EEN KORTE BIOGRAPHISCHE SCHETS
Ellen G. Harmon en haar tweelingzuster werden op 26 November 1827 in Gorham, nabij Portland, Maine, in het noorden van Nieuw-Engeland geboren. Toen ze negen jaar was, werd Ellen het slachtoffer van een ongeval, omdat een gedachteloos schoolkameraadje haar ernstig met een steen verwondde. De zware wonde in het gezicht kostte haar bijna het leven en heeft haar altijd erg verzwakt. Al spoedig bleek dat ze physiek niet meer in staat was de school te blijven bezoeken.USG1 10.1
Op elf-jarige leeftijd, toen ze met haar ouders, Robert en Eunice Harmon een kampvergadering der Methodisten bezocht gaf Ellen haar hart aan de Here. Spoedig daarop werd zij door onderdompeling in de zee gedoopt en opgenomen als lid van de Methodisten-kerk. Met andere familieleden bezocht ze de Adventisten-vergaderingen in Portland, die in 1840 begonnen. Zij nam de inzichten aangaande de nabijheid van Christus’ weder-komst, naar voren gebracht door William Miller en zijn medewerkers, geheel aan, en zag vol vertrouwen uit naar de spoedige wederkomst van de Heiland.USG1 10.2
De scherpte van de grote teleurstelling van 22 October 1844, werd er door de jeugd van Ellen niet minder op.USG1 10.3
In die komende dagen na de verbijstering, zocht zij, met anderen, God ernstig om licht en leiding. Op .een morgen in December 1844, toen ze met vier vrouwen in gebed was, rustte de kracht Gods op haar. Eerst had ze alle gevoel voor aardse dingen verloren; toen zag ze in een geopenbaard visioen de reis van het Adventvolk naar de stad Gods. Haar werd ook de beloning van de getrouwen getoond. Onder sidderen en beven maakte het zeventienjarig meisje dit visioen en de nog volgende aan haar medegelovigen in Portland bekend. Toen de gelegenheid zich voordeed, vertelde zij ze aan de Adventisten-groepen in Maine en nabijgelegen staten.USG1 10.4
In Augustus 1846 trad Ellen Harmon in het huwelijk met James White, een jonge Adventisten-prediker. Gedurende de volgende vijf en dertig jaren was het leven van Mevr. White nauw verbonden met dat van haar man in een krachtig evangelisatie-werk tot aan zijn dood op 6 Augustus 1881. Zij reisden aanhoudend door de Verenigde Staten, predikten en schreven, plantten en bouwden, organiseerden en beheerden. De toets des tijds heeft bewezen hoe breed en vast de fundamenten waren, die zij legden en hoe goed en hoe verstandig zij bouwden. Onder de Sabbatvierende Adventisten legden ze in 1849 en 1850 de grondslagen van het uitgeverswerk en in het laatst van de vijftiger jaren stelden ze in de kerkorganisatie een gezond kerkelijk financieel systeem in. Dan volgde er een hoogtepunt door de organisatie van de Generale Conferentie der Zevende-Dags Ad-ventisten in 1863. Het midden der zestiger jaren kenmerkte zich door het begin van ons medisch werk, terwijl het grote opvoedingswerk van het Kerkgenootschap zijn aanvang vond in het begin der zeventiger jaren. Het plan om jaarlijks kampvergaderingen te houden ontstond in 1868 en in 1874 zonden de Zevende-Dags Adventisten vanuit de Verenigde Staten hun eerste zendeling in hef wereldveld.USG1 11.1
Leiding gevend in al deze vooruitgang alsook in de volledige ontwikkeling en werking van de andere takken, waren de boodschappen van raadgeving, instructie en bemoediging, die tot de Gemeente kwamen van de lippen en van de altijd bezige pen van Ellen G. White. In de beginne bereikten de mededelingen aan de Gemeente de leden door persoonlijke brieven, of door artikelen in de Present Truth (De Tegenwoordige Waarheid). In 1851 schreef Mevr. White haar eerste boek, een werkje van vier en zestig bladzijden, getiteld: A Sketch of the Christian Experience and Views of Ellen G. White. (Ervaringen en