NIEUWE BEKEERLINGEN MOETEN BEMOEDIGD WORDEN
Nogmaals, nadat personen tot de waarheid zijn bekeerd, moet er de nodige aandacht aan hen besteed worden. De ijver van sommige predikers schijnt in te schrompelen, zodra ze enig succes op hun werk hebben gekregen. Ze beseffen niet dat deze pas bekeerden nog verzorging nodig hebben — waakzame aandacht, hulp en bemoediging. Dezen moeten niet alleen gelaten worden ten prooi aan Satans machtige verleidingen; ze moeten bekeerd worden ten aanzien van hun plichten; men moet vriendelijk met hen om gaan, hen leiden, hen bezoeken, en met hen bidden. Deze mensen hebben het voedsel nodig, dat elk mens toegekend wordt ter rechter tijd.USG1 470.1
Geen wonder dat sommigen ontmoedigd worden, achter blijven op de weg om door de wolven verscheurd te worden. Satan is allen op het spoor. Hij zendt zijn handlangers uit om de zielen die hij verloren heeft, in zijn rijen terug te brengen. Er moeten meer vaders en moeders zijn om die kinderen in de waarheid aan hun hart te drukken, hen te bemoedigen en voor hen te bidden, opdat hun geloof niet verward wordt.USG1 470.2
Prediken is maar een klein deel van het werk dat gedaan moet worden voor de zaligheid van zielen. De Geest van God overtuigt zondaren van de waarheid, en Hij plaatst ze in de armen van de gemeente. De predikanten mogen kun deel doen, maar ze kunnen nooit het werk verrichten dat de gemeente moet doen. God verlangt van Zijn gemeente diegenen te verzorgen, die nog jong zijn in geloof en ervaring, hen op te zoeken, niet met de bedoeling om met hen te gaan babbelen, maar om te bidden, tot hen de woorden te spreken, die zijn “gouden appelen op zilveren schalen”.USG1 470.3
Wij allen moeten aard en wijze bestuderen, opdat we mogen weten hoe oordeelkundig met verschillende karakters om te gaan, en we ons uiterste best doen om hen te brengen tot een correct begrip van Gods Woord en tot een waar Christelijk leven. Wij moeten de Bijbel met hen lezen en hun gedachten van tijdelijke dingen afleiden om die te brengen op hun eeuwige belangen. Het is de plicht van Gods kinderen om zendelingen voor Hem te zijn, nader in kennis te komen met hen, die hulp nodig hebben. Wanneer iemand wankelt onder de verleiding, dan moet zijn geval nauwgezet en met wijsheid behandeld worden, want zijn eeuwige belangen staan op het spel, en de woorden en daden van hen, die zich met hem bemoeien, kunnen een reuk des levens ten leven, of des doods ten dode zijn.USG1 470.4
Soms doet zich een geval voor, dat onder gebed moet onderzocht worden. De persoon moet zijn waar karakter getoond worden; hij moet zijn geaardheid en temperament, met al zijn persoonlijke eigenaardigheden, begrijpen en zijn zwakheden inzien. Hij moet met overleg behandeld worden. Indien hij bereikt kan worden, indien zijn hart getroffen wordt door deze wijze, geduldige arbeid, kan hij met sterke koorden weder nauw met Christus verbonden worden en er toe gebracht worden om op God te vertrouwen. O, wanneer een dergelijk werk gedaan wordt, zien al de engelen des hemels toe en verheugen zich; want een kostbare ziel is bevrijd uit de strikken van Satan en van de dood gered! O, zal de intelligente arbeid voor de zaligheid der zielen niet beloond worden? Christus betaalde voor hen de prijs van Zijn eigen leven en zullen dan Zijn navolgers vragen: “Ben ik mijns broeders hoeder?” Zullen wij niet arbeiden in gemeenschap met de Meester? Zullen wij de waarde niet achten van zielen, voor wie onze Heiland stierf?USG1 471.1