Loading...
Larger font
Smaller font
Copy
Print
Contents

Uit De Schatkamer Der Getuigenissen, vol. 1

 - Contents
  • Results
  • Related
  • Featured
No results found for: "".
  • Weighted Relevancy
  • Content Sequence
  • Relevancy
  • Earliest First
  • Latest First
    Larger font
    Smaller font
    Copy
    Print
    Contents

    TOT IN DE DIEPSTE DUISTERNIS

    De stervende Zoon Gods’ wordt zelfs door twijfel belaagd. Hij kon niet door de poorten van het graf heen zien. Een bezielde verwachting wekte in Hem niet het beeld van Zijn verrijzenis als Overwinnaar uit het graf en van Zijns Vaders welbehagen in Zijn offer. De zonde der wereld met al haar verschrikkingen onderging de Zone Gods in haar volste mismaaktheid. De afschuw van de Vader voor de zonde, en haar straf, welke is de dood, was hef enige dat Hij Zich realiseerde te midden van die ontstellende duisternis. Hij werd verzocht door de vrees, dat zonde zo afgrijselijk was in de ogen Zijns Vaders, dat Deze Zich met Zijn Zoon niet kon verzoenen. De kwellende verzoeking, dat Zijn eigen Vader Zich voor goed van Hem gescheiden had, deed van hef kruis de snerpende angstkreet weerklinken: “Mijn God, Mijn God, waarom hebt Gij Mij verlafen?” Mattheüs 27 : 46.USG1 234.1

    Christus onderging bijna datgene wat zondaars zullen voelen wanneer de fiolen van Gods toorn over hen zullen worden uitgestort. Een doffe wanhoop, gelijk de sluier van de dood, zal van hun schuldige zielen bezit nemen, en dan zullen ze zich het zondige van de zonde ten volle realiseren. De zaligheid is voor hen gekocht door het lijden en de dood van Gods Zoon. Deze kan hun ten deel vallen, mits zij die gewillig en vol blijdschap aanvaarden; maar niemand wordt gedwongen ge-hoorzaamheid aan Gods wet te bewijzen. Wanneer ze de hemelse weldaad afwijzen en de genoegens en het misleidende der zonde verkiezen, dan hebben ze hun keuze gedaan en zullen uiteindelijk hun loon ontvangen, namelijk de toorn Gods en de eeuwige dood. Zij zullen voor eeuwig gescheiden zijn van de tegenwoordigheid van Jezus, Wiens offer zij hebben versmaad. Zij zullen een leven vol geluk en van een geheiligde, eeuwige heerlijkheid verloren hebben, omdat ze liever voor een korte tijd de genoegens der zonde wilden smaken.USG1 234.2

    Geloof en hoop verschrompelden in die laatste doodsstrijd van Christus, omdat God de zekerheid had weggenomen, welke Hij ten aanzien van Zijn welbehagen en waardering Zijn geliefde Zoon had foegekend. De Verlosser der wereld verlaat Zich dan enkel op de bewijzen, die Hem tot nu toe gesterkt hebben, dat Zijn Vader Zijn arbeid waardeerde en in Zijn werk een welbehagen had. In Zijn folterende doodsstrijd, wanneer Hij Zijn dierbaar leven aflegt, kan Hij enkel in het geloof vertrouwen op Hem, Wie te gehoorzamen altijd Zijn vreugde is geweest. Hij wordt noch ter linker, noch ter rechterzijde bemoedigd door heldere, klare lichtstralen der hoop. Alles is gehuld in een drukkende somberheid. Te midden van een afschuwelijke duisternis, die door de medelevende natuur wordt aangevoeld, drinkt de Verlosser de geheimzinnige beker tot de bodem toe. Verstoken van een bezielende hoop en vertrouwen in de triomf, die Hem in de toekomst ten deel zal vallen, roept Hij met een luide stem: “Vader, in Uw handen beveel Ik Mijn geast.” Lukas 23 : 46. Hij is bekend met het karakter van Zijn Vader, met Zijn rechtvaardigheid, Zijn ge-nade en Zijn grote liefde en zo stelt Hij Zich in Zijn handen. Te midden van de stuiptrekkingen der natuur horen de verbaasde toeschouwers de laatste woorden van de Man van Golgotha.USG1 235.1

    De natuur leefde mee met het lijden van haar Schepper. De bevende aarde, de scheurende rotsen verkondigden dat het Gods Zoon was, Die stierf. Er had een geweldige aardbeving plaats. Het voorhangsel van de tempel scheurde in tweeën. Zij, die het vonnis voltrokken hadden, en de toeschouwers werden met schrik bevangen toen ze zagen dat de zon door duisternis werd overvleugeld, en voelden hoe de aarde onder hun voeten waggelde en zij het scheuren der rotsen hoorden, en zagen. Het gespot en gehoon van de overpriesters en ouderlingen verstomde toen Christus Zijn geest beval in de handen van Zijn Vader. De verbaasde scharen trokken zich terug en angstig zochten de mensen de terugweg naar de stad. Zij sloegen zich al gaande op de borst en fluisterden nauwelijks hoorbaar onder elkander: “Het is een onschuldige die terechtgesteld is. Wat zal ons gebeuren, indien Hij waarlijk, zoals Hij beweerde, Gods Zoon is?”USG1 236.1

    Larger font
    Smaller font
    Copy
    Print
    Contents