Hun harten zijn zo overgroeid met doornen en met de zorgen des levens, dat hemelse dingen daarin geen plaats vinden. Jezus inviteert de vermoeiden en bedrukten met een rust als uitzicht, zo zij tot Hem willen komen. Hij nodigt ze uit om het knellende juk van de zelfzucht en de begeerte, dat hen tot slaven van de mammon maakt, te ruilen voor Zijn juk, waarvan Hij zegt dat het zacht is terwijl ook Zijn last licht is. Hij zegt: “Leert van Mij, dat Ik zachtmoedig ben en nederig van hart; en gij zult rust vinden voor uw zielen.” Mattheus 11 : 29. Hij wil dat ze de zware lasten van wereldse zorg en kommer afleggen, en Zijn juk nemen, dat zelfverloochening en zelfopoffering ten opzichte van anderen inhoudt. Men zal ervaren dat deze last licht is. Die weigeren de hulp aan te nemen, die Christus hun biedt en het knellende juk der zelfzucht blijven dragen, steeds maar zoekend naar wegen om meer geld te verdienen ten eigen gerieve, hebben de vrede en de rust niet gesmaakt, die ligt in het dragen van het juk van Christus en de lasten van zelfverloochening en belangloze goedertierenheid, die ook Christus gedragen heeft te hunnen bate. USG1 374.4
Wanneer de liefde voor de wereld zich nestelt in het hart en daarin overheerst, is daar geen plaats om God te vereren; want de hogere machten van de geest onder-werpen zich aan de slavernij van de mammon, en gedachten over God en de hemel zijn dan uitgeschakeld. USG1 375.1