Loading...
Larger font
Smaller font
Copy
Print
Contents

Uit De Schatkamer Der Getuigenissen, vol. 1

 - Contents
  • Results
  • Related
  • Featured
No results found for: "".
  • Weighted Relevancy
  • Content Sequence
  • Relevancy
  • Earliest First
  • Latest First
    Larger font
    Smaller font
    Copy
    Print
    Contents

    HOOFDSTUK 18—ALGEHELE TOEWIJDING

    Beste Broeder en Zuster K.USG1 81.3

    In mijn laatste gezicht werden mij enige dingen getoond, die uw gezin aangaan. De Here koestert gedachten vol genade over u, en zal u niet verlaten, tenzij gij Hem verlaat. L. en M. verkeren in een lauwe toestand. Zij moeten uit hun lethargie ontwaken en streven naar de zaligheid, of het eeuwige leven zal hun ontgaan. Zij moeten een persoonlijke verantwoordelijkheid gevoelen en een persoonlijk beleven meemaken. Zij hebben dringend behoefte aan een werk, dat in hun harten gedaan wordt door de Heilige Geest van God, dat hen er toe zal brengen om het gezelschap van Gods volk lief te hebben en te verkiezen boven enig ander, en gescheiden te zijn van hen, die voor geestelijke dingen geen hart hebben. Jezus vraagt een volkomen offer, een algehele toewijding.USG1 81.4

    L. en M., gij zijt u niet bewust geworden dat God uw onverdeelde liefde eist. Gij hebt een heilige belijdenis afgelegd, nochtans zijt ge gezonken tot het dode niveau van gewone belijders. Gij haakt naar de omgang met de jongeren, die niets voelen voor de heilige waarheden, welke gij belijdt. Waar ge mede omgaat, zijt ge gaan evenaren, en hebt u tevreden gesteld met een godsdienstige houding, die allen van u best kunnen aanvaarden, zonder u een veroordeling van deze of gene op de hals te halen.USG1 82.1

    Christus vraagt alles. Zou Hij minder eisen, zo ware Zijn offer te dierbaar, te groot om ons op zo ', n niveau te brengen. Ons heilig geloof roept met luide stem: Afscheiding. We moeten niet aan de wereld, of aan dode, harteloze belijders gelijkvormig worden. “Wordt veranderd door de vernieuwing uws gemoeds.” Romeinen 12:2. Dit is een weg der zelfverloochening. En wanneer gij vindt dat de weg te moeilijk is, dat er op dit smalle pad van teveel zelfverloochening sprake is; wanneer gij zegt: Hoe hard dit alles te moeten opgeven, stelt uzelve dan de vraag: Wat heeft Christus voor mij opgegeven? Deze vraag stelt alles wat wij zelfverloochening noemen, in de schaduw.USG1 82.2

    Aanschouwt Hem in de hof, grote bloeddruppels zwetend. Een enkele engel wordt van de hemel gezonden om de Zone Gods te bemoedigen. Volgt Hem op Zijn weg naar de gerechtszaal, terwijl Hij belachen, bespot en beledigd wordt door dat razende gepeupel. Aanschouwt Hem, omhangen met dat oude purperen koningskleed. Hoort de gruwelijke grappen en wrede spot. Ziet, hoe ze op dat edele voorhoofd de doornenkroon zetten en Hem dan met een riet gaan slaan, zodat de doornen in het vlees bij de slapen dringen, en het bloed Hem langs het heilige voorhoofd vloeit. Hoort die moordlustige bende schreeuwen om het bloed van Gods Zoon. Hij wordt in hun handen overgeleverd, en zij voeren de edele Lijder weg naar Zijn kruisiging, bleek, zwak, een bezwijming nabij. Hij wordt uitgestrekt op het houten kruis, en de nagelen worden door Zijn tere handen en voeten geslagen. Ziet Hem daar hangen aan het kruis gedurende die vreselijke uren van de doodsstrijd, tot de engelen hun gelaat bedekken voor dat afschuwelijke schouwspel, en de zon haar licht verbergt, weigerend dat te aanschouwen. Bedenkt deze dingen, en vraagt dan: Is de weg te nauw? Neen, neen.USG1 82.3

    Larger font
    Smaller font
    Copy
    Print
    Contents