Loading...
Larger font
Smaller font
Copy
Print
Contents
  • Results
  • Related
  • Featured
No results found for: "".
  • Weighted Relevancy
  • Content Sequence
  • Relevancy
  • Earliest First
  • Latest First
    Larger font
    Smaller font
    Copy
    Print
    Contents

    Het kiezen van het beste voedsel

    Het diëet in den beginne aan de mens toegewezen, hield geen dierlijk voedsel in. Eerst pas na de zondvloed, toen al wat groen was, van de aarde was verdwenen, ontving de mens toestemming om vlees te gebruiken.GG 87.1

    In het kiezen van het voedsel voor de mens in het Paradijs, het de Heere zien wat het beste diëet was; in de keuze ten aanzien van Israël leerde Hij dezelfde les. Hij leidde de Israëlieten uit Egypte en belastte Zich met hun opvoeding, opdat dit volk Zijn persoonlijk bezit zou zijn. Door hen verlangde Hij de wereld te zegenen en te onderrichten. Hij verschafte hun het voedsel, dat voor dit doel het beste geschikt was, geen vlees, maar manna, „het brood des hemels”. Het was alleen ten gevolge van hun ontevredenheid en hun gemor, omdat ze de vleespotten van Egypte ontbeerden, dat hun dierlijk voedsel werd gegeven, en dit nog maar voor een korte tijd. Het gebruik daarvan betekende voor duizenden ziekte en dood. Toch werd de beperking tot een vleesloos diëet nooit van harte geaccepteerd. Het bleef de oorzaak van ontevredenheid en gemor, openlijk of in het verborgen, en het zou niet van blijvende duur zijn.GG 87.2

    Bij hun vestiging in Kanaän werd aan de Israëlieten het gebruik van dierlijk voedsel toegestaan, maar onder nauwgezette beperkingen, met de bedoeling om de kwade gevolgen te verminderen. Van de geoorloofde vleesspijzen, was het gebruik van vet en bloed absoluut verboden.GG 87.3

    Alleen die dieren mochten tot spijze dienen, welke in goede conditie waren. Geen dier, dat verongelukt was, of dat zijn eigen dood gestorven was, of waaraan het bloed niet zorgvuldig was onttrokken, mocht als voedsel gebruikt worden.GG 87.4

    Door af te wijken van het Goddelijke plan ten aanzien van hun diëet, leden de Israëlieten een groot verlies. Zij verlangden een vlees-diëet en zij oogstten daarvan de gevolgen. Zij kwamen niet tot Gods karakter-ideaal, noch beantwoordden ze aan Zijn bedoeling. De Heere „gaf hun hun begeerte, maar Hij zond aan hun zielen een magerheid” (Psalm 106:15). Zij verkozen het aardse boven het geestelijke, en de heilige, meerdere voortreffelijkheid, welke voor hen Zijn doel was, bereikten ze niet.GG 87.5

    Zij, die vlees gebruiken, eten slechts granen en groenten uit de tweede hand, want het dier ontvangt uit deze dingen de voeding, welke de groei veroorzaakt. Het leven, dat in de granen en groenten was, gaat over in de gebruiker. Wij ontvangen dat door dierlijk voedsel te eten. Hoeveel beter is het, dat rechtstreeks te krijgen, door het voedsel te eten, dat God voor ons gebruik heeft gegeven!GG 88.1

    Vlees was nooit het beste voedsel, maar het gebruik daarvan is nu dubbel verwerpelijk, sinds ziekte bij dieren zo snel is toegenomen. Zij, die vleesspijzen gebruiken, weten betrekkelijk maar weinig wat ze eten. Konden ze de dieren zien in hun omgeving, of de kwaliteit kennen van het vlees, dat ze gebruiken, dan zouden ze er zich met afkeer van af wenden. De mensen eten voortdurend vlees met de kiemen van tuberculose en kanker. Zo verspreiden deze en andere fatale ziekten zich.GG 88.2

