Loading...
Larger font
Smaller font
Copy
Print
Contents

Uit De Schatkamer Der Getuigenissen, vol. 1

 - Contents
  • Results
  • Related
  • Featured
No results found for: "".
  • Weighted Relevancy
  • Content Sequence
  • Relevancy
  • Earliest First
  • Latest First
    Larger font
    Smaller font
    Copy
    Print
    Contents

    STRIKTE ONKREUKBAARHEID

    Onze Heiland probeerde Zijn hoorders in ie scherpen dat iemand, die zichzelf wil bevoordelen door zijn naaste af te zetten in het klein, dit ook in het groot zou doen, mits hij de kans maar kreeg. De minste afwijking van strikte onkreukbaarheid neemt het hek van de dam en bereidt het hart voor op nog groter onrechtvaardigheid. Door voorbeeld en leer onderwees Christus dat de striktste onkreukbaarheid onze daden moet beheersen tegenover onze medemensen. “Alle dingen dan, die gij wilt dat u de mensen zouden doen, doet gij hun ook alzo.” Mattheus 7:12. Christus legde altijd de vinger op de wonde plekken in het leven van de Farizeërs, en berispte ze. Zij beleden de wet van God te houden, maar in hun dagelijkse handelingen pleegden ze ongerechtigheid. Vele weduwen en wezen werden bestolen van het weinige dat ze hadden enkel en alleen om een hebzuchtig verlangen naar gewin te bevredigen.USG1 588.1

    Judas had de vruchten kunnen plukken van al die lessen, indien hij rechtschapen van hart had willen zijn; maar zijn hebzucht overwon hem, en de hang naar geld werd in hem een passie. Hij droeg de beurs met het geld, dat gebruikt moest worden voor het werk van Christus, en af en toe nam hij daarvan kleine bedragen ten eigen bate. Zijn zelfzuchtig hart morde over de kosten, die Maria gedaan had voor de albasten fles met zalf, en hij verweet haar haar onvoorzichtigheid. Dus, in plaats dat hij leerling was, wilde hij leraar zijn en onderrichtte onze Here ten aanzien van de gepastheid van haar daad.USG1 588.2

    Deze twee mannen hadden tegelijkertijd de kansen en voorrechten van de aanhoudende lessen en het voorbeeld van Christus om hun zondige karaktertrekken te verbeteren. Wanneer ze Zijn vernietigende berispingen en misprijzingen ten aanzien van huichelarij en corruptie aanhoorden, zagen ze, dat deze zo vreselijk berispte mensen het voorwerp waren van aanhoudende, onvermoeide arbeid om hen toch maar te verbeteren. De Heiland weende over hun duisternis en dwaling. Zijn hart ging naar hen uit in een mateloze liefde en medelijden, uitroepende over Jeruzalem: “Hoe menigmaal heb Ik uw kinderen willen bijeenvergaderen, gelijkerwijs een hen haar kiekens onder de vleugelen vergadert, maar gijlieden hebt niet gewild!” Lukas 13 : 34.USG1 588.3

    Larger font
    Smaller font
    Copy
    Print
    Contents