Gezichten van E. G. White). Vanaf 1855 werd een serie genummerde pamfletten uitgegeven, waarvan een elk de titel droeg: Testimony for the Church (Getuigenis voor de Gemeente). Zo kwamen boodschappen voor onderricht en verbetering onder het bereik, die God van tijd tot tijd zond om Zijn volk te zegenen, te berispen en te leiden. Om aan de aanhoudende vraag naar deze instructies te voldoen, werden deze in 1855 opnieuw uitgegeven in vier gebonden boeken, en deze vormen met andere delen die nog verschenen van 1889 tot 1909, de complete uitgave van negen delen van de Testimonies for the Church. (Getuigenissen voor de Gemeente).USG1 11.2
Hoewel veel van hun tijd besteed werd aan reizen en openbare arbeid, hadden James en Ellen G. White hun domicilie in de Oostelijke Staten tot 1855. De volgende zeventien jaren woonden ze in de staat Michigan. Van 1872 tot aan de dood van James White in 1881, ver-bleven ze in Californië.USG1 12.1
Hoewel nooit zo sterk van gestel, genoot Mevr. White op middelbare leeftijd toch een goede gezondheid.USG1 12.2
Vier kinderen werden in het gezin geboren. De oudste jongen, Henry, bereikte slechts de zestienjarige leeftijd, de jongste zoon, Herbert, stierf op de leeftijd van drie maanden. De twee middelste jongens, Edson en William, groeiden op, en beiden waren ze actief in het werk van het Kerkgenootschap der Zevende-Dags Adventisten.USG1 12.3
In antwoord op een verzoek van de Generale Conferentie, ging Mevr. White in de zomer van 1885 naar Europa. Daar bleef ze twee jaren om het pas begonnen werk op dat continent in vaste banen te leiden. Zich vestigend te Bazel, Zwitserland, reisde zij aanhoudend door Zuid-, Middenen Noord-Europa, waar zij de grote vergaderingen van de Gemeente bezocht, alsmede ook de kerkdiensten van de gelovigen.USG1 12.4
Daarna werden vier jaren doorgebracht in de Verenigde Staten. In 1891, opnieuw ingaande op het verzoek van de Generale Conferentie, ging zij scheep naar Australië. Daar bleef ze negen jaren en hielp in die pionierstijd mee aan de ontwikkeling van het volk in dat grote Australische veld, vooral op het gebied van on derwijs en geneeskunde. In 1900 keerde Mevr. White naar de Verenigde Staten terug, en schiep zich nu een tehuis aan de Westkust, te St. Helena, Californië, waar ze tot haar dood in 1915 bleef.USG1 12.5
Gedurende al haar dienstjaren, werd de invloed van Mevr. White gevoeld in al de gelederen van de Zevende-Dags Adventisten. Zij bezocht kerkdiensten, nam deel aan de vergaderingen van de Generale Conferentie en bezocht zo mogelijk ook de kampvergaderingen. Vaak bracht dit werk gedurende een geheel seizoen haar van de ene kampvergadering naar de andere, waar zij zowel voor de gemeente als op grote openbare vergaderingen sprak.USG1 13.1
Gedurende tientallen van jaren verschenen geregeld artikelen van haar pen in de periodieken van het Kerkgenootschap. Deze wekelijkse, geïnspireerde boodschappen oefenden een rustige, maar zeer opbouwende invloed uit. Van tijd tot tijd verschenen haar boeken om gretig gelezen en herlezen te worden. De taak om de instructies en inlichtingen, haar door gezichten geopen-baard, de Gemeente en de wereld voor te houden, nam haar gehele leven in beslag. Haar gehele leven heeft zij met tussenpozen die visioenen gehad.USG1 13.2
