God brengt Zijn volk tot Zich in nauw contact door drukkende, toetsende beproevingen, door hen te wijzen op hun eigen zwakheid en onvermogen, en door hen te leren op Hem te steunen als hun enige hulp en bewaarder. Dan is Zijn doel bereikt. Ze zijn dan geschikt om gebruikt te worden in elk onverwacht geval, om belangrijke vertrouwenspositie’s te bekleden en de grote doelstellingen ten uitvoer te brengen, waarvoor hun de ver-mogens gegeven waren. God stelt mensen op de proef; Hij beproeft ze aan alle kanten en zo Worden ze opgevoed, getraind, gedisciplineerd. Jezus, onze Verlosser, ‘s mensen Vertegenwoordiger en Hoofd, verdroeg dit toetsingsproces. Hij leed meer dan wij ooit geroepen zullen worden om te lijden. Hij heeft onze krankheden op Zich genomen en werd op alle punten verzocht gelijk wij. Hij leed niet door eigen schuld, maar door onze zonden; en nu, ons verlatende op de verdiensten van onze Overwinnaar, kunnen wij overwinnaars worden in Zijn naam. USG1 491.2
Gods werk der loutering en reiniging moet doorgaan tot Zijn dienstknechten zo verootmoedigd zijn, zo het eigen-ik zijn afgestorven, dat, wanneer ze tot actieve dienst worden opgeroepen, ze enkel oog hebben voor Zijn heerlijkheid. Hij zal dan hun werken aannemen; zij zullen niet overhaast te werk gaan, niet impulsief; ze zullen niet als dollen voortsnellen en ‘s Heren werk in gevaar brengen; ze zullen niet verslaafd zijn aan ver-zoekingen en driften, geen navolgers van hun eigen vleselijke begeerten, daartoe aangezet door Satan. O, hoe vreselijk is Gods werk bevlekt door de perverse wil en ononderworpen natuur van de mens! Wat een lijden brengt hij over zich door zijn eigenzinnige lusten! Steeds en steeds weer brengt God de mens onder zwaardere verdrukking tot eens volmaakte nederigheid en karakterverandering hem in harmonie brengen met Christus en de geest des hemels, en zij zichzelf overwinnen. USG1 491.3
Van heren derwaarts heeft God mannen geroepen en heeft ze getest en beproefd om te zien welk karakter ze zouden ontwikkelen, om na te gaan of hun de versterking te X. kon toevertrouwd worden en te constateren of ze in de tekortkomingen van de reeds daar geplaatste mannen konden voorzien, en, ziende de fouten, die de mannen daar gemaakt hebben, hef voorbeeld zouden schuwen van hen, die niet geschikt zijn om in het heiligste werk Gods een plaats te bekleden. Aanhoudend heeft Hij de mannen te X. met waarschuwingen, berispingen en raadgevingen achtervolgd. Hij heeft een groot licht verschaft aan hen, die in Zijn werk aldaar dienst doen, opdat ze de weg duidelijk voor zich zagen liggen. Maar wanneer ze hun eigen weg willen gaan, en, zoals Saul, hef licht verachten, zullen ze zeker op dwaalwegen komen en het werk in moeilijkheden brengen. Licht en duisternis zijn hun voorgehouden, maar helaas hebben zij al te vaak de duisternis verkozen. USG1 492.1