    De weefsels van het varken wemelen van parasieten. Van het varken zegt God: „Onrein zal het ulieden zijn; van hun vlees zult gij niet eten en hun dood aas zult gij niet aanroeren” (Deuteronomium 14:8). Dit gebod werd gegeven omdat varkensvlees als voedsel niet geschikt is. Varkens zijn straatreinigers en daartoe zijn ze alleen nuttig. Nooit, onder geen enkele omstandigheid, mocht hun vlees gegeten worden door menselijke schepselen. Het is onmogelijk dat het vlees van enig levend dier gezond kan zijn, wanneer het in vuilheid zijn natuurlijk element vindt, en wanneer het zich voedt met alles wat verfoeilijk is.GG 88.3

    Vaak worden dieren naar de markt gebracht om daar als voedsel te worden verkocht, wanneer ze zó ziek zijn, dat hun eigenaars ze niet langer willen houden. En sommige manieren om ze voor de markt vet te mesten, veroorzaken ziekte. Afgesloten van licht en frisse lucht, ademend in de atmosfeer van vieze stallen, misschien vetgemest met bedorven voedsel, wordt het gehele lichaam al heel gauw besmet met onreine stoffen.GG 88.4

    De dieren worden vaak over lange afstanden vervoerd, en wanneer ze op de markt aankomen hebben ze heel wat te lijden gehad. Uit de groene weiden gehaald, een lange weg gaande over stoffige, hete wegen, of opeengedrukt in vieze veewagens, verschrikt en vermoeid, vaak vele uren zonder water of voedsel, worden de arme creaturen naar hun dood gedreven, opdat menselijke wezens zich zouden te goed doen aan hun aas.GG 88.5

    Op vele plaatsen wordt de vis zó besmet door de onreine stoffen, waarmede ze zich voeden, dat daaruit ziekte ontstaat. Dit komt vooral voor wanneer vissen in contact komen met het rioolslijk van grote steden. De vissen, die zich voeden met de inhoud van de riolen, kunnen terecht komen in nabij gelegen stromen, en kunnen gevangen worden in fris, zuiver water. Wanneer ze dan als voedsel gebruikt worden, veroorzaken ze bij degenen, die zich het gevaar helemaal niet bewust zijn, ziekte en dood.GG 89.1

    De gevolgen van een vleesdiëet mogen dan niet direct zichtbaar zijn, maar dan is dat toch geen bewijs, dat het niet nadelig is. Men kan maar weinigen aan het verstand brengen, dat het door hun gegeten vlees de oorzaak is van de vergiftiging van hun bloed en van hun lijden. Velen sterven aan ziekten, die moeten worden toegeschreven aan het gebruik van vlees, terwijl zij zelven, noch anderen, enig vermoeden hebben gehad van de ware oorzaak.GG 89.2

    De zedelijke nadelen van een vleesdiëet zijn niet minder reëel dan de lichamelijke ziekten. Het gebruik van vlees is nadelig voor de gezondheid, en wat op het lichaam van invloed is, beïnvloedt eveneens de geest en de ziel. Denk aan de wreedheid, dieren aangedaan, die voor de consumptie geslacht worden, en welke uitwerking dit heeft op degenen, die dit aandoen en die dit aanschouwen. Hoe vernietigt dat alle gevoel, dat wij toch voor deze schepselen Gods moesten hebben!GG 89.3

    Het verstand, dat zo menig stom dier laat zien, benadert zó dicht het menselijk verstand, dat het een mysterie is. De dieren zien en horen en hebben lief en vrezen en lijden. Zij gebruiken hun organen met veel meer zorgvuldigheid dan tal van menselijke wezens de hunne gebruiken. Ze leggen een sympathie en medegevoel aan den dag voor lijdende lotgenoten. Vele dieren tonen een aanhankelijkheid voor hen, die zich met hun verzorging belasten, die soms ver uitgaat boven de aanhankelijkheid, welke door mensen wordt betoond.GG 89.4

