Ik zag een gezelschap dat goed bewaakt en vastberaden stond, en niet wilde luisteren naar degenen die het gevestigde geloof van de kerk wensten te doen wankelen. God zag met welgevallen op hen neder. Mij werden drie stappen getoond,—de boodschappen van de eerste, de tweeds en de derde engel. Mijn begeleidende engel sprak: “Wee hem, die een blokje van de boodschappen zal bewegen, of een speld eruit trekken. Het ware verst and van deze boodschappen is van het grootste belang. De lotsbestemming van zielen hangt af van de wijze, waarop zij worden aangenomen.” Ik werd wederom door deze boodschappen heengeleid en zag tegen welk een hoge prijs Gods volk hun bevindingen gekocht had. Zij hadden die verkregen door middel van veel lijden en zware strijd. God had hen van stap tot stap voortgeleid, totdat Hij ze geplaatst had op een vaste, onbewegelike standplaats. Ik zag hoe personen die standplaats naderden en het fondament onderzochten. Sommigen zetten er onmiddellik met blijdschap de voet op. Anderen begonnen aanmerking te maken over het fondament. Zij wilden verbeteringen gemaakt hebben; dan zou de standplaats volmaakter en zouden de mensen veel gelukkiger zijn. Sommigen stapten van hun standplaats af om het fondament te gaan onderzoeken, en beweerden dat het verkeerd gelegd was geworden. Maar ik zag dat bijna alien vastberaden op hun standplaats stonden, degenen, die er van af gestapt waren, vermanende om hun klachten te staken, daar God de Bouwmeester was, en zij tegen Hem streden. Zij verhaalden het wonderbare werk dat God gedaan had, waardoor zij naar deze vaste standplaats geleid waren geworden, en als één man hieven zij hun ogen op naar de hemel, en verheerlikten God met luider stem. Dit had invloed op enigen van degenen, die de standplaats verlaten hadden, en ootmoedig stapten zij er weder op. EG 310.1
Ik werd terugverwezen naar de verkondiging van de eerste komst van Christus. Johannes werd gezonden in de geest en de kracht van Elija om de weg voor Jezus te bereiden. Zij, die het getuigenis van Johannes verwierpen, trokken geen nut uit hetgeen Jezus leerde. Hun weerstaan van de boodschap, die Zijn komst voorspelde, plaatste hen daar, waar zij niet gemakkelik het zeer sterke getuigenis, dat Hij de Messias was, konden aannemen. Satan dreef ben, die de boodschap van Johannes verwierpen, aan, om nog verder te gaan, en Christus te verwerpen en te kruisigen. Door zulks te doen, plaatsten zij zich, waar zij de zegen niet konden ontvangen op de Pinksterdag, die hun de weg naar het hemelse heiligdom gewezen zou hebben. Het scheuren van het voorhangsel van de tempel toonde aan, dat de Joodse offeranden en instellingen niet langer aangenomen zouden worden. Het grote Offer was gebracht en aangenomen geworden, en de Heilige Geest, welke op de Pinksterdag nederdaalde, trok de aandacht van de discipelen af van het aardse heiligdom en vestigde die op het hemelse, waar Jezus ingegaan was met Zijn eigen bloed, om over Zijn discipelen het heil, verkregen door de verzoening, welke Hij volbracht had, uit te storten. Maar de Joden werden in volslagen duisternis gelaten. Zij verloren al het licht, dat zij over het verlossingsplan hadden kunnen hebben, en vertrouwden nog op hun nutteloze brandofferen en offeranden. Het hemelse heiligdom had de plaats van het aardse ingenomen, maar zij begrepen niets van de verandering. Derhalve konden zij geen voordeel trekken uit het middelaarswerk van Christus in de heilige plaats. EG 311.1
Velen zien met afschuw neer op hetgeen de Joden deden door Christus te verwerpen en te kruisigen; en wanneer zij hat verhaal van Zijn schandelike mishandeling lezen, denken zij dat zij Hem liefhebben, en Hem niet zouden hebben verloochend, gelijk Petrus deed, of gekruisigd, gelijk de Joden deden. Maar God, Die in het hart van een iegelik ziet, heeft die liefde tot Jezus, welke zij voorgeven te voelen, op de proef gesteld. Da gehele hemel zag met de diepste helangstelling toe om te zien, wat de ontvangst van de boodschap van de eerste engel zou zijn. Maar velen, die voorgaven Jezus lief te hebben, en die tranen stortten, als zij het verhaal van het kruis lazen, spotten over de goede tijding van Zijn komst. In plaats van de boodschap met blijdschap aan te nemen, verklaarden zij dat het een dwaling was. Zij haatten degenen, die Zijn verschijning liefhadden, en zetten hen uit de kerken. Zij, die de eerste boodschap verwierpen, konden geen nub trekken uit de tweede; ook werden zij niet gebaat door het middernachtelik garoep, dat hen had moeten voorbereiden om met Jezus door het geloof het heilige der heiligen van het hemelse heiligdom binnen te gaan. Door de twee eerste boodschappen te verwerpen, hadden zij hun verstand zo zeer verduisterd, dat zij geen licht konden zien in de boodschap van de derde engel, die de weg tot het heilige der heiligen aantoont. Ik zag dat, evenals de Joden Jezus kruisigden, de naam-kerken deze boodschappen gekruisigd hadden, en dat zij derhalve de weg niet kennen, die tot het heilige der heiligen voert, en geen nut kunnen trekken uit de tussenkomst van Jezus aldaar. Evenals de Joden, die hun vergeefse brandofferen offerden, offeren zij hun vergeefse gebeden op, en zenden die op naar het vertrek, dat Jezus verlaten heeft; en Satan neemt, verheugd over de dwaling, een godsdienstig karakter aan, en vestigt de aandacht van deze belijdende christenen op zichzelven, en werkt met zijn macht, zijn tekenen en wonderen der leugen, om hen in zijn valstrik te verstrikken. Sommigen misleidt hij op éne wijze, en anderen op een andere wijze. Hij heeft verschillende dwalingen, berekend om verschillende harten te treffen. Sommigen zien met afschuw op de ene dwaling, terwijl zij begerig een andere aan nemen. Satan verleidt sommigen door middel van het Spiritisme. Ook komt hij als een engel des lichts, en spreidt zijn invloed over het land door middel van valse hervormingen. De kerken zijn verrukt hierover, en menen dat God op wonderdadige wijze voor hen werkt, terwijl het het werk van een andere geest is. De opwinding zal uitstorven en de wereid en de kerk in een ergere toestand laten, dan waarin ze tevoren verkeerden. EG 312.1
Ik zag dat God oprechte kinderen heeft onder de naamAdventisten en de gevallen kerken, en voordat de plagen uitgestort worden, zullen predikanten en leden opgeroepen worden om deze kerken te verlaten, on zullen zij de waarheid met blijdschap aannemen. Satan weet dit; en voordat de luide kreet van de derde engel gehoord wordt, zal hij een opwinding doen ontstaan in deze godsdienstige lichamen, ten einde degenen, die de waarheid verworpen hebben te doen geloven, dat God met hen is. Hij hoopt de oprechten te misleiden, en hen te doen denken, dat God nog voor de kerken werkt. Maar het licht zal schijnen, en alien, die oprecht zijn, zullen de gevallen kerken verlaten, en vastberaden staan met het overblijfsel. EG 313.1
*****