Loading...
Larger font
Smaller font
Copy
Print
Contents

Lessen Uit Het Leven Van Alledag

 - Contents
  • Results
  • Related
  • Featured
No results found for: "".
  • Weighted Relevancy
  • Content Sequence
  • Relevancy
  • Earliest First
  • Latest First
    Larger font
    Smaller font
    Copy
    Print
    Contents

    In steenachtige plaatsen

    ‘De op steenachtige plaatsen gezaaide is hij, die het Woord hoort en het terstond met blijdschap aanneemt; maar hij heeft geen wortel in zich, doch is iemand van het ogenblik; wanneer er echter verdrukking of vervolging komt om der wille van het Woord, komt hij terstond ten val.’LLA 23.2

    Het zaad, op steenachtige grond gezaaid, heeft weinig aarde. De plant komt snel op, maar de wortel kan niet in de rots doordringen om voedsel voor groei te vinden en de plant verdort al spoedig. Velen die? beweren te geloven zijn als mensen, op steenachtige grond gezaaid. Evenals de rots onder het dunne laagje aarde ligt de zelfzucht van het natuurlijke hart onder de grond van goede bedoelingen en verlangens. Eigenliefde wordt niet overwonnen. Zij hebben de enorme grootte van de zonde niet gezien en het hart is niet verootmoedigd door het besef van schuld. Dit soort mensen kan gemakkelijk worden overtuigd en het mag schijnen dat zij goede bekeerlingen zijn, maar hun godsdienst is opppervlakkig.LLA 23.3

    Mensen vallen niet af, omdat zij het Woord terstond aanvaarden of zich erin verblijden. Zodra Matteüs de oproep van de Heiland had gehoord, stond hij op, verliet alles en volgde Hem. Zodra Gods Woord in het hart komt, wil God dat wij het aannemen, en het is ons goed recht het met blijdschap aan te nemen. ‘In de hemel zal vreugde zijn over één zondaar die zich bekeert.’ 15Lucas 15:7 Ook is er blijdschap in het hart dat in Christus gelooft. Maar zij, van wie in de gelijkenis wordt gezegd dat zij het Woord terstond aannemen, houden geen rekening met de kosten. Zij overwegen niet wat Gods Woord van hen eist. Zij brengen het niet in hun leefgewoonten tot uiting en geven er zich niet volledig aan over.LLA 23.4

    De wortels van de plant reiken diep in de aarde en voeden onzichtbaar het leven van de plant. Dit is ook het geval met de christen. Door de onzichtbare eenheid van de ziel met Christus en door het geloof wordt het geestelijk leven gevoed. Maar de hoorders van de steenachtige grond vertrouwen op zichzelf in plaats van op Christus. Zij vertrouwen op hun goede werken en impulsen en voelen zich sterk in hun eigen gerechtigheid. Zij zijn niet krachtig in de Here en in de sterkte van zijn macht. Zo iemand heeft geen wortel in zichzelf, want hij is niet met Christus verbonden.LLA 23.5

    De hete zomerzon die het geharde graan sterkt en doet rijpen, vernietigt wat geen wortel heeft. Zo kan iemand, ‘die geen wortel in zich heeft,’ een ogenblik bestaan maar ‘als verdrukking en vervolging komt om der wille van het Woord, komt hij terstond ten val.’ Velen aanvaarden het evangelie als een middel om aan het lijden te ontkomen in plaats van als een bevrijding van de zonde. Zij verblijden zich een tijdlang, want zij menen dat het evangelie hen voor moeilijkheden en beproevingen zal vrijwaren. Zolang het leven rustig voor hen verloopt, lijken zij goede christenen. Maar zij bezwijken onder de felle hitte van de verzoeking. Zij kunnen ter wille van Christus geen smaad verduren. Als Gods Woord hen wijst op een of andere geliefkoosde zonde of zelfverloochening of offers eist, komen zij ten val. Het zou hun te veel kosten om in hun leven een radicale verandering aan te brengen. Zij zien op de huidige ongemakken en beproevingen en vergeten de eeuwige werkelijkheden. Net als de discipelen die Jezus verlieten, staan zij klaar om te zeggen: ‘Deze rede is hard: wie kan haar aanhoren?’LLA 24.1