    Hoe kan er een mens bestaan met een menselijk hart, die altijd zijn vee verzorgd heeft, en die in de dierenogen ziet zo vol vertrouwen en gehechtheid, en die ze aan het mes van de slachter overgeeft zonder zijn innerlijk gevoel geweld aan te doen? Hoe kan hij hun vlees als een lekkernij nuttigen?GG 89.5

    Het is verkeerd te veronderstellen dat spierkracht afhankelijk is van het gebruik van dierlijk voedsel. Aan de behoeften van het lichaamsgestel kan beter voldaan worden en men kan een krachtiger gezondheid genieten zonder het gebruik daarvan. De granen, met vruchten, noten en groenten, bevatten al de voedende bestanddelen, welke nodig zijn om goed bloed te maken. Deze elementen worden door een vlees-diëet niet zo goed en zo volledig verkregen. Was het gebruik van vlees absoluut nodig geweest voor de gezondheid en kracht, dan zou dierlijk voedsel begrepen zijn geweest in het diëet, dat de mens in den beginne werd toegewezen.GG 90.1

    Wanneer met het gebruik van vlees gebroken wordt, dan ontstaat vaak een gevoel van zwakte, een gebrek aan energie. Velen zien daarin een bewijs, dat het gebruik van vlees noodzakelijk is; maar dat komt omdat dit soort voedsel zo stimulerend is; en omdat daardoor het bloed verhit en de zenuwen geprikkeld worden, wordt het als een gemis gevoeld. Sommigen zullen het even moeilijk vinden om met de gewoonten van vleesgebruik te breken, als het voor een dronkaard is om zijn borrel op te geven; maar van de verandering zullen ze de voordelen plukken.GG 90.2

    Wanneer men geen vlees meer gebruikt, moet daarvoor in de plaats komen een verscheidenheid van granen, noten, groenten en vruchten, die zowel voedzaam als smakelijk zijn. Dit is vooral nodig in de gevallen van diegenen, die zwak zijn, of die aanhoudend zware arbeid moeten doen. Onder deze omstandigheden zal de verandering met groter moeilijkheid gepaard gaan, maar ze kan plaats vinden. We moeten echter rekening houden met de omstandigheden van de mensen en de macht van ingeroeste gewoonten, en dan moeten zelfs de goede ideeën niet al te zeer opgedrongen worden. Niemand moet aangezet worden ineens tot de verandering over te gaan. In de plaats van vlees moeten gezonde spijzen komen, die niet duur zijn. Dan hangt in deze aangelegenheid veel af van het koken. Met de nodige zorg en bekwaamheid kunnen schotels klaar gemaakt worden, die zowel voedzaam als smakelijk zijn, en die zullen ook goeddeels de vleesschotels vervangen.GG 90.3

    In alle gevallen moet men het geweten opvoeden, de wil versterken, gezonde, goede spijzen op tafel brengen, en dan zal de verandering zich ten goede voltrekken en het verlangen naar vlees zal spoedig ophouden.GG 93.1

    Is het niet hoog tijd, dat allen met de gewoonten van het vleesgebruik moesten breken? Hoe kunnen zij, die naar reinheid, veredeling en heiligheid streven, opdat zij de omgang met hemelse engelen zullen smaken, voortgaan met voedsel te gebruiken, dat zo’n nadelige invloed heeft op lichaam en ziel? Hoe kunnen ze het leven van Gods schepselen nemen, enkel en alleen om met het gebruik van het vlees hun tong te strelen? Laten ze liever terugkeren tot de gezonde, smakelijke spijzen, welke de mens in den beginne werden gegeven, en laten ze door hun voorbeeld hun kinderen leren om barmhartig te zijn tegenover de stomme dieren, die God geschapen heeft en onder onze heerschappij heeft gesteld.GG 93.2

    Larger font
    Smaller font
    Copy
    Print
    Contents