen, en voor de duisternis, die onophoudelik door Satan over hen gebracht werd. Ik zag, dat het niet mogelik was voor God om Zijn wet te veranderen ten einde de mens, die verloren was en moest omkomen, te redden; daarom liet Hij toe, dat Zijn geliefde Zoon de dood zou ondergaan voor de overtredingen van de mens.EG 147.3

    Larger font
    Smaller font
    Copy
    Print
    Contents