Loading...
Larger font
Smaller font
Copy
Print
Contents

Uit De Schatkamer Der Getuigenissen, vol. 1

 - Contents
  • Results
  • Related
  • Featured
No results found for: "".
  • Weighted Relevancy
  • Content Sequence
  • Relevancy
  • Earliest First
  • Latest First
    Larger font
    Smaller font
    Copy
    Print
    Contents

    VOLMAAKTHEID IN CHRISTUS

    Wil de predikant de goedkeuring Zijns Meesters wegdragen, dan moet hij met hart en ziel werken om een ieder mens de volmaaktheid in Christus bij te brengen. Hij moet in zijn werkwijze “niet de indruk wekken dat het van weinig belang is of de mensen al of niet de waarheid aannemen en practische godsvrucht beoefenen; maar de trouw en zelfopoffering, geopenbaard in zijn leven, moeten zó zijn, dat de zondaar overtuigd wordt dat eeuwige belangen op hef spel staan en dat zijn ziel in gevaar verkeert, tenzij hij beantwoordt aan het ern-stige werk, te zijner gunste verricht. Die uit duisternis en dwaling gebracht worden tot waarheid en licht, moeten grote veranderingen ondergaan en tenzij de noodzakelijkheid van een gedegen hervorming hun wordt ingescherpt, zullen ze zijn als de man, die in de spiegel, de wet van God, zag, en de gebreken in zijn zedelijk karakter ontdekte, maar wegging en vergat wat voor mens hij was. De geest moet altijd waakzaam zijn ten opzichte van een verantwoordelijkheidsgevoel, of hij zal terugzinken in een staat van nog zorgelozer onoplettendheid dan daarvoor.USG1 548.2

    Het werk van Christus’ gezanten is veel groter en ge wichtiger dan velen zich wel indenken. Zij moeten helemaal niet tevreden zijn met hun succes, of ze moeten, door vlijtige arbeid en de zegen Gods, dienstvaardige Christenen voor Hem kunnen stellen, die een waar gevoel bezitten van hun verantwoordelijkheid en bereid zijn dé hun opgedragen taak te verrichten. Het juiste werk en onderricht zal ten gevolge hebben dat die mannen en vrouwen de hand aan de ploeg slaan, die een sterk karakter hebben en een zo vaste overtuiging dat geen zweem van zelfzucht hen zal hinderen in de arbeid, of hun geloof zal verzwakken noch hen zal afhouden van hun plicht.USG1 548.3

    Wanneer de predikant degenen, die aan zijn zorg zijn toevertrouwd, naar vereiste heeft onderricht, zal, wanneer hij naar een ander arbeidsveld gaat, het werk niet uiteen vallen, want het zal zo goed gefundeerd zijn, dat het stand houdt. Alleen wanneer degenen, die de waarheid aannemen, tot in het diepst van hun wezen zijn bekeerd, en er een radicale verandering in hun leven en karakter heeft plaats gegrepen, is de ziel vastgeklonken aan de eeuwige Rots; maar is dat niet het geval en het werk van de predikant houdt op en het nieuws is er af, dan vervliegt al gauw de indruk, de waarheid verliest haar bezielende kracht en zij oefenen geen heiliger invloed uit en hun belijden der waarheid verspreidt geen meerdere reuk ten goede.USG1 549.1

    Ik sta verbaasd, dat, met de voorbeelden voor onze ogen van wat de mens kan zijn, en wat hij kan doen, wij niet aangezet worden tot meerdere krachtsinspanning om de goede werken der rechtvaardigen naar de kroon te steken. Allen kunnen geen vooraanstaande posities innemen; maar allen kunnen nuttige en vertrouwensvolle posities bekleden en kunnen, door volhardende trouw, meer goeds verrichten dan ze wel denken. Die de waarheid omhelzen, moeten streven naar een klaarder begrip van de Schriften en een proefondervindelijke kennis van een levende Heiland. Het intellect moet gecultiveerd, het verstand geoefend worden. Alle intellectuele traagheid is zonde en geestelijke lauwheid is de dood.USG1 549.2

    Larger font
    Smaller font
    Copy
    Print
    Contents