Loading...
Larger font
Smaller font
Copy
Print
Contents

Lessen Uit Het Leven Van Alledag

 - Contents
  • Results
  • Related
  • Featured
No results found for: "".
  • Weighted Relevancy
  • Content Sequence
  • Relevancy
  • Earliest First
  • Latest First
    Larger font
    Smaller font
    Copy
    Print
    Contents

    Toepassing op het joodse volk

    Toen Christus de gelijkenis van de rijke man en Lazarus vertelde, waren velen onder het joodse volk in de beklagenswaardige positie van de rijke man. Zij gebruikten Gods goederen om hun zelfzucht te bevredigen en maakten zich gereed om het vonnis te vernemen: ‘Gij zijt gewogen en te licht bevonden.’ 7Daniël 5:27 De rijke was gezegend met alle aardse en geestelijke zegeningen, maar hij weigerde met God samen te werken in het gebruiken van deze zegeningen. Dit was ook het geval met het joodse volk. De Heer had de joden tot de bewakers van de heilige waarheid gemaakt. Hij had hen aangewezen als rentmeesters van zijn genade. Hij had hun alle mogelijke aardse en geestelijke zege-ningen geschonken en hen opgeroepen deze zegeningen door te geven. Ze hadden in het bijzonder onderricht gekregen hoe zij hun broeders die tot armoede waren vervallen, de vreemdeling binnen hun poorten en de armen onder hen, moesten behandelen. Zij moesten er niet op uit zijn alles tot hun eigen voordeel aan te wenden, maar zij moesten denken aan de behoeftigen en hun goederen met hen delen. God beloofde dat Hij hen zou zegenen naar de mate van hun daden van liefde en barmhartigheid. Maar net als de rijke man deden zij niets om de aardse en geestelijke nood van de lijdende mensheid te verlichten. Vol trots beschouwden zij zich als het uitverkoren en begunstigde volk van God. Toch dienden en aanbaden zij Hem niet. ‘Wij zijn Abrahams zaad,’ zeiden zij trots. Toen de crisis kwam werd openbaar dat zij zich van God hadden losgemaakt en hun vertrouwen hadden gesteld in Abraham, alsof hij hun God was.LLA 159.3

    Christus wilde graag licht doen schijnen in de verduisterde geest van het joodse volk. Hij zei tot hen: ‘Indien gij de kinderen van Abra-ham zijt, doet dan de werken van Abraham; maar nu tracht gij Mij te doden, een mens die u de waarheid gezegd heeft, welke Ik van God gehoord heb. Dit deed Abraham niet.’ 8Johannes 8:39,40LLA 160.1

    Christus zag geen voordelen in aardse afstamming. Hij onderwees dat de geestelijke band alle natuurlijke banden te boven gaat. De joden beweerden dat zij van Abraham afstamden, maar zij deden niet de werken van Abraham en lieten zo zien dat zij niet zijn echte kinderen waren. Alleen zij die laten zien dat zij in geestelijk opzicht in harmonie zijn met Abraham door naar Gods stem te luisteren, worden tot zijn ware nakomelingen gerekend. Hoewel de bedelaar behoorde tot een groep waarop men neerzag, erkende Christus hem als iemand die nauw door vriendschapsbanden met Abraham was verbonden.LLA 160.2

    Hoewel de rijke man omringd was met alle luxe van het leven, was hij zo onwetend dat hij Abraham daar plaatste, waar God had moeten zijn. Als hij zijn verheven voorrechten op prijs had gesteld en had toegestaan dat Gods Geest zijn verstand en hart zou vormen, zou hij een heel andere houding hebben aangenomen. Dit was ook het geval met het volk dat hier naar voren wordt gebracht. Als zij aan Gods oproep gehoor hadden geschonken, zou hun toekomst heel anders zijn geweest. Zij zouden een goed geestelijk onderscheidingsvermogen hebben gehad. Zij hadden middelen die God zou hebben gezegend, zodat zij in staat zouden zijn geweest een zegen en een licht voor de hele wereld te zijn. Maar zij hadden zich zover van Gods bedoelingen gescheiden dat hun hele leven vervormd was. Zij schoten als Gods rentmeesters tekort in het gebruik van hun gaven overeenkomstig waarheid en recht. Zij hielden geen rekening met de eeuwigheid en het resultaat van hun ontrouw betekende de ondergang voor het gehele volk.LLA 160.3

    Christus wist dat de joden aan zijn waarschuwing zouden denken als Jeruzalem verwoest zou worden. Dit gebeurde ook. Toen Jeruzalem door rampen werd getroffen en hongersnood en lijden het volk troffen, dachten zij aan de woorden van Christus en begrepen zij de gelijkenis. Zij waren zelf de oorzaak van hun lijden door hun onachtzaamheid om het licht van God te doen schijnen in de wereld.LLA 160.4

    Larger font
    Smaller font
    Copy
    Print
    Contents