Loading...
Larger font
Smaller font
Copy
Print
Contents

Uit De Schatkamer Der Getuigenissen, vol. 3

 - Contents
  • Results
  • Related
  • Featured
No results found for: "".
  • Weighted Relevancy
  • Content Sequence
  • Relevancy
  • Earliest First
  • Latest First
    Larger font
    Smaller font
    Copy
    Print
    Contents

    DE TIJD GAAT SNEL

    Snel verstrijkt de tijd om over te gaan in de eeuwigheid. Zal iemand nu God onthouden wat Hem toebehoort? Zal iemand Hem weigeren wat, hoewel het zonder enige verdienste gegeven kan worden, nochtans niet verloochend kan worden zonder tot zijn ondergang bij te dragen? De Here heeft een ieder zijn werk gegeven en de heilige engelen wensen dat wij dit werk zullen doen. Wanneer u zult waken en bidden en werken, staan zij klaar om met u samen te werken. Wanneer het verstand beïnvloed wordt door de Heilige Geest, zullen al onze neigingen en daden op harmonische wijze in overeenstemming zijn met de Goddelijke wil. Dan zullen mensen God geven wat Hem toebehoort, zeggende: “Alle dingen komen van U, en van Uw eigendom geven wij U van ganser harte.” Moge God Zijn volk vergeven dat ze dit niet gedaan hebben.USG3 79.2

    Broeders en zusters, ik heb getracht u de zaken voor te houden zoals ze zijn, maar dit pogen benadert de werkelijkheid helemaal niet. Zult u mijn pleidooi afwijzen? Niet ik doe een beroep op u; het is de Here Jezus die Zijn leven voor de wereld heeft gegeven. Ik heb slechts de wil, de eis van God gehoorzaamd. Wilt u de kans benutten om Gods werk eer te bewijzen en eerbied te hebben voor de dienstknechten die Hij gezonden heeft om Zijn wil te doen wat betreft het leiden van zielen naar de hemel?USG3 79.3

    “En dit zeg ik: wie spaarzamelijk zaait, zal ook spaar- zamelijk maaien, en wie mildelijk zaait, zal ook mildelijk maaien. Een iegelijk doe gelijk hij in zijn hart voorneemt, niet uit droefheid of uit nooddwang. Want God heeft een blijmoedige gever lief. En God is machtig alle genade te doen overvloedig zijn in u, opdat gij in alles te allen tijde alle genoegzaamheid hebbende, tot alle goed werk overvloedig moogt zijn. Gelijk er geschreven is: Hij heeft gestrooid; Hij heeft de armen gegeven; Zijn gerechtigheid blijft in der eeuwigheid. Doch Die het zaad de zaaier verleent, Die verlene ook brood tot spijze, en vermenig- vuldige uw zaaisel en vermeerdere de vruchten uwer ge-rechtigheid; dat gij in alles rijk wordt tot alle milddadigheid, welke door ons werkt dankzegging tot God. Want de bediening van deze dienst vervult niet alleen het gebrek der heiligen, maar is ook overvloedig door vele dankzeggingen tot God, dewijl zij door de beproeving dezer bediening God verheerlijken over de onderwer-ping uwer belijdenis onder het Evangelie van Christus, en over de milddadigheid der mededeling aan hen en aan allen; en door hun gebed voor u, welke naar u verlangen, om de uitnemende genade Gods over u. Doch Gode zij dank voor Zijn onuitsprekelijke gave.” 2 Corin- the 9 : 6-15.USG3 79.4

    Die zelfzuchtig hun middelen achterhouden, moeten niet verbaasd zijn. wanneer Gods hand verstrooit. Wat gegeven had moeten worden voor de vooruitgang van Gods werk, maar dat Hem onthouden is, kan toevertrouwd worden aan een onverschillige zoon en die kan het verkwisten. Een mooi paard, de trots van een ijdel hart, kan dood in de stal gevonden worden. Een koe kan sterven. Daar kan misgewas zijn in het fruit of in andere gewassen. God kan de middelen verstrooien die Hij Zijn rentmeesters heeft geleend, wanneer ze weigeren die tot Zijn heerlijkheid te gebruiken. Sommigen, zo zag ik, hebben niet te kampen met die verliezen die hen op hun plichtsverzaking moeten wijzen, maar hun gevallen kunnen nog hopelozer zijn. — 1872, Vol. 2, blz. 661, 662.USG3 80.1

    Larger font
    Smaller font
    Copy
    Print
    Contents