De dwaling van het kloppen werd mij voorgesteld, en ik zag dat Satan macht heeft om de gestaltenis van vormen voor ons te doen verschijnen, die voorgeven onze familiebetrekkingen of vrienden te wezen, welke in Jezus ontslapen zijn. Zij zullen het doen voorkomen, alsof deze vrienden wezenlik tegenwoordig waren; de woorden, die zij spraken, terwijl zij hier waren, en dezelfde toon van stem, die zij in hun leven hadden, zal ons oor treffen. Dit is alles om de wereld te misleiden, en hen te verstrikken in het geloof aan deze dwaling. EG 314.1
Ik zag dat de heiligen de tegenwoordige waarheid degelik moeten leren verstaan, en dat zij verplicht zullen zijn die uit de Schrift te handhaven. Zij moeten de staat van de doden verstaan; want de geesten van duivelen zullen hun nog verschijnen, Voorgevende geliefde familiebetrekkingen en vrienden te zijn, en die zullen onschriftuurlike leerstellingen aan hen voorstellen. Zij zullen alles doen wat in hun macht staat om medegevoel op te wekken, en wondertekenen voor hen doen, om te bevestigen wat zij zeggen. Gods volk moet klaar staan om deze geesten te weerstaan met de waarheid uit de Bijbel, dat de doden niet met al weten, en dat zij, die verschijnen, de geesten van duivelen zijn. EG 314.2
Wij moeten het fondament van onze hoop degelik onderzoeken, want we zullen er een reden voor moeten geven uit de Schriften. Deze dwaling zal zich verspreiden, en wij zullen er van aangezicht tot aangezicht tegen moeten strijden; en tenzij wij er klaar voor zijn, zullen wij er in verstrikt raken, en er door overwonnen worden. Maar indien wij van onze kant doen wat wij kunnen om klaar te zijn voor de strijd, die ons juist tevoren staat, zal God Zijn deel doen, en zal Zijn almachtige arm ons beschermen. Hij zou eerder iedere engel uit de heerlikheid afzenden om een ommuring om trouwe zielen te maken, dan hen te laten misleiden en aftrekken door de wonderen der leugen van Satan. EG 315.1
Ik zag de snelheid, waarmede deze dwaling zich verspreidt. Een spoortrein werd mij getoond, die met bliksemsnelheid voortging. De engel zei mij, dat ik nauwkeurig moest opletten. Ik richtte mijn ogen op de trein. Het scheen alsof de gehele wereld in de trein zat. Toen toonde hij mij de kondukteur, die een statige, welgevormde persoon scheen te zijn, tot wie al de passagiers opzagen, en die ze eerbiedigden. Ik wist niet wat er van te denken, en vroeg mijn begeleidende engel, wie hij was. Hij zei, “Dat is Satan. Hij is de kondukteur in de gedaante van een engel des lichts. Hij heeft de wereld gevangen genomen. Zij zijn overgegeven aan een kracht der dwaling, dat zij een leugen zouden geloven, opdat zij veroordeeld mogen worden. Deze man, de volgende in rang onder hem, is de drijver, en nog andere van zijn werktuigen worden in verschillende hoedanigheden gebruikt, naardat hij ze nodig heeft, en ze reizen alien met bliksemsnelheid naar het verderf.” EG 315.2
Ik vroeg de engel of er niemand achter was gebleven. Hij zei mij, dat ik in de tegenovergestelde richting kijken moest, en daar zag ik een klein gezelschan, reizende langs een smal pad. Allen schenen nauw verenigd te zijn, aaneen gebonden door de waarheid. Dit klein gezelschap zag er afgetobd uit, alsof zij door grote beproevingen en strijd heengegaan waren. En het scheen alsof de zon juist opgegaan was van achter een wolk en hun aangezichten bescheen, waardoor zij er zegevierend uitzagen, alsof hun overwinningen bijna behaald waren. EG 316.1
Ik zag dat de heer de wereid in de gelegenheid gesteld heeft om de valstrik te ontdekken. Dit ene ding is voor de christen bewijs genoeg, als er niets anders duidelik is: namelik, dat er geen onderscheid gemaakt wordt tussen het kostelike en het vuile. Thomas Paine, wiens lichaam nu tot stof vergaan is, en die aan het einde van de duizend jaren, bij de tweede opstanding, opgeroepen zal worden om zijn loon te ontvangen en de tweede dood te ondergaan, wordt door Satan voorgesteld als in de hemel, en aldaar hoog verheven zijnde. Satan heeft hem op de aarde gebruikt zolang hij maar kon, en zet nu hetzelfde werk nog voort door voor te wenden, dat Thomas Paine zo zeer verheven is en in de hemel geëerd wordt; gelijk hij de mensen hier geleerd heeft, wil Satan het doen voorkomen, dat hij in de hemel leert. Er zijn sommigen die met afschuw zien op zijn leven en dood, en zijn verdorven leerstellingen, terwijl hij leefde; maar die tans gewillig zijn om door hem geleerd te worden,—een van de snoodste en slechtste onder de mensen, iemand, die God en Zijn wet verachtte. EG 316.2
