De man die het ene talent ontving, ging heen en begroef het in de aarde. Hij, die het minste ontving, liet dat ene talent ongebruikt. Hierin ligt een waarschuwing voor iedereen die meent dat zijn geringe bekwaamheid een verontschuldiging vormt om niet voor Christus te werken. Vol blijdschap zouden zij iets groots voor God doen, maar omdat zij Hem slechts in kleine dingen kunnen dienen, menen zij zich verontschuldigd te weten als zij niets doen. Hierin vergissen zij zich. De Heer toetst het karakter bij het uitdelen van zijn gaven. De man die naliet zijn talent te gebruiken toonde zich een ontrouwe dienstknecht. Als hij vijf talenten had gekregen, zou hij ze net als dat ene begraven hebben. Het misbruik van dat ene talent liet zien dat hij de gaven van de hemel verachtte. LLA 218.3
‘Wie in zeer weinig getrouw is, is ook in veel getrouw.’ 20Lucas 16:18 Het belang van kleine dingen wordt vaak onderschat omdat het klein is. Maar juist deze dingen verschaffen veel van de werkelijke opvoeding in dit leven. In het christelijk leven bestaan in werkelijkheid geen onbelangrijke zaken. Onze karaktervorming loopt groot gevaar wanneer wij het belang van kleine dingen onderschatten. LLA 218.4
‘Wie in zeer weinig onrechtvaardig is, is ook in veel onrechtvaar-dig.’ Door ontrouw in zelfs de kleinste dingen, berooft de mens zijn Maker van de dienst waarop Hij recht heeft. Deze ontrouw valt op hem terug. Hij laat na de genade, kracht en sterkte van karakter te bezitten, die hij had kunnen hebben door een onvoorwaardelijke overgave aan God. Los van Christus staat hij bloot aan Satans verzoekingen en maakt hij fouten in het werk van zijn Meester. Omdat hij zich in kleine dingen niet door de juiste beginselen laat leiden, schiet hij tekort om God te gehoorzamen in de grote dingen die hij beschouwt als zijn bijzondere taak. De gebreken, gekoesterd in de kleine dingen van het leven, worden zichtbaar in belangrijker zaken. Hij handelt op grond van de beginselen waaraan hij zich heeft gewend. Deze daden die steeds terugkeren vormen gewoonten. Gewoonten vormen het karakter en door het karakter wordt onze bestemming voor tijd en eeuwigheid bepaald. LLA 218.5
Alleen door trouw te zijn in kleine dingen kan de mens leren trouw te zijn als hij groter verantwoordelijkheid draagt. God bracht Daniël en zijn vrienden in aanraking met de groten in Babylon, opdat deze heidenen de beginselen van de ware godsdienst zouden leren kennen. Te midden van een natie van afgodendienaars moest Daniël Gods karakter bekendmaken. Hoe werd hij geschikt gemaakt voor een positie van zo groot vertrouwen en zoveel eer? Juist zijn trouw in kleine dingen gaf vorm aan heel zijn leven. Hij eerde God in de kleinste plichten en de Heer werkte met hem samen. Aan Daniël en zijn vrien-den gaf God ‘kennis en verstand van allerlei geschriften en wijsheid, terwijl Daniël inzicht had in allerlei gezichten en dromen.’ 21Daniël 1:17 LLA 219.1
Zoals God Daniël had geroepen om van Hem in Babylon te getuigen, roept Hij ons nu, om zijn getuigen in deze wereld te zijn. Zowel in de kleinste als in de grote aangelegenheden van het leven wil Hij dat wij aan de mensen de beginselen van zijn koninkrijk bekendmaken. LLA 219.2
In zijn leven op aarde onderwees Christus de les om aandacht te schenken aan kleine dingen. Het grote verlossingswerk drukte steeds op Hem. Terwijl Hij onderwees en de mensen genas, werden de krach-ten van lichaam en geest tot het uiterste op de proef gesteld. Toch merkte Hij de eenvoudigste dingen in het leven en in de natuur op. Zijn belangrijkste lessen waren juist die, waarin Hij door de eenvoudige dingen uit de natuur de grote waarheden van Gods koninkrijk illus-treerde. Hij zag de behoeften van de nederigste van zijn dienaars niet over het hoofd. Zijn oor ving iedere kreet op. Hij was zich bewust van de aanraking van de vrouw in de schare. Zelfs de lichte aanraking van het geloof werd beloond. Toen hij het dochtertje van Jaïrus opwekte, herinnerde Hij de ouders eraan dat zij iets moest eten. Toen Hij door zijn eigen macht uit het graf verrees, achtte Hij Zich niet te groot om de grafdoeken op te vouwen en netjes op de plaats te leggen waar Hij had gelegen. LLA 219.3
Het werk waartoe wij als christenen zijn geroepen is het samen-werken met Christus voor de redding van anderen. Wij hebben Hem beloofd dit werk te doen. Als wij het verwaarlozen, laten wij zien dat wij ontrouw zijn jegens Christus. Om echter dit werk te kunnen doen, moeten wij zijn voorbeeld volgen en trouw, nauwlettend aandacht schenken aan de kleine dingen. Dit is het geheim van succes in iedere tak van christelijk werk en christelijke invloed. LLA 219.4