Reeds heel vroeg in 1858 kwam het omvangrijke basis-visioen van The Great Controversy (De Grote Strijd). Binnen zes maanden na de openbaring was de stof gereed om uitgegeven te worden in de vorm van een boekje Spiritual Gifts (Geestelijke Gaven) Vol. I, “The Great Controversy between Christ and His angels and Satan and His angels”. (De Grote Strijd tussen Christus en Zijn engelen en Satan en zijn engelen) (Early Writings, dl. 3). In vele opeenvolgende gezichten werd het verhaal van de grote strijd nog in meerdere bijzonderheden blootgelegd, en Mevr. White schreef het opnieuw, eerst in de jaren zeventig en tachtig, in de vier delen van de Spirit of Prophecy (Geest der Profetie) en later in de delen van de “Conflict der Eeuwen”serie — Patriarchs and Prophets, Prophets and Kings, The Desire of Ages, Acts of the Apostles, en The Great Controversy. (Patriarchen en Profeten, Profeten en Koningen, De Wens der Eeuwen, Handelingen der Apostelen en De Grote Strijd). Andere werken van de hand van Mevr. White, die een brede, opbouwende invloed hebben uitgeoefend, zijn The Ministry of Healing (Gezin en Gezondheid), Christ’s Object Lessons (De Gelijkenissen van Christus), Education (Opvoeding), Thoughts from the Mount of Blessing (Gedachten uit de Bergrede) en nog enkele boeken op het gebied van raadgeving, zoals Gospel Workers (Evangelie arbeiders) Colporteur Evangelist (De Colporteur-Evangelist), Counsels to Parents, Teachers and Students (Raadgevingen aan Ouders, Leraars en Leerlingen) enz. Hef welbekende boekje Schreden naar Christus, in zestig falen verschenen, is door millioenen gelezen.USG1 13.3
In 1909 bezocht Mevr. White op een en tachtigjarige leeftijd de vergadering van de Generale Conferentie, die gehouden werd in Washington, D.C. Dit was haar laatste reis dwars door de Staten. De nog volgende vijf jaren werden besteed aan het schrijven van artikelen voor de periodieken van het Kerkgenootschap en aan het publiceren van haar boeken.USG1 14.1
Bijna aan het einde van haar leven, zeide ze: “Of mijn leven nu wel of niet gespaard zal worden, zo zullen mijn geschriften toch voortdurend spreken, en hun werk zal voortgaan, zolang als de tijd nog duurt.” — Writing and Sending out of the Testimonies for the Church, blz. 12, 13.USG1 14.2
Hoewel Mevr. White in haar literaire arbeid actief bleef tot begin 1915, is zij de laatste drie jaren van haar leven toch niet zo zwaar belast geweest door de scheppende kracht van haar pen, die gedurende de lange jaren van haar leven haar werk zo zeer heeft gekenmerkt. Met onversaagde moed en in het volle vertrouwen op haar Verlosser, is zij ontslapen in haar eigen huis, op 16 Juli 1915, en is begraven naast haar man en kinderen op de Oak Hill bepraafplaats in Battle Creek, Michigan.USG1 14.3
Zevende-Dags Adventisten hebben het dienstwerk van Mevr. White, als de “boodschapster des Heren”, altijd ge zien, en zien dat vandaag de dag nog als de vervulling van de profetie van Openbaring 12 : 17 en 19 : 10, dat de laatste gemeente, die “de geboden Gods bewaart”, moet hebben “de getuigenis van Jezus” — “de geest der profetie”. Zij zien in haar werk de gave der profetie, waarvan Paulus spreekt in Efeze 4:9-13, met andere gaven geplaatst in de Gemeente “tot de volmaking der heiligen”, en “tot opbouwing des lichaams van Christus; totdat wij allen zullen komen tot de enigheid des geloofs”.USG1 14.4
De openbaringen, gedurende haar lange leven door haar gegeven, waren in harmonie met Gods geordineerde middelen, kenbaar gemaakt aan Israël: “Zo er een profeet onder u is, Ik, de Here, zal door een gezicht Mij aan hem bekend maken, door een droom zal Ik met hem spreken.” Numeri 12:6. Wat; karakter betreft had haar werk veel overeenkomst met dat van de leider van het Israël van ouds, waarvan vermeld staat in Hosea 12:14: “Maar de Here voerde Israël op uit Egypte door een profeet, en door een profeet werd hij gehoed.”USG1 15.1
Mevr. White stond onder haar naasten en vrienden bekend als een ernstige, godvruchtige, Christelijke vrouw. Voor een waardering van haar leven en werken, zoals dat gezien werd door degenen om haar heen, richten wij ons tot de American Biographical History, waarin de redactie in 1878 zegt:USG1 15.2
