Loading...
Larger font
Smaller font
Copy
Print
Contents

Lessen Uit Het Leven Van Alledag

 - Contents
  • Results
  • Related
  • Featured
No results found for: "".
  • Weighted Relevancy
  • Content Sequence
  • Relevancy
  • Earliest First
  • Latest First
    Larger font
    Smaller font
    Copy
    Print
    Contents

    Het verloren zilverstuk

    Nadat Christus de gelijkenis van het verloren schaap had verteld, ging Hij verder en zei: ‘Of welke vrouw die tien schellingen heeft, en er één verliest, steekt niet een lamp aan en veegt het huis en zoekt zorgvuldig totdat zij hem vindt?’LLA 113.3

    In het oosten bestonden de huizen van de armen gewoonlijk uit een enkel vertrek, vaak zonder ramen en deuren. De kamer werd zelden geveegd en een geldstuk, dat op de grond viel, zou al gauw door het stof en het vuil bedekt worden. Om het te zoeken moest zelfs overdag een kaars worden aangestoken en moest het huis ijverig geveegd worden.LLA 113.4

    Het huwelijksgeschenk van de vrouw bestond gewoonlijk uit geldstukken, die zij met zorg bewaarde als haar kostbaarste bezit, dat zij op haar beurt aan haar eigen dochters doorgaf. Het verlies van één van deze geldstukken zou als een ernstige ramp beschouwd worden en het vinden ervan zou grote blijdschap brengen, waarin de buren graag zouden delen.LLA 113.5

    ‘Als zij hem gevonden heeft,’ zei Christus, ‘roept zij haar vriendinnen en buren bijeen en zegt: Verblijdt u met mij, want ik heb de schelling gevonden die ik verloren had. Alzo is er, zeg Ik u, blijdschap bij de engelen Gods over één zondaar die zich bekeert.’LLA 114.1

    Evenals de voorgaande gelijkenis stelt deze het verlies voor van iets dat met ijverig zoeken gevonden kan worden en dan grote vreugde veroorzaakt. Maar de beide gelijkenissen stellen verschillende groepen voor. Het verloren schaap weet dat het verloren is. Het heeft de herder en de kudde verlaten en kan zelf de weg niet terugvinden. Het is een beeld van hen die beseffen dat zij van God zijn gescheiden en die in het duister verkeren, die vernederd en verzocht zijn. De verloren munt stelt diegenen voor die in overtredingen en zonden verloren zijn, zon-der zich van hun toestand bewust te zijn. Zij zijn van God vervreemd, maar zij weten het niet. Zij verkeren in gevaar, maar zijn zich onbe-wust daarvan en zij maken zich geen zorgen. In deze gelijkenis leert Christus dat zelfs zij, die onverschillig staan ten opzichte van de eisen van God, voorwerp zijn van zijn liefde en medelijden. Zij moeten wor-den opgezocht, zodat zij naar God kunnen worden teruggebracht.LLA 114.2

    Het schaap dwaalde af van de kudde. Het was in de wildernis of op de bergen verdwaald. Het geldstuk werd in huis verloren. Het was heel dichtbij en kon toch slechts door ijverig zoeken worden gevonden.LLA 114.3

    Deze gelijkenis heeft een les voor elk gezin. In het gezin is vaak grote onachtzaamheid ten aanzien van de ziel van de gezinsleden. Bij hen kan iemand zijn die van God vervreemd is, maar hoe weinig aandacht wordt geschonken aan de mogelijkheid dat een gezinslid verloren kan zijn.LLA 114.4

    Hoewel de munt onder stof en vuil ligt, is het nog een zilverstuk. De bezitter zoekt het omdat het waarde heeft. Zo wordt ook ieder mens, hoe ontaard ook door de zonde, kostbaar geacht in Gods oog. Zoals de munt de afbeelding en het inschrift draagt van de heersende macht, heeft de mens bij zijn schepping het inschrift en beeld van God ontvangen, en hoewel dit door de zonde is vervaagd en beschadigd, blijven de sporen ervan zichtbaar in ieder mens. God wil hem terug-winnen en zijn eigen beeld in gerechtigheid en heiligheid daarop weer terugvinden.LLA 114.5

    De vrouw uit de gelijkenis zoekt ijverig naar haar verloren munt. Zij steekt een kaars aan en veegt het huis. Zij zet alles aan de kant waardoor haar zoeken gehinderd zou kunnen worden. Hoewel slechts één munt verloren is, houdt zij niet op met zoeken eer zij deze munt gevonden heeft. Zo moet in het gezin alles gedaan worden wat moge-lijk is om één van de gezinsleden die verloren is voor God, terug te winnen. Iedereen moet zich ernstig onderzoeken. De levensgewoonten moeten worden nagegaan. Zie of er niet een fout wordt gemaakt, of er niet een dwaling is bij het leiden van het gezin, waardoor die persoon in zijn onboetvaardigheid zou worden verhard.LLA 114.6

    Als er in het gezin een kind zou zijn, dat zich niet bewust is van zijn zondige toestand, moeten de ouders zich geen rust gunnen. Zij moeten een kaars aansteken. Zij moeten Gods Woord onderzoeken en aan de hand van dit licht alles in huis ijverig nagaan, om te zien waardoor dit kind verloren is gegaan. Ouders moeten hun eigen hart onderzoeken en hun gewoonten en gebruiken nagaan. Kinderen zijn een erfdeel van de Heer en wij zijn aansprakelijk hoe wij zijn eigendom behandelen.LLA 115.1