Hij, due de vader der leugen is, verblindt en misleidt de wereld door zijn engelen uit te zenden om voor de apostelen te spreken, en het te doen schijnen, alsof zij tegenspreken, wat zij door de ingeving van de Heilige Geest geschreven hebben, toen zij op aarde waren. Deze leugenachtige engelen laten de apostelen hun eigen leer verguizen, en verklaren dat die vervalst is. Op die wijze schept Satan er genot in om belijdende christenen, en de gehele wereld, in onzekerheid te brengen aangaande het woord van God. Dat heilige Boek snijdt dwars door zijn spoor, en werkt zijn plannen tegen; daarom doet hij hen twijfelen aan de Goddelike oorsprong ervan. Dan stelt hij hun de ongelovige Thomas Paine voor, alsof die de hemel binnengegaan was, toen hij stierf, en nu met de heilige apostelen, die hij op aarde haatte, bezig zou zijn om de wereld te leren. EG 317.1
Satan geeft aan elk van zijn engelen een zekere rol te spelen. Hij dringt er bij alien op aan om geslepen, listig en sluw te zijn. Hij geeft sommigen van hen last om het part van de apostelen te spelen, en in hun naam te spreken, terwijl anderen de rol moeten vervullen van ongelovige en goddeloze mensen, die God vloekende gestorven zijn, maar die nu zeer godsdienstig schijnen. Er wordt geen onderscheid gemaakt tussen de heiligste onder de apostelen en de snoodste ongelovige. Beiden moeten zij hetzelfde leren. Het doet er niet toe, wie Satan laat spreken, indien zijn doel slechts bereikt wordt. Hij was hier op aarde zo nauw met Paine verbonden, hem in zijn werk helpende, dat het hem gemakkelik is, om tot zelfs de woorden te kennen, die Pain gebruikte, zowel als het handschrift na te maken van de man, die hem zo trouw diende, en die zijn plannen zo goed uitvoerde. Satan dikteerde veel van Paine's geschriften, en het valt hem nu gemakkelik om door middel van zijn engelen gevoelens uit te drukken en het te doen schijnen, dat zij van Thomas Paine komen. Dit is het meesterstuk van Satan. Al zijn leringen, die voorgewend worden te komen van de apostelen, heiligen, en goddelozen, die gestorven zijn, komen direkt van zijn sataniese majesteit. EG 317.2
Het feit, dat Satan beweert, dat de man, die hij zo zeer liefgehad heeft, en die God zo volkomen haatte, nu met de heilige apostelen en engelen in de heerlikheid is, behoorde genoeg te zijn om de sluier weg te nemen van aller ogen, en aan een iegelik het duistere, geheimzinnige werk van Satan bloot te leggen. Hij zegt toch eigenlik aan de wereld en aan de ongelovigen: Het doet er niet toe, hoe slecht gij zijt; het doet er niet toe, of gij gelooft of niet gelooft in God of de Bijbel; leef zoals het u behaagt, de hemel is uw tehuis;—want alien weten, dat indien Thomas Paine in de hemel is, en dat nog wel zo verheven, zij er zonder twijfel ook komen zullen. Deze dwaling is zo opvallend, dat allen die zien kunnen, in-dien zij het willen. Satan doet nu door middel van personen gelijk Thomas Paine, al wat hij getracht heeft te doen sedert zijn val. Hij neemt door zijn macht en wonderen der leugen het fondament van de hoop van de christen weg, en verduistert de zon, die hem licht moet geven op het nauwe pad, dat naar de hemel voert. Hij doet de wereld geloven dat de Bijbel niet ingegeven is, dat hij Diet beter is dan een boek met verhalen; terwijl hij iets aanbiedt dab de plaats ervan kan innemen: namelik, openbaringen van geesten. EG 318.1
Hier is een kanaal, dat geheel en al aan hem toegewijd is, en onder zijn beheer staat; en hij kan de wereid doen geloven wat hij wil. Het boek dat hem en zijn volgelingen moet oordelen, stelt hij in de schaduw, juist waar hij wil dat bet zijn zal. De Heiland der wereid stelt hij voor als niet meer zijnde dan een gewoon mens; en evenals de Romeinse wacht, die het graf van Jezus bewaakte, het leugenachtige gerucht verspreidde, dab de hogepriesters en de oudsten hun in de mond legden, zo zullen de arme, misleide volgelingen van deze voorgewende openbaringen van geesten, herhalen en trachten voor te stellen, dat er niets wonderdadigs is in de geboorte, de dood en de opstanding van onze Heiland. Na Jezus op de achtergrond geplaatst te hebben, vestigen zij de aandacht van de wereid op zichzelven, en op hun tekenen en wonderen der leugen, welke, zo zeggen zij, de werken van Christus ver te boven gaan. Op die wijze wordt de wereid in de valstrik gevangen, en in een gevoel van veiligheid gesust, zodat hun vreselik bedrog niet te ontdekken zal zijn, totdat de zeven laatste plagen uitgegoten worden. Satan lacht, wanneer hij zijn plan zo goed ziet gelukken, en de gehele wereid in de valstrik ziet lopen. EG 319.1