Loading...
Larger font
Smaller font
Copy
Print
Contents

Uit De Schatkamer Der Getuigenissen, vol. 3

 - Contents
  • Results
  • Related
  • Featured
No results found for: "".
  • Weighted Relevancy
  • Content Sequence
  • Relevancy
  • Earliest First
  • Latest First
    Larger font
    Smaller font
    Copy
    Print
    Contents

    DE OORDELEN GODS OVER ONZE STEDEN

    Op 16 april 1916, toen ik in Loma Linda, Californië, was, ging er een zeer wonderbaarlijke voorstelling aan mijn oog voorbij. Tijdens een nachtgezicht stond ik op een hoogte, vanwaar ik zag hoe huizen geschud werden als riet in de wind. Gebouwen, grote en kleine, vielen tegen de grond. Holen van vermaak, schouwburgen, hotels en de huizen der rijken werden geschud en vielen in puin. Velen verloren hun leven en men hoorde de jammerklachten van de gewonde en angstige mensen.USG3 340.1

    De verdervende engelen Gods deden hun werk. Gebouwen zó stevig opgetrokken, dat men ze veilig achtte tegen elk gevaar, vielen bij een enkele aanraking in puin. In geen enkele stad kon een veilige schuilplaats gevonden worden. Ik voelde me niet in gevaar, maar de verschrikkingen die ik aanschouwde, kan ik onmogelijk onder woorden brengen. Het scheen dat aan de lank-moedigheid Gods een einde was gekomen en dat de dag des oordeels was aangebroken.USG3 340.2

    De engel die naast mij stond, vertelde mij, dat slechts weinigen enig begrip hebben van de boosheid in onze wereld van heden, en vooral van de boosheid in de grote steden. Hij verklaarde dat de Here een tijd heeft gesteld dat Hij Zijn gramschap zal uitstorten over de overtreders vanwege hun aanhoudende minachting voor Zijn wet.USG3 340.3

    Hoe verschrikkelijk ook het beeld was dat aan mij voorbijtrok, toch maakte de opdracht, mij in verband daarmede gegeven, op mijn geest een onuitwisbare indruk. De engel die naast mij stond, verklaarde dat Gods opperheerschappij en de heiligheid van Zijn wet geopenbaard moesten worden aan hen die halsstarrig weigerden de Koning der koningen gehoorzaamheid te bewijzen. Wie verkiezen ontrouw te blijven, moeten nog onder barmhartigheid met oordelen worden bezocht, opdat ze mogelijk nog tot een beset van hun zondige staat gebracht worden.USG3 340.4

    De gehele volgende dag liet ik mijn gedachten gaan over de tonelen die aan mij waren voorbijgegaan en de mij gegeven opdracht, In de namiddag reisden we naar Glendale, nabij Los Angeles; en de volgende nacht werd ik opnieuw bepaald bij de heiligheid en de bindende eisen van de Tien Geboden en de opperheerschappij Gods boven alle aardse vorsten.USG3 340.5

    Ik scheen in een vergadering te zijn, waar ik de mensen de eisen van Gods wet uiteen zette. Ik las de Schriftgedeelten aangaande de inzetting van de Sabbat in de Hof van Eden aan het einde van de scheppingsweek en hef geven van de wet op de Sinaï, en verklaarde toen dat. de Sabbat moet worden waargenomen “tot een eeuwig verbond”, als een teken tussen God en Zijn volk in alle eeuwigheid, opdat ze kunnen weten dat ze door de Here, hun Schepper, geheiligd zijn.USG3 341.1

    Toen bleef ik verder nog stilstaan bij de opperheerschappij van God boven alle aardse vorsten. Zijn wet moet de maatstaf zijn van alles wat gedaan wordt. Hef is de mensen verboden hun zintuigen te bederven door onmatigheid, of hun geest open te stellen voor satanische invloeden, want dat maakt het onmogelijk de wet van God te houden. Hoewel de Goddelijke Heerser ten aanzien van eigenzinnigheid erg lankmoedig is, laaf Hij Zich niet bedriegen en zal Hij niet altijd zwijgen. Zijn opperheerschappij, Zijn gezag als Heerser over het heelal, moet uiteindelijk erkend worden, terwijl de rechtvaardige eisen van Zijn wet gehandhaafd moeten worden.USG3 341.2

