Loading...
Larger font
Smaller font
Copy
Print
Contents

Uit De Schatkamer Der Getuigenissen, vol. 3

 - Contents
  • Results
  • Related
  • Featured
No results found for: "".
  • Weighted Relevancy
  • Content Sequence
  • Relevancy
  • Earliest First
  • Latest First
    Larger font
    Smaller font
    Copy
    Print
    Contents

    ONS VOORBEELD

    Het werk van Christus moet ons voorbeeld zijn. Voortdurend ging Hij het land door om goed te doen. In de tempel en de synagogen, in de straten der steden, op de markt en in de werkplaats, aan de kust en tussen de heuvelen, verkondigde Hij het Evangelie en genas de zieken. Zijn leven kenmerkte zich door een onzelfzuchtig dienen en dat moet ook ons leerboek zijn. Zijn tedere, minzame liefde berispt onze zelfzucht en harteloosheid.USG3 308.1

    Waar Christus ook ging strooide Hij op Zijn pad zegeningen uit. Hoe velen die zeggen in Hem te geloven, hebben Zijn lessen van vriendelijkheid, van minzaam medelijden, van onzelfzuchtige liefde geleerd? Hoort Zijn stem die zegt tot de zwakken, de vermoeiden, de hulpe- lozen: “Komt herwaarts tot Mij, allen die vermoeid en belast zijt, en Ik zal u rust geven.” Mattheüs 11 : 28. Zijn geduld raakte nooit uitgeput en nooit heeft Hij Zijn liefde achtergehouden.USG3 308.2

    Christus doet op ons een beroep om geduldig en volhardend te werken voor de duizenden die vergaan in hun zonden, verstrooid over alle landen gelijk wrakken op een verlaten kust. Wie delen in de heerlijkheid van Christus, moeten ook delen in Zijn dienstwerk door de zwakken, de ellendigen, de moedelozen te helpen.USG3 308.3

    Laten zij die dit werk op zich nemen, het leven van Christus tot hun voortdurende studie maken. Laten zij zich daarvoor inspannen en elk talent gebruiken in de dienst des Heren. Op een ware, onzelfzuchtige krachtsinspanning zullen kostelijke resultaten volgen. Van de grote Leraar zullen de arbeiders de beste scholing ontvangen. Maar wie het licht dat zij hebben ontvangen, niet uitdragen, zullen op een dag ervaren dat ze een vreselijk verlies hebben geleden.USG3 309.1

    Menselijke wezens hebben niet het recht te denken dat er een grens gesteld is aan de taak die zij doen in het werk der zieleredding. Werd Christus Zijn werk ooit moe? Onttrok Hij Zich ooit aan het brengen van offers of aan ontbering? De gemeenteleden moeten met dezelfde toewijding en volharding werken waarmede Hij altijd gewerkt heeft. Zij moeten altijd klaar staan hef werk aan te pakken in gehoorzaamheid aan de geboden van de Meester. Waar we ook zien dat werk wacht om gedaan te worden, moeten we dat opnemen en uitvoeren onder voortdurend zien op Jezus. Indien onze gemeenteleden deze opdracht ter harte zouden nemen, dan zouden honderden zielen voor Jezus gewonnen worden. Indien elk gemeentelid een ware zendeling was, dan zou het Evangelie haastig verkondigd worden in alle landen, aan alle volken, naties en tongen.USG3 309.2

    Larger font
    Smaller font
    Copy
    Print
    Contents