Wij moeten God liefhebben, niet alleen met heel ons hart, ver-stand en ziel, maar ook met al onze kracht. Dit omvat het bewust gebruik van alle lichamelijke krachten. LLA 213.2
Christus was een ware werker in zowel aardse als geestelijke zaken, en in heel zijn werk toonde Hij zijn vastbeslotenheid om de wil van zijn Vader te doen. De dingen van hemel en aarde zijn nauwer met elkaar verbonden en staan meer onder toezicht van Christus dan velen denken. Christus is het geweest die schikkingen trof voor de bouw van de eerste tabernakel. Hij gaf elke bijzonderheid aan wat betreft de bouw van de tempel van Salomo. Hij, die timmerman was in het stadje Nazaret, was de hemelse architect die het plan uitwerkte voor het heilig gebouw waar zijn naam geëerd zou worden. LLA 213.3
Christus gaf aan de bouwers van de tabernakel wijsheid om het kundigste en mooiste werk uit te voeren. Hij zei: ‘Zie, Ik heb bij name geroepen Besaleël, de zoon van Uri, de zoon van Chur, uit de stam Juda, en hem vervuld met Gods Geest, met wijsheid, inzicht en kennis, en dat voor allerlei werk ... En zie, Ik heb naast hem gesteld Oholiab, de zoon van Achisamak, uit de stam Dan; in het hart van ieder die kunstvaardig is, heb Ik wijsheid gelegd. Zij zullen alles maken wat Ik u geboden heb.’ 18Exodus 31:2-6 LLA 213.4
God wil dat zijn werkers in elke bezigheid naar Hem zullen opzien als de Gever van alles wat zij bezitten. Alle goede uitvindingen en verbeteringen vinden hun oorsprong in Hem, die wonderbaar is in raad en uitnemend in werk. De vaardige aanraking van de hand van de arts, zijn macht over zenuw en spier, zijn kennis van de tere organen van het lichaam zijn de wijsheid van Gods macht, om gebruikt te worden in dienst van hen die lijden. De bekwaamheid waarmee de timmerman zijn hamer gebruikt, de kracht waarmee de smid het aambeeld doet weerklinken, dit alles komt van God. Hij heeft aan de mensen gaven gegeven en Hij verwacht dat zij naar Hem zullen opzien voor raad. Wat wij ook doen, met welk werk wij ook bezig mogen zijn, Hij wil dat wij ons verstand beheersen om een zo goed mogelijk werk te doen. LLA 213.5
Godsdienst en zakendoen zijn geen twee verschillende dingen. Zij vormen één geheel. De godsdienst van de Bijbel moet vervlochten wor-den met alles wat wij zeggen of doen. Goddelijke en menselijke krach-ten moeten samengaan in zowel aardse als geestelijke dingen. Ze moeten worden gecombineerd bij alles wat de mensen doen bij hun werk in de fabriek of op het land, in zakelijke of wetenschappelijke onderne-mingen. Er moet samenwerking zijn in alles wat betrekking heeft op christelijk werk. LLA 214.1
God heeft de beginselen bekendgemaakt, waarop deze samenwerking gebaseerd moet zijn. Zijn eer moet de drijfveer zijn bij allen die met Hem samenwerken. Al ons werk moet gedaan worden uit liefde tot God en in overeenstemming met zijn wil. LLA 214.2
Het is even noodzakelijk Gods wil te doen bij het oprichten van een gebouw als bij het deelnemen aan een godsdienstoefening. En wanneer de werkers de juiste beginselen bij het vormen van hun eigen karakter hebben gebruikt, zullen zij bij het oprichten van elk bouwwerk groeien in genade en kennis. LLA 214.3
Maar God zal de grootste talenten of de beste diensten niet aanvaarden als niet het eigenik op het altaar wordt gelegd als een levend, verterend offer. De wortel moet heilig zijn. Anders kan geen vrucht voor God aanvaardbaar zijn. LLA 214.4
De Heer maakte Daniël en Jozef bekwame beheerders. Hij kon door hen werken omdat zij niet leefden om hun eigen zin te doen, maar om God te behagen. Het leven van Daniël bevat voor ons een les. Het openbaart het feit dat een zakenman niet noodzakelijk een scherpzinnig politicus moet zijn. Hij kan van stap tot stap door God onderwezen worden. Daniël was een profeet van God terwijl hij eerste minister was in het koninkrijk Babylon en hij ontving het licht van Gods inspiratie. Wereldse, eerzuchtige staatslieden worden in Gods Woord voorgesteld als gras dat groeit en als de bloem van het gras die verdort. Toch wil de Here voor zijn werk intelligente mensen gebruiken, die bekwaam zijn voor verschillende takken van werk. Er is behoefte aan zakenmensen die de grote beginselen van de waarheid vervlechten met al hun zakelijke ondernemingen. Hun talenten moeten volmaakt wor den door grondige studie en opleiding. Wanneer ergens mensen in een tak van dienst hun kansen moeten aangrijpen om verstandig en bruikbaar te zijn, geldt het die mensen, die hun bekwaamheden gebruiken om Gods koninkrijk in deze wereld te helpen bouwen. We weten van Daniël, dat wanneer zijn werk nauwgezet werd onderzocht, er geen enkele fout in te ontdekken was. Hij was een voorbeeld van wat elke zakenman kan zijn. Zijn geschiedenis laat zien wat iemand kan berei-ken, die de krachten van verstand en lichaam, van hart en leven, wijdt aan het dienen van God. LLA 214.5