    Nog veel meer heb ik de mensen verteld van de lankmoedigheid Gods en van de noodzakelijkheid om overtreders tof het besef te brengen van hun in Zijn oog gevaarlijke positie, zoals de engel mij had opgedragen.USG3 341.3

    Op 18 april, twee dagen na het visioen van de in puin vallende gebouwen, ging ik een dienst waarnemen in de kerk in de Carr Street, Los Angeles. Toen we de kerk naderden, hoorden we de krantenjongens roepen: “San Francisco door een aardbeving verwoest!” Met een bezwaard hart las ik het eerste haastig gedrukte nieuws van de vreselijke ramp.USG3 341.4

    Twee weken later, op onze terugreis naar huis, gingen we door San Francisco; we huurden een rijtuig en besteedden anderhalf uur om de verwoesting in de grote stad te zien. Gebouwen die men gevrijwaard achtte tegen elke ramp, lagen in puin. Soms waren gebouwen helemaal in de grond weggezonken. De stad bood een vreselijk beeld van de ontoereikendheid van het menselijke vernuft om gebouwen bestand te doen zijn tegen brand en aardbeving.USG3 341.5

    Door Zijn profeet Zefanja vermeldt de Here in bijzonderheden de oordelen die Hij over de boosdoeners zal brengen:USG3 342.1

    “Ik zal geheel en al alles wegrapen uit dit land, spreekt de Here. Ik zal wegrapen mensen en beesten, ik zal wegrapen de vogelen des hemels en de vissen der zee en de ergernissen met de goddelozen; ja Ik zal de mensen uit dit land uitroeien, spreekt de Here.”USG3 342.2

    “En hef zal geschieden in de dag van het slachtoffer des Heren, dat Ik bezoeking zal doen over de vorsten en over de kinderen des konings en over allen die zich kleden met vreemde kleding. Ook zal Ik te dien dage bezoeking doen over al wie over de dorpel springt, die hef huis hunner heren vullen met geweld en bedrog....USG3 342.3

    “En het zal geschieden te dien tijde, Ik zal Jeruzalem met lantaarnen doorzoeken, en Ik zal bezoeking doen over de mannen die stijf geworden zijn op hun droesem, die in hun hart zeggen: De Here doet geen goed en Hij doet geen kwaad. Daarom zal hun vermogen ten roof worden, en hun huizen tot verwoesting; zij bouwen wel huizen, maar zij zullen ze niet bewonen; en zij planten wijngaarden, maar zij zullen hun wijn niet drinken.USG3 342.4

    “De grote dag des Heren is nabij, hij is nabij en zeer haastig naderend; de stem van de dag des Heren; de held zal aldaar bitter schreeuwen. Die dag zal een dag der verbolgenheid zijn, een dag der benauwdheid en van angst, een dag der woestheid en verwoesting, een dag der duisternis en der donkerheid, een dag der wolk en der dikke donkerheid, een dag der bazuin en van ge- klank tegen de vaste steden en tegen de hoge hoek- torens. En Ik zal de mensen bang maken, zodat zij zullen gaan als de blinden; want zij hebben tegen de Here ge zondigd; en hun bloed zal vergoten worden als stof, en hun vlees zal worden als drek. Noch hun zilver, noch hun goud zal ze kunnen redden ten dage der verbolgenheid des Heren, maar door het vuur van Zijn naijver zal dit ganse land verteerd worden; want Hij zal een voleinding maken, gewis een haastige, met al de inwoners van dit land.” Zefanja 1 : 2, 3, 8—18.USG3 342.5

    Larger font
    Smaller font
    Copy
    Print
    Contents