God wil dat zijn volk de bovenste trede van de ladder bereikt, zodat zij Hem verheerlijken door het bezit van de gaven die Hij wil geven. Door Gods genade is elke voorziening voor ons getroffen om te laten zien dat wij op betere gronden handelen dan de gronden van de wereld. Wij moeten de wereld in verstand, in begrip, in vaardigheid en kennis overtreffen, omdat wij geloven in God en in diens macht om aan het menselijk hart te werken. LLA 220.1
Zij, die niet veel gaven bezitten, behoeven niet moedeloos te wor-den. Laten zij gebruiken wat zij hebben en getrouw elke zwakke plek in hun karakter bewaken, terwijl zij Gods genade zoeken om sterk te worden. Wij moeten bij alles wat wij doen trouw en betrouwbaarheid tonen en de eigenschappen, die ons in staat stellen het werk te doen, ontwikkelen. LLA 220.2
Gewoonten van nalatigheid moeten vastberaden overwonnen worden. Velen vinden het een voldoende excuus voor de grofste fouten als ze zich beroepen op vergeetachtigheid. Maar bezitten zij niet als ieder ander verstandelijke vermogens? Dan moeten zij zich oefenen om beter te kunnen onthouden. Het is een zonde te vergeten, een zonde om nalatig te zijn. Als u zich aanwent om nalatig te zijn, loopt u de kans uw eigen zaligheid te veronachtzamen en komt u ten slotte tot de ontdekking dat u niet geschikt bent voor Gods koninkrijk. LLA 220.3
Grote waarheden moeten in kleine dingen naar voren komen. Een daadwerkelijke godsdienst moet tot uiting komen in de gewone plichten van het dagelijks leven. De grootste vereiste voor iedereen is onvoorwaardelijk het Woord des Heren te gehoorzamen. LLA 220.4
Velen menen dat hun leven weinig nut heeft, omdat zij niet recht-streeks met een of ander godsdienstig werk zijn verbonden. Zij menen dat zij niets doen om de groei van Gods koninkrijk te bevorderen. Dit is echter een vergissing. Als zij werk doen, dat door iemand gedaan moet worden, moeten zij zich niet beschuldigen van onbruikbaarheid in Gods grote huishouding. De nederigste taken mogen niet verwaar-loosd worden. Elk eerlijk werk is een zegen en trouw in dat werk kan een oefening zijn voor grotere verantwoordelijkheden. LLA 220.5
Elk werk, hoe nederig ook, dat voor God wordt gedaan met een volkomen overgave van onszelf is voor Hem even aanvaardbaar als de voornaamste dienst. Geen enkele gave is klein als deze van ganser harte en met blijdschap wordt gegeven. LLA 220.6
Christus gebiedt ons de taak die voor ons ligt op te nemen, waar wij ook mogen zijn. Als het thuis is, doe dit werk dan bereidwillig en ernstig om van het huis een aangename plaats te maken. Als u een moeder bent, moet u uw kinderen opleiden voor Christus. Dit is net zo goed een werk van God als het werk van de predikant op de kansel. Als u in de keuken uw werk heeft, tracht dan een goede kok te zijn. Maak eten klaar dat gezond, voedzaam en smakelijk is. Zoals u de beste ingrediënten gebruikt bij het klaarmaken van het eten, moet u bedenken dat u uw geest met de beste gedachten vult. Als u tot taak heeft de grond te bewerken of welk ander werk u ook doet, maak uw werk tot een succes. Houd u bezig met hetgeen u doet. Vertegenwoordig Christus in uw werk. Doe wat Hij in uw plaats zou hebben gedaan. LLA 220.7
Hoe klein uw talent ook mag zijn, God heeft er een plaats voor. Als dat ene talent verstandig gebruikt wordt, zal het zijn werk doen. Door trouw te zijn in kleine dingen, doen wij ons deel en God zal voor ons werken om het te vermenigvuldigen. Deze kleine dingen zullen de belangrijkste invloeden in zijn werk worden. LLA 221.1
Laat een levend geloof als gouden draden zichtbaar zijn bij het verrichten van zelfs de geringste taken. Dan zal heel het dagelijks werk de christelijke groei bevorderen en zal men steeds opzien toj Jezus. Liefde voor Hem zal een levengevende kracht schenken aan alles wat gedaan wordt. Zo kunnen wij ons door het juiste gebruik van onze talenten met een gouden keten verbinden met de hemel. Dit is ware heiligmaking, want heiligmaking bestaat uit het blijmoedig ver-richten van dagelijkse taken in volkomen gehoorzaamheid aan Gods wil. LLA 221.2
Veel christenen wachten echter tot hun een grote taak wordt gege-ven. Omdat zij geen plaats kunnen vinden, die aanzienlijk genoeg is om hun eerzucht te bevredigen, schieten zij tekort om getrouw hun dagelijkse plichten te vervullen. Deze komen hen als niet erg belang-wekkend voor. Dagelijks laten zij kansen voorbijgaan om hun trouw aan God te tonen. Terwijl zij op een groot werk wachten, gaat het leven voorbij met onvervulde doelstellingen en onvoltooid werk. LLA 221.3