Loading...
Larger font
Smaller font
Copy
Print
Contents

Gedachten van de Berg der Zaligsprekigin

 - Contents
  • Results
  • Related
  • Featured
No results found for: "".
  • Weighted Relevancy
  • Content Sequence
  • Relevancy
  • Earliest First
  • Latest First

    “Wanneer gij bidt, zult gij niet zijn als de huichelaars.”

    De Farizeeën hadden vastgestelde uren voor het gebed; en wanneer, zoals dikwijls gebeurde, zij buitenshuis waren op die gestelde tijd, bleven ze staan waar ze ook op dat ogenblik waren, — wellicht op de straat of op het marktplein, temidden van de drommen haastige mensen, — en daar plachten zij dan met luider stemme hun vormelijke gebeden op te zeggen. Een dergelijke aanbidding, die slechts werd gegeven uit zelfverheerlijking, werd door Jezus ten zeerste berispt. Hij keurde evenwel het gebed in het openbaar niet af; immers Hijzelf bad met Zijn discipelen en in tegenwoordigheid van de menigte. Maar Hij leert dat een persoonlijk gebed niet in het openbaar gedaan moet worden. Wanneer we in persoonlijke aanbidding verzonken zijn moeten onze gebeden door niemand gehoord worden dan door de Here Die gebeden hoort. Geen nieuwsgierig oor mag de inhoud van dergelijke smeekbeden opvangen.GZ 75.3

    „Maar gij, wanneer gij bidt, ga in uw binnenkamer.” Zorg voor een plaats waar ge in het verborgene kunt bidden. Jezus had uitverkoren plaatsen waar Hij gemeenschap kon hebben met God, en dat moeten ook wij hebben. Dikwijls hebben we het nodig om ons ergens terug te trekken, hoe nederig die plaats ook mag zijn, opdat we daar alleen, kunnen zijn met God.GZ 76.1

    „Bidt tot uw Vader in het verborgene.” In de naam van Jezus mogen wij voor het aangezicht Gods komen met het vertrouwen van een kind. We hebben geen mens nodig om als middelaar op te treden. Door Jezus kunnen we onze harten openstellen voor God als voor iemand die ons kent en liefheeft.GZ 76.2

    Op de verborgen plaats des gebeds, waar slechts Gods oog ons kan zien, slechts Zijn oor ons kan horen, kunnen wij onze meest geheime verlangens en wensen uitstorten voor de Vader van oneindige ontferming; en terwijl de ziel zwijgt en stille is, zal die stem, die nooit nalaat te antwoorden op de kreet van menselijke nood, tot ons harte spreken.GZ 76.3

    „De Here is rijk aan barmhartigheid en ontferming.” Jac. 5 : 11. Hij wacht met onvermoeibare liefde op de belijdenissen van de afgedwaalden, en om hun berouw aan te nemen. Hij wacht op een teken van dankbaarheid van onze zijde, zoals een moeder uitziet naar een glimlach van herkenning van haar geliefd kind. Hij wil dat wij begrijpen hoe ernstig en teder Zijn hart naar ons verlangt. Hij nodigt ons uit, onze beproevingen tot Hem te brengen, onze smarten tot Zijn liefde, onze wonden om door Hem genezen te worden, onze zwakheid tot Zijn kracht, onze ledigheid tot Zijn volheid. Nooit is iemand teleurgesteld die tot Hem kwam. „Zij schouwen naar Hem en stralen van vreugde, en hun aangezicht zal niet schaamrood worden.” Ps. 34:6.GZ 76.4

    Zij die God in het verborgene zoeken, hun noden aan de Here vertellen, en om hulp smeken, zullen niet tevergeefs smeken. „Uw Vader, Die in het verborgene ziet, zal het u in het openbaar vergelden.” Wanneer we Christus tot onze dagelijkse metgezel maken, zullen wij gevoelen dat de krachten van een ongeziene wereld overal rondom ons zijn; en door op Jezus te zien, zullen wij gelijk gemaakt worden aan Zijn beeld. Door te aanschouwen worden wij veranderd. Het karakter wordt verzacht, verfijnd en veredeld voor het hemels koninkrijk. Het zekere resultaat van onze omgang en gemeenschap met onze Here zal zijn, dat onze vroomheid zal vermeerderd worden, onze reinheid en ons vuur. Wij zullen steeds beter het gebed gaan verstaan.GZ 77.1

    Wij ontvangen een goddelijke opvoeding, en dit wordt tot uitdrukking gebracht door een leven van plichtsgetrouwheid en ijver. De ziel, die zich tot God wendt om hulp, om steun, om kracht, door dagelijks ernstig te bidden, zal nobele verlangens hebben, een zuiver begrip van waarheid en plicht, verheven bedoelingen in zijn daden, en een voortdurend hongeren en dorsten naar gerechtigheid. Door gemeenschap met God te onderhouden zullen we in staat gesteld worden om door onze omgang met anderen het licht, de vrede en rust die in ons hart heersen aan hen mee te delen. De kracht die verkregen wordt door gebed tot God, samen met een volhardend trachten de geest te oefenen in bedachtzaamheid en zorg, maakt een mens geschikt voor zijn dagelijkse plichten, en bewaart onder alle omstandigheden de vrede voor zijn geest.GZ 77.2

    Indien wij tot God naderen, zal Hij de woorden in onze mond leggen om tot Hem te spreken, om Zijn naam te prijzen. Hij zal ons een melodie leren uit het lied der engelen, een dankzegging aan onze hemelse Vader. In iedere daad in ons leven zullen het licht en de liefde van een inwonende Heiland geopen-baard worden. Uiterlijke zorgen kunnen niet het leven bereiken dat geleid wordt door het geloof in de Zoon van God.GZ 77.3