Loading...
Larger font
Smaller font
Copy
Print
Contents

Uit De Schatkamer Der Getuigenissen, vol. 1

 - Contents
  • Results
  • Related
  • Featured
No results found for: "".
  • Weighted Relevancy
  • Content Sequence
  • Relevancy
  • Earliest First
  • Latest First
    Larger font
    Smaller font
    Copy
    Print
    Contents

    HOOFDSTUK 19—GROTE ELLENDE OPHANDEN

    Ik zag groter ellende in het land, dan we ooit hadden meegemaakt. Ik hoorde kreunen en schreeuwen tengevolge der smarten en zag grote legerscharen met elkander in gevecht gewikkeld. Ik hoorde het donderen der kanonnen, het wapengekletter, het gevecht van man tegen man en het kreunen en bidden der stervenden. De grond was bezaaid met doden en gewonden. Ik zag bedroefde en wanhopige gezinnen, en nijpend gebrek in tal van woningen. Zelfs nu hebben vele gezinnen met gebrek te kampen, maar dit zal toenemen. De gezichten van velen waren vermagerd, bleek en de honger stond erop te lezen.USG1 87.1

    Mij werd getoond, dat het volk Gods nauw aaneengesloten moest zijn in de banden van de Christelijke verbondenheid en liefde. God alleen kan ons schild en onze sterkte zijn in die tijd van onze nationale rampen. Het volk van God moet wakker worden. Hun kansen om de waarheid uit te breiden, moeten benut worden, want lang zullen ze niet duren. Ik zag ellende en verwarring en hongersnood in het land. Satan probeert nu Gods volk in een staat van werkeloosheid te houden, om te weerhouden dat ze hun deel bijdragen in de uitbreiding der waarheid, opdat ze ten slotte in de weegschaal gewogen en te licht bevonden zullen worden.USG1 87.2

    Gods volk moet gewaarschuwd zijn om toch de tekenen des tijds te onderscheiden. De tekenen van Christus’ wederkomst zijn te duidelijk om daar nog aan te twijfelen, en met het oog op deze dingen, moest een ieder, die de waarheid belijdt, een levend prediker zijn. God doet een beroep op allen, predikanten zowel als volk, om te ontwaken. De gehele hemel is in de weer. De tonelen der wereldgeschiedenis komen al tot een afsluiting. Wij verkeren temidden van de gevaren van het laatste der dagen. Groter gevaren staan ons nog te wachten en nochtans zijn we nog niet wakker. Dit gebrek aan activiteit en ernst in het werk Gods is vreselijk. Deze dode lusteloosheid is uit Satan. Hij beheerst de geest van niet-toegewijde Sabbatvierders en maakt dat ze jaloers op elkaar worden, vol viten bedilzucht. Het is zijn speciaal werk verdeeldheid te brengen, zodat de invloed, kracht en werkzaamheid van Gods dienstknechten verspild wordt onder niet-toegewijde Sabbatvierders, en hun kostbare tijd in beslag wordt genomen door kleine geschillen recht te zetten, terwijl die zo nodig moest gebruikt worden om de waarheid te brengen aan ongelovigen.USG1 88.1

    Larger font
    Smaller font
    Copy
    Print
    Contents