Loading...
Larger font
Smaller font
Copy
Print
Contents

Uit De Schatkamer Der Getuigenissen, vol. 1

 - Contents
  • Results
  • Related
  • Featured
No results found for: "".
  • Weighted Relevancy
  • Content Sequence
  • Relevancy
  • Earliest First
  • Latest First
    Larger font
    Smaller font
    Copy
    Print
    Contents

    HOOFDSTUK 2—VOORBEREIDING OM GOD TE ONTMOETEN*1855, Vol. 1, blz. 123-126

    Ik zag, dat we de komst des Heren niet moeten uitstellen. In dat verband zei de engel: “Bereid u voor, bereid u voor op hetgeen dat over de aarde komt. Laat uw werken in harmonie zijn met uw geloof.” Ik zag, dat de geest zich op God moet instellen, en dat onze invloed moet getuigen voor God en Zijn waarheid. Wij kunnen de Here niet vereren, wanneer we zorgeloos en onverschillig zijn. Wij kunnen Hem niet verheerlijken, wanneer we moedeloos worden. Wij moeten er naar streven de zaligheid van onze eigen ziel zeker te stellen, en anderen te redden. Alles wat van belang is, moet hierop zijn ingesteld en al het overige moet op de tweede plaats komen.USG1 20.1

    Ik aanschouwde de schoonheid des hemels. Ik hoorde de engelen hun jubelzangen zingen, waarin ze Jezus lof, eer en heerlijkheid brachten. Ik kon toen iets beseffen van de wonderlijke liefde van de Zone Gods. Hij verliet al de heerlijkheid, al de eer, die Hij in de hemel bezat, en stelde zoveel belang in onze zaligheid, dat Hij geduldig en zachtmoedig alle geringschatting en minachting onderging, die de mens Hem maar kon aandoen.USG1 20.2

    Hij werd gewond, geslagen en gestriemd; Hij werd genageld aan het kruis op Golgotha, en moest de pijnlijkste dood ondergaan om ons van de dood te redden, opdat wij gewassen zouden worden in Zijn bloed, en opgewekt om met Hem te zijn in de woningen, die Hij voor ons gereed maakt, om het licht en de heerlijkheid des hemels te genieten, de engelen te horen zingen en met hen te zingen.USG1 20.3

    Ik zag, dat de gehele hemel belang stelde in onze zaligheid; en zullen wij dan onverschillig staan? Zullen wij zorgeloos zijn, als ware het van weinig belang, of we nu gered worden, of verloren gaan? Zullen wij hef offer, dat voor ons gebracht is, minachten? Sommigen hebben dit gedaan. Zij hebben het met de aangeboden genade niet al te nauw genomen, en het misnoegen Gods rust op hen. Gods Geest zal zich niet altijd laten grieven. Hij zal zich terugtrekken, wanneer Hij nog langer bedroefd wordt. Wanneer alles gebeurd is dat God kon doen om de mensen te redden, en zij dan door hun leven tonen, dat ze Jezus’ aangeboden genade niet op prijs stellen, zal de dood hun deel worden, en die zal duur gekocht zijn. Het zal een vreselijke dood zijn; want zij zullen de doodsstrijd ondergaan, die Jezus onderging aan het kruis, om voor hen de verlossing te kopen, die zij geweigerd hebben. En dan zullen ze zich bewust worden wat ze verloren hebben — eeuwig leven en de onverderfelijke erfenis. Het grote offer, dat gebracht is om zielen te redden, toont ons wat deze waard zijn. Wanneer de kostelijke ziel eens verloren is, is ze voor goed verloren.USG1 20.4

    Larger font
    Smaller font
    Copy
    Print
    Contents