Loading...
Larger font
Smaller font
Copy
Print
Contents

Uit De Schatkamer Der Getuigenissen, vol. 1

 - Contents
  • Results
  • Related
  • Featured
No results found for: "".
  • Weighted Relevancy
  • Content Sequence
  • Relevancy
  • Earliest First
  • Latest First
    Larger font
    Smaller font
    Copy
    Print
    Contents

    WAAKZAAM ZIJN EN NIET SLAPEN

    Niemand mag zo vrij zijn om geheiligde tijd te gebruiken op een onprofijtelijke manier. Het mishaagt God, wanneer Sabbatvierders zoveel van de Sabbat verslapen. Hierdoor doen zij hun Schepper oneer aan, en door hun voorbeeld zeggen ze, dat de zes dagen voor hen te kostbaar zijn om daarin rust te nemen. Ze moeten geld verdienen, al onthouden ze zich daardoor de nodige slaap, hetgeen ze wel weer inhalen door op geheiligde tijd te slapen. Ze verontschuldigen zich dan door te zeggen: “De Sabbat werd gegeven als een rustdag. Ik zal mij die rust niet laten ontnemen door naar een kerkdienst te gaan, want ik heb rust nodig.” Dezulken maken een verkeerd gebruik van de geheiligde dag. Zij moeten, vooral op die dag, hun gezinnen voorgaan in de viering daarvan en opgaan naar het huis des gebeds, met de weinigen of met de velen, al naar gelang dit is. Zij moeten hun tijd en energie wijden aan geestelijke oefening, opdat de goddelijke invloed, die op de Sabbat rust, hen gedurende de week zal bijblijven. Van al de dagen der week is geen een zo gunstig voor gewijde gedachten en gevoelens als de Sabbatdag.USG1 299.2

    Mij werd getoond dat de gehele hemel op de Sabbat toezag en waakte over hen, die de eisen van het vierde gebod erkennen en de Sabbat vieren. Engelen toonden hun belangstelling en hoog respect voor deze goddelijke inzetting. Zij, die de Here God in hun harten heiligden door een alleszins gewijde geestestoestand, en die probeerden de heilige uren te vervolmaken door de Sabbat naar hun beste kunnen te vieren en God te eren door de Sabbat een verlustiging te noemen — dezulken werden door de engelen bijzonder gezegend met licht en gezondheid, en bijzondere kracht werd hun verleend. Maar anderzijds keerden de engelen zich af van hen, die de heiligheid van Gods geheiligde dag niet waardeerden, en ontnamen dezulken hun licht en hun kracht. Ik zag dat ze, moedeloos en bedroefd, door een wolk overschaduwd waren. Zij voelden een gebrek aan Gods Geest.USG1 299.3

    * * * * *

    Larger font
    Smaller font
    Copy
    Print
    Contents