Loading...
Larger font
Smaller font
Copy
Print
Contents

Ereste Geschriften

 - Contents
  • Results
  • Related
  • Featured
No results found for: "".
  • Weighted Relevancy
  • Content Sequence
  • Relevancy
  • Earliest First
  • Latest First
    Larger font
    Smaller font
    Copy
    Print
    Contents

    HOOFDSTUK 26: GETROUWHEID IN HET AFLEGGEN VAN GETUIGENIS BIJ DE VERGADERING

    De Heer heeft mij getoond dat er grote helangstelling moot getoond worden door Sabbathouders in het onderhouden van hun vergaderingen, en het belangwekkend maken ervan. Er bestaat grote behoefte aan het tonen van meer helangstelling en geestdrift in dit opzicht. Allen behoren iets te zeggen te hebben voor de Heer, en op die wijze zullen zij gezegend worden. Er wordt een gedenkboek geschreven voor degenen, die de onderlinge bijeenkomsten niet nalaten, maar van wie een ieder tot zijn naaste spreekt. Het overblijfsel moet overwinnen door het bloed des Lams, en het woord van hun getuigenis. Sommigen denken alleen door het bloed des Lams te overwinnen, zonder zelven enige biezondere poging te doen. Ik zag dat God ons genade bewezen heeft door ons in staat te stellen te spreken. Hij heeft ons een tong gegeven, en wij zijn Hem rekenschap verschuldigd voor het gebruik dat wij van hem maken. Wij moeten God verheerliken met onze mond door te spreken tot verheerliking van de waarheid, en van Zijn onbegrensde goedertierenheid, en overwinnen door middel van het woord van onze getuigenis door het bloed des Lams.EG 131.1

    Wij moeten niet samenkomen om te zwijgen; de Heer gedenkt alleen aan degenen, die samenkomen om te spreken van Zijn eer en heerlikheid, en melding te maken van Zijn macht; op dezulken zal de zegen Gods rusten, en zij zullen verkwikt worden. Indien alien handelden, zoals zij behoren te handelen, zou er geen kostbare tijd verloren gaan, zouden er geen berispingen nodig zijn over het houden van lange gebeden en vermaningen; al de tijd zou ingenomen worden door kort, gepast getuigenis afleggen en bidden. Vraagt, gelooft, ontvangt. God wordt te veel bespot, er wordt te veel gebeden, wat niet bidden is, en dat de engelen vermoeit en God niet behaagt, te veel opzenden van ijdele, niets betekenende verzoeken. In de eerste plaats moeten wij ons behoeftig gevoelen, en dan God vragen om juist die dingen, die wij nodig hebben, gelovende, dat Hij ze ons geven zal, terwijl wij nog vragen; en dan zal ons geloof toenemen, en alien zullen gesticht worden, de zwakken zullen sterker worden, en de moedelozen en wankelmoedigen er toe gebracht om omhoog te zien en te geloven, dat God een Beloner is dergenen, die Hem zoeken.EG 131.2

    Sommigen spreken niet in de vergadering, omdat zij niets nieuws te zeggen hebben, en immer weer hetzelfde moeten zeggen, wanneer zij spreken. Ik zag, dat trots hier de reden van is, dat God en de engelen de getuigenissen van de heiligen aanhoorden, en een welbehagen hadden en verheerlikt werden door het wekeliks herhalen ervan. De Heer ziet gaarne eenvoud en nederigheid, maar het behaagt Hem niet en de engelen worden gegriefd, wanneer belijdende erfgenamen Gods, en medeerfgenamen met Jezus, kostbare tijd verloren laten gaan in hun vergaderingen.EG 132.1

    Indien de broeders en zusters de plaats innamen, die zij moeten innemen, het zou hun niet moeilik vallen om iets te vinden dat zij konden zeggen ter ere van Jezus, die aan Golgotha“s kruis gehangen heeft voor hun zonden. Indien zij meer een klaar besef wilden voeden van de nederbuigende goedheid van God, in het geven van Zijn enig geliefde Zoon, om de dood te ondergaan als een offerande voor onze zonden en overtredingen, en van het lijden en de zielsangst van Jezus om redding te verzekeren aan de schuldige mens, opdat hij vergiffenis mocht ontvangen en leven, dan zouden zij meer bereid zijn om Jezus te verhogen en groot te maken. Zij zouden niet kunnen zwijgen, maar met dankbaarheid en erkentelikheid spreken van Zijn heerlikheid en melding maken van Zijn macht. En de zegen Gods zou op hen rusten omdat zij dit deden. Zelfs als dezelfde woorden herhaald werden, dan zou God toch worden verheerlikt. De engel toonde mij degenen, die geen rust hebben dag en nacht, zeggende: Heilig, heilig, heilig is de Here God, de Almachtige.” “Gedurige herhaling,” zei de engel, “en toch wordt God er door verheerlikt.” Ofschoon wij hetzelfde keer op keer zeggen, eert het God, en toont het, dat wij Zijn goedheid en barmhartigheid, aan ons bewezen, niet hebben vergeten.EG 132.2