“Mevr. White is een vrouw van een buitengewoon geestelijke evenwichtigheid. Welwillendheid, geestelijke aanleg, nauwgezetheid en idealisme zijn de overheersende kenmerken. Haar persoonlijke eigenschappen zijn van die aard, dat zij van allen, die met haar in contact komen, de warmste vriendschap verkrijgt, terwijl ze ieder het grootste vertrouwen in haar oprechtheid inboezemt. . . Niettegenstaande haar lange jaren van openbare arbeid, heeft ze altijd die eerlijkheid en eenvoud behouden, welke reeds de aanvang van haar leven kenmerkten.USG1 15.3
“Als spreekster is Mevr. White een van de succesvolste onder de weinige vrouwen, die gedurende de laatste twintig jaren in dit land, door het houden van openbare lezingen bekendheid hebben verworven. Voortdurend gebruik heeft haar stembanden zo ontwikkeld, dat van haar stem een ongekende diepte en kracht uitgaat. Haar duidelijkheid en articulatie-vermogen zijn zo groot, dat, sprekende in de open lucht, men haar vaak op een afstand van een mijl nog duidelijk kan verstaan. Haar woorden, hoewel eenvoudig, zijn altijd krachtig en prachtig gekozen. Wanneer zij bezield wordt door haar on-derwerp, bereikt ze soms een wonderlijke welsprekendheid, zodat ze de qrootste vergadering uren lang in de greep van haar betoog houdt, zonder een teken van ongeduld of vermoeidheid.USG1 15.4
“De behandelde stof van haar lezingen is altijd yan practische aard, hoofdzakelijk gaande over plichten in de huiselijke kring, de godsdienstige opvoeding der kinderen, geheelonthouding en dergelijke onderwerpen, Op opwekkingsvergaderingen is zij altijd de spreekster, die het meeste bereikt. Zij heeft meermalen gesproken op bijzonder grote bijeenkomsten, in de grote steden, over haar geliefkoosde onderwerpen, en dan was ze altijd verzekerd van de meest welwillende ontvangst. Op een zekere keer in Massachusetts, hebben twintig duizend mensen met de grootste aandacht meer dan een uur naar haar geluisterd.USG1 16.1
“Mevr. White is de schrijfster van talrijke boeken, die wijd en zijd verspreid zijn geworden. Haar geschriften worden gekarakteriseerd door dezelfde eenvoud en practische aard, die ook duidelijk zichtbaar waren in haar lezingen. Zij komen binnen de huiselijke kring van een gezin op een wijze, dat ze de aandacht zullen boeien van de onbevooroordeelde lezer en een goede invloed zullen uitoefenen op de ernstige plichten van het practische leven.” — American Biographical History of Eminent and Self-Made Men of the State of Michigan (Third Congressional District), blz. 108.USG1 16.2
Door haar medewerkers, de Gemeente en de leden van haar gezin, werd Mevr. White erkend en geëerd als een toegewijde moeder, en als een vlijtige, welwillende, onvermoeide godsdienstige arbeidster. Nooit hield zij officieel zitting in kerkelijke aangelegenheden. Nooit vroeg ze anderen om bij haar te komen, en nooit heeft ze haar gave gebruikt om zelve populair of financieel krachtig te worden. Haar leven en alles wat ze bezat werd gewijd aan het werk Gods.USG1 16.3
Bij haar dood sloot de redacteur van een populair weekblad zijn commentaar op haar vruchtbaar leven met deze woorden: “Zij was absoluut eerlijk in haar geloof in haar openbaringen. Haar leven droeg daarvan het stempel. Zij toonde geen geestelijke hovaardij en ze zocht geen vuil winstbejag. Zij leefde het leven en deed het werk van een waardige profetes” — The Independent, 23 Augustus 1915.USG1 17.1
Voor een meer in bijzonderheden tredend verslag van Mevr. White’s leven en werken, wordt de lezer verwezen naar The Christian Experience and Teachings of Ellen G. White. USG1 17.2
The Trustees of The
Ellen G. White Publications