Loading...
Larger font
Smaller font
Copy
Print
Contents
  • Results
  • Related
  • Featured
No results found for: "".
  • Weighted Relevancy
  • Content Sequence
  • Relevancy
  • Earliest First
  • Latest First
    Larger font
    Smaller font
    Copy
    Print
    Contents

    HET ZOEKEN NAAR DEN SCHAT

    Het Woord Gods moet het onderwerp van onze studie zijn. Wij moeten onze kinderen onderwijzen in de waarheden die het behelst. Het is een onuitputtelijke schat; maar de menschen vinden den schat niet, omdat zij niet zoeken, totdat hij in hun bezit is. Velen stellen zich tevreden met een veronderstelling aangaande de waarheid; zij doen slechts oppervlakkig werk en nemen dan aan, dat zij alles hebben, wat zij behoeven. Zij nemen de uitspraken van anderen voor waarheid en zijn, te traag om zich te begeven tot ijverig en ernstig werken, hetgeen Gods Woord noemt delven naar verborgen schatten. Maar menschelijke vondsten zijn niet alleen onbetrouwbaar, maar zelfs gevaarlijk, want men stelt daardoor den mensch in de plaats van God. Men neemt de uitspraken van menschen aan, in plaats van een “zoo zegt de Heere.”KPEVS 16.2

    Jezus is de Waarheid. Zijn woorden zijn waarheid en zij hebben een diepere beteekenis dan oppervlakkig schijnt. Al de uitspraken van Jezus hebben een waarde, die hun oogenschijnlijk voorkomen ver overtreft. Een door den Heiligen Geest verlicht verstand zal de waarde van deze woorden inzien. En al zijn deze schatten ook begraven, toch zal dit verstand de juweelen der waarheid ontdekken.KPEVS 17.1

    Menschelijke theorieën en bespiegelingen zullen nooit leiden tot een recht begrip van Gods Woord. Zij, die meenen iets op een wijsgeerige manier uiteen te kunnen zetten, beschouwen hun wijze van verklaren dikwijls als noodzakelijk om de schatten der kennis te ontsluiten en om zoodoende het binnensluipen van ketterijen in de gemeente te voorkomen. Maar het waren juist zulke verklaringen, die valsche theorieën en ketterijen veroorzaakt hebben. Sommige mannen hebben wanhopige pogingen aangewend om Schriftuurplaatsen, die zij als ingewikkeld beschouwden, te verklaren; doch al te dikwijls hebben hun pogingen slechts verduisterd, wat zij trachtten te verduidelijken.KPEVS 17.2

    De priesters en Farizeën dachten, dat zij als leeraars groote dingen tot stand brachten, door hun eigen verklaringen van Gods Woord te geven; maar Jezus zeide tot hen: “Dwaalt gij niet, daarom dat gij de Schriften niet weet, noch de kracht Gods?” Mark. 12 : 24. Hij beschuldigde hen van het vergrijp, dat zij leeringen leerden, die geboden van menschen waren. Mark. 7 : 7. Hoewel zij leeraars waren van de woorden Gods en verondersteld werden Zijn Woord te verstaan, waren zij geen daders des woords. Satan had hun oogen verblind, zoodat zij hun ware beteekenis niet meer konden zien.KPEVS 17.3

    Dit wordt ook heden door velen gedaan. Vele kerken maken zich schuldig aan deze zonde. Er is gevaar, zelfs groot gevaar, dat de zoogenaamde groote mannen van onzen tijd hetzelfde gaan doen, wat eens de Joodsche leeraars deden. Zij geven een valsche verklaring van de Heilige Schrift, en zielen worden door hun verkeerde beschouwingen van Goddelijke waarheden in onzekerheid gebracht en in duisternis gehuld.KPEVS 17.4

    De Heilige Schriften behoeven niet te worden gelezen bij het donkere licht van overleveringen of menschelijke bespiegelingen. Wij zouden met evenveel recht kunnen probeeren om de zon licht te geven door een toorts, als de Schrift te verklaren door menschelijke overleveringen en inbeeldingen. Gods Woord heeft geen behoefte aan het flauwe toortslicht dezer wereld om zijn heerlijkheid te kunnen onderscheiden. Het is licht in zichzelf; het is de heerlijkheid Gods geopenbaard; en nevens dit is al het andere licht donker.KPEVS 18.1

    Maar er moet ernstige studie en nauwgezet onderzoek aan besteed worden. Een helder begrip der waarheid is nooit het loon der traagheid. Zelfs geen tijdelijke zegening kan verkregen worden zonder ernstig, geduldig en volhardend streven. Als men van wereldsche zaken een succes wil maken, dan moet men zich vast voornemen, om iets tot stand te brengen en geloof hebben, dat men hierin slagen zal. Evenmin moet men verwachten kennis van geestelijke dingen te krijgen zonder inspanning. Zij, die schatten der waarheid wenschen te vinden, moeten er naar delven, evenals een mijnwerker naar de verborgen schatten der aarde. Indien men zich er niet aan wijdt met geheel het hart, zal het een vruchtelooze arbeid blijken te zijn. Jong en oud moeten Gods Woord niet alleen lezen, maar met allen ernst, en biddend bestudeeren en zoeken naar waarheid als naar verborgen schatten. Die het op deze wijze bestudeeren, zullen rijkelijk beloond worden, want Jezus wil hun verstand verlichten.KPEVS 18.2

