NEEMT JEZUS IN VERTROUWEN
Er zijn maar weinigen die het kostbare voorrecht van het gebed op de juiste wijze waarderen en benutten. We moeten tot Jezus gaan en Hem al onze noden vertellen. We mogen zowel onze kleine zorgen en bekommernissen als onze grotere moeilijkheden tot Hem brengen. Wat ons ook hindert of wanhopig stemt, wij kunnen dat in het gebed de Here voorleggen. Wanneer we gevoelen hoe nodig de tegenwoordigheid van Christus is bij elke stap, zal Satan weinig kans hebben ons met zijn verzoekingen lastig te vallen. Het is zijn weldoordacht streven om ons af te houden van onze beste, meest sympathiserende Vriend. We moeten op niemand ons vertrouwen stellen dan op Jezus. Alles wat zich in ons hart bevindt, kunnen we Hem veilig toevertrouwen.USG2 57.3
Broeders en zusters, wanneer u bijeenkomt in een gezamenlijke bidstond, gelooft dan dat Jezus in uw midden is; gelooft dat Hij bereid is u te zegenen. Wendt uw oog af van het eigen-ik; ziet op Jezus, spreekt over Zijn mateloze liefde. Door Hem te aanschouwen, zult u naar Zijn beeld veranderd worden. Wanneer u bidt, weest dan kort en ter zake. Houdt voor de Here geen preek in uw lange gebeden. Vraagt om het brood des levens zoals een hongerig kind brood vraagt aan zijn aardse vader. God wil elke benodigde zegen op ons doen neerdalen wanneer wij in het geloof en in alle eenvoud Hem daarom vragen.USG2 58.1
De gebeden die door de predikanten vlak voor hun voordracht worden opgezonden, zijn vaak nog al lang en niet zo ter zake. Zij omvatten tal van onderwerpen die in geen verhouding staan tot de behoeften van het ogenblik of tot hetgeen de mensen nodig hebben. Zulke gebeden horen thuis in de binnenkamer, maar niet op openbare diensten. De hoorders worden vermoeid en verlangen er naar dat de predikant het gebed beëindigt. Broeders, draagt de mensen mee op in uw gebeden. Gaat in het geloof tot uw Heiland en vertelt Hem uw noden in dit geval. Laat de ziel uitgaan naar God, met een vurig verlangen naar de zegen welke op die tijd nodig is.USG2 58.2
Gebed is de allerheiligste oefening der ziel. Het moet oprecht en nederig en ernstig zijn — de verlangens van een vernieuwd hart, uitgesproken in de tegenwoordigheid van een heilig God. Wanneer de bidder voelt, dat hij in de Goddelijke tegenwoordigheid verkeert, zal het eigen-ik worden vergeten. Hij zal geen verlangen hebben om menselijke talenten te ontvouwen; hij zal niet proberen om het oor der mensen te strelen, maar om de zegen te verkrijgen waarnaar de ziel hunkert.USG2 58.3
Zouden wij enkel de Here op Zijn woord nemen, welk een zegeningen zouden ons dan ten deel vallen! Mocht er toch meer vurig, doeltreffend gebed zijn! Christus wil de Helper zijn var. allen die Hem in het geloof zoeken.USG2 59.1
* * * * *