Loading...
Larger font
Smaller font
Copy
Print
Contents

Uit De Schatkamer Der Getuigenissen, vol. 3

 - Contents
  • Results
  • Related
  • Featured
No results found for: "".
  • Weighted Relevancy
  • Content Sequence
  • Relevancy
  • Earliest First
  • Latest First
    Larger font
    Smaller font
    Copy
    Print
    Contents

    FANATISME NA 1844

    Na het verstrijken van de tijd in 1844 hadden we aan alle kanten met fanatisme te kampen. Berispende getuigenissen werden mij gegeven voor sommigen die zich inlieten met spiritualistische theorieën.USG3 277.4

    Sommige waren bijzonder actief in het verspreiden van valse ideeën aangaande God. Mij werd licht gegeven dat deze mannen door hun valse leerstellingen de waarheid van nul en gener waarde maakten. Ik werd onderricht dat ze zielen misleidden door het verkondigen van theorieën aangaande God.USG3 278.1

    Ik ging naar de plaats waar ze woonden en legde hun de aard van hun werk bloot. De Here gaf mij kracht om hun duidelijk het gevaar waarin zij verkeerden, te tonen. Tot hun verschillende zienswijzen behoorde ook deze, dat zij die eens geheiligd waren, niet meer konden zondigen. Hun valse leer deed veel kwaad èn voor henzelf, èn voor anderen. Zij verkregen een spiritualistische macht over hen die het verkeerde van deze in zo’n mooi kleed gestoken denkbeelden niet konden zien. De leerstelling dat allen heilig waren, had tot het geloof geleid dat de neigingen van de geheiligden nooit op een verkeerde weg konden geleid worden’. Het resultaat van dit geloof was de vervulling van de boze verlangens van hun hart dat, hoewel beweerd werd dat het geheiligd was, heel ver stond van de reinheid van gedachte en leven.USG3 278.2

    Een zondige leer wordt gevolgd door een zondige toepassing daarvan. Het is het verleidende lokaas van de vader van de leugen en resulteert in de onboetvaardigheid van zelfvoldane onreinheid.USG3 278.3

    Dit is slechts één van de gevallen waarin op mij een beroep werd gedaan om hen te berispen die de leerstelling brachten van een onpersoonlijke God die de natuur doordringt, en meer zulke dwalingen.USG3 278.4

    Larger font
    Smaller font
    Copy
    Print
    Contents