    Velen beweren dat zij God dienen, maar zij kennen Hem niet uit ervaring. Hun verlangen om zijn wil te doen berust op hun eigen neiging, niet op de diepgaande overtuiging van de Heilige Geest. Hun leven wordt niet in harmonie gebracht met Gods wet. Zij belijden dat zij Christus als hun Heiland hebben aanvaard, maar geloven niet dat Hij hun kracht zal geven hun zonden te overwinnen. Zij hebben geen persoonlijke relatie met een levende Heiland en hun karakter openbaart zowel geërfde als aangeleerde gebreken.LLA 24.2

    Het is iets heel anders in algemene zin te geloven in het werk van de Heilige Geest als zijn werk te aanvaarden als Iemand die oproept tot bekering. Velen voelen dat zij van God vervreemd zijn en beseffen dat zij gebonden zijn aan hun eigen-ik en aan de zonde. Zij spannen zich in om zich te veranderen, maar zij kruisigen hun eigenik niet. Zij geven zich niet volledig over in handen van Christus en zoeken niet naar Gods kracht om zijn wil te doen. Zij willen zich niet naar Gods gelijkenis laten vormen. Zij erkennen in algemene zin hun onvolkomenheid, maar geven hun specifieke zonden niet op. Met elke verkeerde daad krijgt de oude zelfzuchtige natuur nieuwe kracht.LLA 24.3

    De enige hoop voor deze mensen is dat zij de waarheid van Christus’ woorden aan Nicodemus beseffen: ‘Gij moet wederomgeboren worden.’ ‘Tenzij iemand wederomgeboren wordt, kan hij het koninkrijk Gods niet zien.‘ 17Johannes 3:7,3 Ware heiligheid is een volkomen opgaan in het dienen van God. Dit is de staat van echt christelijk leven: Christus vraagt om een onvoorwaardelijke toewijding, om een onverdeelde’ dienst Hij vraagt het hart, het verstand, de ziel en de kracht. Het eigenik mag niet gekoesterd worden. Wie voor zichzelf leeft is geen christen.LLA 24.4

    Liefde moet elke daad beheersen: Liefde ligt ten grondslag aan Gods bestuur in de hemel en op de aarde en moet de grondslag van het christelijk karakter zijn. Alleen dit kan de mens sterk en doelbewust maken. Alleen dit kan hem in staat stellen aan beproeving en verzoeking weerstand te bieden.LLA 25.1

    Liefde komt ook tot uiting in het brengen van een offer. Het verlossingsplan berust op een offer - een offer, zo groot dathet niet te vatten is. Christus heeft alles voor ons gegeven en wie Christus aanvaarden. zullen bereid zijn alles op te offeren ter wille van hun Verlosser. De gedachte aan zijn eer en heerlijkheid zal alles te boven gaan.LLA 25.2

    Als wij Jezus liefhebben, zullen wij voor Hem willen leven. Wij zullen onze dankoffers aan Hem willen brengen en voor Hem willen werken: Dat werk zal licht zijn. Ter wille van Hem zullen wij zelfs naar pijn, zwoegen en offers verlangen. Wij zullen met Hem meevoelen en verlangen naar de redding van de mensheid. Wij zullen hetzelfde teder verlangen voor zielen kennen dat in Hem leeft.LLA 25.3

    Dat is de godsdienst van Christus. Alles dat minder is, is een misleiding. Niemand zal worden gered door alleen maar een theoretische kennis van de waarheid of een belijdenis dat hij een discipel is. Wij zijn niet van Christus tenzij wij Hem volkomen toebehoren. Door halfslachtigheid in het christelijk leven verslapt men bij het nastreven van het doel en wordt men veranderlijk in zijn plannen. Het pogen om zowel zichzelf als Christus te dienen maakt van iemand een toehoorder van de steenachtige grond en zo iemand zal geen stand kunnen houden als hij beproefd wordt.LLA 25.4

    Larger font
    Smaller font
    Copy
    Print
    Contents