Loading...
Larger font
Smaller font
Copy
Print
Contents

Uit De Schatkamer Der Getuigenissen, vol. 3

 - Contents
  • Results
  • Related
  • Featured
No results found for: "".
  • Weighted Relevancy
  • Content Sequence
  • Relevancy
  • Earliest First
  • Latest First
    Larger font
    Smaller font
    Copy
    Print
    Contents

    HET GEZIN EEN ZENDINGSVELD

    Ons werk voor Christus moet beginnen thuis in het gezin. De opvoeding van de jeugd moet geschieden op een andere manier dan in het verleden is toegepast. Hun welzijn vereist veel meer arbeid dan aan hen besteed is. Er is geen belangrijker zendingsveld dan dit. Door voorschrift en voorbeeld moeten de ouders hun kinderen leren voor onbekeerden te werken. De kinderen moeten zo worden opgevoed dat ze hun medeleven zullen betonen aan zieken en bejaarden en dat ze het lijden van de armen en ellendigen zullen proberen te verlichten. Men moet hen leren ijverig te zijn in het zendingswerk, en vanaf hun prilste jeugd zal hun zelfverloochening en hef brengen van offers ten bate van anderen en de vooruitgang van Christus’ werk moeten worden ingescherpt, opdat zij medearbeiders van Christus worden.USG3 61.3

    Maar wanneer zij ooit leren een waarachtig zendingswerk voor anderen te doen, moeten ze eerst leren te arbeiden voor degenen in het gezin die op hun werken der liefde een natuurlijk recht hebben. Een kind moet geleerd worden zijn deel in het huishouden te doen. Het moet zich nooit schamen zijn handen fe gebruiken om de lasten in het gezin te helpen verlichten of om gauw een boodschap te doen. Wanneer hef op deze wijze bezig is, zal het zich niet begeven op paden der onachtzaamheid en zonde. Waf worden door kinderen en opgroeiende jeugd niet vele uren verspild die besteed hadden kunnen worden om ergens hun jonge schouders onder te zetten en mee te helpen de gezinsmoeilijkheden te verlichten, die deze of gene toch moet dragen, terwijl aldus een liefdevolle belangstelling voor vader en moeder getoond wordt. Men moet hen ook de ware beginselen van de gezondheidshervorming en de verzorging van het eigen lichaam bijbrengen.USG3 62.1

    O, dat ouders zich toch onder gebed en in alle nauwgezetheid mochten bekommeren over het eeuwig welzijn van hun kinderen! Laten ze zich afvragen: Zijn we zorgeloos geweest? Hebben we dit belangrijke werk verwaarloosd? Hebben we toegestaan dat onze kinderen de speelbal worden van Satans verleidingen? Zijn we God geen veranwoording schuldig omdat we hebben toege-staan dat onze kinderen hun talenten, hun tijd en invloed gebruiken tegen de waarheid, tegen Christus? Hebben we onze plicht als ouders niet verwaarloosd en het aantal onderdanen van Satans koninkrijk doen toenemen?USG3 62.2

    Door velen is dit gezinsveld schromelijk verwaarloosd en hef is tijd dat op Goddelijke hulpbronnen en genezing wordt gewezen, opdat er in deze ergerlijke toestand verbetering mag komen. Welke verontschuldiging kunnen de belijdende navolgers van Christus aanvoeren dat ze verzuimd hebben hun kinderen op te voeden om voor Hem te werken?USG3 62.3

    Het is Gods verlangen dat de gezinnen op aarde een symbool zullen zijn van het gezin in de hemel. Christelijke gezinnen, gefundeerd en geleid in overeenstemming met Gods plan, behoren tot Zijn krachtigste middelen ten aanzien van de vorming van het Christelijke karakter en de vooruitgang van Zijn werk.USG3 63.1

    Wanneer ouders willen dat in hun gezin de toestanden veranderen, laten ze zich dan met hart en ziel wijden aan God en met Hem samenwerken in het werk waardoor in hun huishouden een verandering zal plaatsgrijpen.USG3 63.2

    Wanneer onze eigen gezinnen zijn wat ze moeten zijn, dan mag aan onze kinderen niet toegestaan worden dat ze opgroeien in luiheid en onverschilligheid ten opzichte van Gods eisen ten bate van de noodlijdenden om hen heen. Als Gods erfdeel zullen ze geschoold worden om waar ze zijn het werk aan te pakken. Van zulke gezinnen zal een licht uitstralen dat zal gaan tot de onwetenden om dezen te leiden tot de bron van alle kennis. Een invloed zal worden uitgeoefend die een kracht voor God en voor Zijn waarheid zal zijn.USG3 63.3

    Larger font
    Smaller font
    Copy
    Print
    Contents