    Er zijn vaders en moeders die graag in een of ander zendingsveld zouden willen werken. Velen zijn werkzaam in christelijk werk buiten het gezin, terwijl hun eigen kinderen vervreemd zijn van de Heiland en diens liefde. Veel ouders vertrouwen het werk om hun kinderen voor Christus te winnen toe aan de predikant of aan de godsdienstleraar, maar door dit te doen verwaarlozen zij de hun door God gegeven verantwoordelijkheid. Het opvoeden van hun kinderen tot christenen is het belangrijkste werk dat ouders voor God kunnen doen. Dit werk eist volhardende, levenslange inspanning. Door het verwaarlozen van deze taak betonen wij ons ontrouwe rentmeesters. God aanvaardt geen verontschuldiging voor een dergelijke verwaarlozing.LLA 115.2

    Maar zij die schuldig zijn aan onachtzaamheid behoeven niet te wanhopen. De vrouw die haar geldstuk verloren had, zocht tot zij het had gevonden. Zo kunnen ouders vol liefde, geloof en gebed werken voor hun gezinnen, tot zij vol blijdschap tot God kunnen naderen met de woorden: ‘Zie hier, ik en de kinderen die de Here gegeven heeft.’ 6Jesaja 8:18LLA 115.3

    Dit is echt zendingswerk en het is even nuttig voor hen die het doen als voor hen, voor wie het wordt gedaan. Door onze trouwe belangstelling voor het gezin zijn wij in staat om te werken voor de leden van Gods gezin, met wie wij, als wij trouw zijn aan Christus, voor eeuwig zullen leven. Wij moeten voor onze broeders en zusters in Christus dezelfde belangstelling tonen die wij als leden van één familie voor elkaar hebben.LLA 115.4

    God wil dat dit alles ons geschikt zal maken om voor nog anderen te werken. Naarmate ons medegevoel zich zal uitbreiden en onze liefde zal toenemen, zullen wij overal werk vinden dat wij kunnen doen. Gods grote menselijke familie omvat heel de wereld en geen van deze leden mag onopgemerkt gepasseerd worden.LLA 115.5

    Waar wij ook mogen zijn, overal wacht het verloren geldstuk op ons zoeken. Gaan wij ernaar op zoek? Dagelijks ontmoeten wij mensen die geen belangstelling hebben voor godsdienstige dingen. Wij spreken met hen, wij bezoeken hen. Tonen wij belangstelling voor hun geestelijk welzijn? Houden wij hen Christus voor als een Heiland die de zonden vergeeft? Vertellen wij hun met een hart, dat vol is van de liefde van Christus, over die liefde? Hoe zullen wij, als wij dit nalaten, deze mensen ontmoeten als zij, voor altijd verloren, met ons staan voor Gods troon?LLA 115.6

    Wie kan de waarde van een ziel schatten? Als u de waarde wilt kennen, ga dan naar Getsémané en waak met Christus in die uren van zielsangst, terwijl Hij grote druppels bloed zweet. Zie naar de Heiland, terwijl Hij aan het kruis hangt. Hoor die wanhopige kreet: ‘Mijn God, mijn God, waarom hebt Gij Mij verlaten?’ Zie naar dat gewonde hoofd, die doorboorde zijde, die geschonden voeten. Bedenk dat Christus dit alles geriskeerd heeft. Ter wille van onze verlossing werd de hemel zelf in gevaar gebracht. Bedenk aan de voet van het kruis dat Christus voor één enkele zondaar zijn leven gegeven zou hebben. Dan kunt u de waarde van een enkele ziel beseffen.LLA 116.1

    Als u met Christus gemeenschap hebt, zult u, evenals Hij, ieder mens naar waarde schatten. U zult voor anderen dezelfde liefde voelen die Christus heeft voor u. Dan zult u in staat zijn om hen, voor wie Hij is gestorven, te winnen en niet af te stoten, aan te trekken en niet te verwerpen. Niemand zou ooit tot God zijn teruggebracht als Christus Zich niet zelf voor hen had ingespannen. Alleen door dit persoonlijk werk kunnen wij anderen redden. Als u mensen ziet die ten onder gaan, zult u niet onverschillig en rustig daaronder zijn. Hoe groter hun zonde en hoe dieper hun ellende, des te ijveriger en tederder zal uw werk zijn om hen te winnen. U zult de noden beseffen van hen die lijden, die tegen God hebben gezondigd en die gebukt gaan onder schuld. Uw hart zal vol liefde uitgaan naar deze mensen en u zult hen een helpende hand toesteken. U zult hen, omgeven door uw geloof en liefde, tot Christus leiden. U zult over hen waken en hen bemoedigen en uw medeleven en vertrouwen zal het voor hen moeilijk maken weer af te vallen.LLA 116.2

    Engelen staan gereed om bij deze taak met u samen te werken. Alle hulpbronnen van de hemel staan ter beschikking van hen die pro-beren het verlorene te redden. Engelen zullen u helpen om de meest zorgeloze en verharde mensen te benaderen. En als iemand naar God is teruggebracht, is er blijdschap in de hemel. Serafs en cherubs bespelen hun gouden harpen en brengen lof aan God en aan het Lam voor hun barmhartigheid en liefde voor de mensen.LLA 116.3

    Larger font
    Smaller font
    Copy
    Print
    Contents