Loading...
Larger font
Smaller font
Copy
Print
Contents

Uit De Schatkamer Der Getuigenissen, vol. 1

 - Contents
  • Results
  • Related
  • Featured
No results found for: "".
  • Weighted Relevancy
  • Content Sequence
  • Relevancy
  • Earliest First
  • Latest First
    Larger font
    Smaller font
    Copy
    Print
    Contents

    ONUITSPREKELIJKE ANGST

    We kunnen slechts een vaag idee hebben van de onuitsprekelijke angst van Gods geliefde Zoon in Gethsémané, toen Hij Zich bewust werd dat, door het dragen van ‘s mensen zonde, een muur was opgetrokken tussen Hem en Zijn Vader. Hij werd zonde voor de gevallen mensheid. Het gevoel nu verstoken te zijn van de liefde Zijns Vaders, perste vanuit Zijn beangste ziel de droevige woorden: “Mijn ziel is geheel bedroefd tot de dood toe.” “Indien het mogelijk is, laat deze drinkbeker van Mij voorbijgaan.” Dan, om Zich geheel te onderwerpen aan de wil Zijns Vaders, voegde Hij daaraan toe: “Doch niet gelijk Ik wil, maar gelijk Gij wilt. ', ‘ Mattheüs 26 : 38, 39.USG1 230.3

    De verheven Zoon Gods was als bezwijmende, stervende. De Vader zond van uit Zijn omgeving een boodschapper om de hemelse Lijder te versterken en Hem te stalen om de weg te gaan, die door Zijn bloed zou bevlekt worden. Konden sterfelijke wezens de verbazing en de droefheid gezien hebben van de heirscharen der engelen, toen deze in stille smart aanschouwden, hoe de Vader Zijn stralen van licht, liefde, en heerlijkheid aan Zijn geliefde Zoon onthield, dan zouden ze een beter begrip hebben hoe afschuwelijk de zonde in Zijn ogen is. Het zwaard der gerechtigheid moest nu ontbloot worden tegen Zijn geliefde Zoon. Deze werd door een kus overgeleverd in de handen van Zijn vijanden en naar de gerechtszaal van een werelds hof gesleept om daar bespot en ter dood veroordeeld te worden door zondige stervelingen. Daar werd de verheven Zoon van God “verwond om onze overtredingen, om onze ongerechtigheden is Hij verbrijzeld.” Hij verdroeg belediging, bespotting en schandelijke mishandeling, totdat “Zijn gelaat meer verdorven was dan van iemand en Zijn ge-daante meer dan van andere mensenkinderen.” Jesaja 53 : 5; 52 : 14..USG1 231.1

    Larger font
    Smaller font
    Copy
    Print
    Contents