    Onze zaligheid hangt af van een kennis der waarheid, vervat in de Heilige Schriften. God wil, dat wij deze kennis zullen bezitten. Onderzoek, o onderzoek den dierbaren Bijbel met hongerige harten. Doorzoek Gods Woord gelijk een mijnwerker de goudaderen der aarde. Geef dat onderzoek niet op, totdat gij u verzekerd hebt, dat gij recht tegenover God staat en weet, wat Hij van u verlangt. Jezus zeide eens: “Zoo wat gij begeeren zult in Mijn naam, Ik zal het doen.” Joh. 14 : 13, 14.KPEVS 18.3

    Begaafde en, godvruchtige mannen krijgen soms een inzicht in de dingen der eeuwigheid, maar zij verstaan het dikwijls niet, omdat de zienlijke dingen de heerlijkheid van de onzichtbare verduisteren. Wie in het zoeken naar verborgen schatten wenscht te slagen, moet een hooger doel nastreven dan de dingen dezer wereld. Al zijn gaven en genegenheden moeten aan dat onderzoek gewijd zijn.KPEVS 18.4

    Ongehoorzaamheid heeft de deur gesloten voor een groot deel van de kennis, die men anders aan Gods Woord had mogen ontleenen. Inzicht in Gods Woord hangt af van gehoorzaamheid aan Zijn geboden. De Schriften mogen niet zoo worden verklaard, dat zij zich aanpassen bij de vooroordeelen en het wantrouwen van menschen, Zij kunnen alleen worden verstaan door hen, die nederig zoeken naar een kennis der waarheid om haar te gehoorzamen.KPEVS 19.1

    Vraagt gij: Wat moet ik doen, opdat ik zalig worde? Gij moet, eer gij uw onderzoek begint, uw tevoren gevormde beschouwingen en uw overgeërfde ideeën laten varen. Indien gij de Schrift slechts onderzoekt met het doel om daaruit bewijzen voor uw vooropgestelde meeningen te putten, zult gij de waarheid nooit vinden. Onderzoek haar met de bedoeling om te weten te komen, wat de Heere zegt. Indien gij door dat onderzoek van de een of andere zonde overtuigd wordt, — indien gij ziet, dat uw gekoesterde begrippen niet in overeenstemming zijn met de waarheid, — geef dan aan de uitspraken van de Schrift geen uitlegging, die zich aanpast bij uw beschouwing, maar neem het gegeven licht aan. Open uw verstand en hart, opdat gij de wonderlijke dingen van Gods Woord moogt aanschouwen.KPEVS 19.2

    Om te komen tot het geloof in Christus als de Verlosser der wereld is een verlicht verstand noodig, dat beheerscht wordt door een hart, dat hemelsche schatten kan onderscheiden en waardeeren. Dit geloof is onafscheidbaar verbonden met bekeering en verandering van het karakter. Geloof te bezitten beteekent den schat van het Evangelie met al de daarmee samengaande verplichtingen te vinden en aan te nemen.KPEVS 19.3

    “Tenzij dat iemand wederom geboren worde, hij kan het koninkrijk Gods niet zien.” Joh. 3 : 3. Hij mag gissingen maken en zich voorstellingen vormen, maar zonder het oog des geloofs kan hij den schat niet zien. Jezus gaf Zijn leven om ons dezen onwaardeerbaren schat te verzekeren; maar zonder wedergeboorte door geloof in Zijn bloed is er geen vergiffenis van zonde, geen schat voor een verlorengaande ziel te verkrijgen.KPEVS 19.4

    Wij hebben behoefte aan de verlichting des Heiligen Geestes om de waarheden van Gods Woord te onderscheiden. De bekoorlijke dingen in de natuurlijke wereld kunnen niet worden gezien, tenzij de zon, die de duisternis verdrijft, ze met licht bestraalt. Evenmin kunnen de schatten van Gods Woord worden gewaardeerd, tenzij zij geopenbaard worden door de heldere stralen van de Zon der gerechtigheid.KPEVS 20.1

    De Heilige Geest, die door de goedheid der oneindige liefde van den hemel gezonden is, neemt de dingen Gods en openbaart ze aan elke ziel, die onvoorwaardelijk vertrouwen heeft in Christus. De levende waarheden, waar de zaligheid der ziel van afhangt, worden door Zijn kracht diep op het gemoed gedrukt en de weg des levens wordt zoo duidelijk gemaakt, dat niemand daaromtrent behoeft te dwalen. Wanneer wij de Heilige Schrift bestudeeren, dienen wij te bidden, dat het licht des Heiligen Geestes het Woord bestralen moge, opdat wij zijn schatten mogen zien en waardeeren.KPEVS 20.2

    Larger font
    Smaller font
    Copy
    Print
    Contents