    Ik zag dat de naamkerken gevallen zijn; dat koudheid en dood in hun midden heerst. Indien zij het woord van God wilden volgen, zou het hen vernederen, Maar zij stellen zich boven het werk des Heren. Het is te vernederend voor hen om hetzelfde eenvoudige verhaal van Gods goedheid te herhalen, wanneer zij samenkomen; en zij studeren erop om iets nieuws, iets groots te hebben, en hun woorden aangenaam voor het gehoor en welbehaaglik voor de mens te maken, en Gods Geest verlaat hen. Wanneer wij het eenvoudige pad volgen dat de Bijbel aangeeft, zo zullen wij de bewegingen van de Geest Gods ontvangen. Allen zullen in zoete eensgezindheid, verkeren, indien wij de eenvoudige aanwijzingen van de waarheid volgen, ons volkomen op God verlatende, en dan zal er geen gevaar bestaan dat wij onder de invloed komen van boze engelen. Het is wanneer zielen zich boven de Geest van God stellen, en in hun eigen kracht handelen, dat de engelen ophouden over hen te waken, en zij aan zichzelf overgelaten worden om door Satan met vuisten geslagen te worden.EG 133.1

    In Gods woord worden plichten neergelegd, het nakomen waarvan Gods volk nederig en afgezonderd van de wereld houden zal, en bewaren zal voor afvallen, gelijk de naamkerken gedaan hebben. De voetwassing, en het deelnemen aan het avondmaal des Heren, moest meer gedaan worden. Jezus heeft het voorbeeld gesteld, en ons gezegd om te doen, gelijk Hij gedaan heeft. Ik zag, dat Zijn voorbeeld zo trouw mogelik gevolgd moet worden; en toch hebben de broeders en zusters niet altijd zo voorzichtig gehandeld als zij behoren te doen bij de voetwassing, en is er verwarring door ontstaan. Het moet op nieuwe plaatsen met voorzichtigheid en wijsheid worden ingevoerd, voornamelik waar de mensen niet ingelicht zijn aangaande het voorbeeld en de leer van onze Heer bstreffende dit punt, en waar zij er bevooroordeeld tegen zijn. Yele eerlike zielen hebben groot vooroordeel tegen deze eenvoudige plicht, door de invloed van vroegere leraars, in wie zij vertrouwen stelden; en het onderwerp moet op de rechte tijd en op gepaste wijze aan hen worden voorgelegd.EG 134.1

    Er wordt in het Woord geen voorbeeld gegeven van broeders, die de voeten van zusters wassen; maar er is een voorbeeld van zusters die de voeten van broeders wassen. Maria waste de voeten van Jezus met haar tranen, en droogde ze af met het haar van haar hoofd. Zie ook 1 Tim. 5: 10. Ik zag dat de Heer zusters bewogen had om de voeten van broeders te wassen, en dat dat volgens de orde van het evangelie was. Iedereen moet met verstand handelen, en de voetwassing geen vervelende ceremonie maken.EG 134.2

    De heilige groet, die in het evangelie van Jezus Christus, door de apostel Paulus geschreven, genoemd wordt, moet immer in zijn waar karakter baschouwd worden. Het is een heilige kus. Hij moet baschouwd worden als een teken van gemeenschap onder christenvrienden, wanneer zij van elkander scheiden, en wanneer zij elkander weer ontmoeten na een afwezigheid van weken of maanden. In 1 Thess. 5: 26 zegt Paulus: “Groet al de broeders met een heilige kus.” In hetzelfde hoofdstuk zegt hij: “Onthoudt u van alle schijn des kwaads.” Er kan geen schijn van kwaad zijn, wanneer de heilige kus gegeven wordt op de rechte tijd en plaats.EG 135.1

    Ik zag, dat de sterke hand van de vijand gericht is tegen het werk Gods, en de hulp en de kracht van een iegelik, die de zaak der waarheid liefheeft, moet aangeworven worden; grote belangstelling moet door hen getoond worden door de handen van degenen, die de waarheid voorstaan, te steunen, opdat zij door voortdurend waken de vijand kunnen buitensluiten. Allen behoren als een man te staan, verbonden in het werk. De gehele geestdrift van de ziel moet wakker zijn; want wat er te doen valt, moet haastig geschieden.EG 135.2

    Toen zag ik de derde engel. Mijn begeleidende engel sprak: Zijn werk is vreselik. Zijn zending is schrikwekkend. Hij is de engel, die de tarwe van het onkruid moet scheiden, en de tarwe voor de hemelse schuur moet verzegelen of binden. Deze dingen moeten al de gedachten, de gehele aandacht bezighouden.EG 135.3

    *****

    Larger font
    Smaller font
    Copy
    Print
    Contents