Loading...
Larger font
Smaller font
Copy
Print
Contents

Uit De Schatkamer Der Getuigenissen, vol. 1

 - Contents
  • Results
  • Related
  • Featured
No results found for: "".
  • Weighted Relevancy
  • Content Sequence
  • Relevancy
  • Earliest First
  • Latest First
    Larger font
    Smaller font
    Copy
    Print
    Contents

    GELOOF EN GEHOORZAAMHEID

    Er staat geschreven: “Wat nuttigheid is het, mijn broeders, indien iemand zegt, dat hij het geloof heeft, en hij heeft de werken niet? Kan dat geloof hem zalig maken?” Jacobus 2:14. Telkens wanneer gij op de Sabbatdag uw handen uitsteekt om te werken, verloochent gij in feite uw geloof. De Heilige Schrift leert ons dat het geloof zonder de werken dood is, en dat het getuigenis van iemands leven de wereld verkondigt, of hij al dan niet trouw is aan het geloof, dat hij belijdt. Uw gedrag doet afbreuk aan Gods wet in de ogen van uw wereldse vrienden. Dat zegt hun: “Gij moogt de geboden al of niet gehoorzamen. Ik geloof, dat de wet van God, in zekere zin, bindend is voor de mensen; maar per slot van rekening neemt de Here hef niet zo nauw met een strikte waarneming van haar geboden, en komt een overtreding eens voor, dan treedt Hij daar Zijnerzijds niet zo streng tegen op”.USG1 515.2

    Velen verontschuldigen zich ten aanzien van Sabbatsschending door te verwijzen naar een voorbeeld. Zij beweren dat, wanneer zo ', n goed mens, die gelooft dat de zevende dag de Sabbat is, zich op die dag kan bezighouden met wereldse zaken wanneer omstandigheden dat schijnen te vereisen, zij datzelfde kunnen doen zonder daarvoor veroordeeld te worden. Vele zielen zullen in het oordeel met u van aangezicht tot aangezicht staan en zullen uw invloed als excuus voor hun ongehoorzaamheid tegenover Gods wet aanvoeren. Hoewel dit niet als een verdediging van hun zonden zal beschouwd worden, zo zal dit toch op vreselijke wijze tegen u getuigen.USG1 516.1

    God heeft gesproken en het is Zijn bedoeling dat de mens zal gehoorzamen. Hij vraagt Zich niet af, of het Hem nu wel schikt om zo te doen. De Here des levens en der heerlijkheid ging niet te rade of hef Hem nu wel schikte of paste, toen Hij Zijn verheven plaats verliet om een Man van smarten te worden, verzocht in krankheden, Zich onderwerpende aan schande en dood om de mens te bevrijden van de consequentie van zijn ongehoor-zaamheid. Jezus stierf, niet om de mens te verlossen in zijn zonden, maar van zijn zonden. De mens moet de dwaling zijns wegs loslaten, hef voorbeeld van Christus volgen, zijn kruis op zich nemen en Hem navolgen, door het eigen-ik te verzaken en God te gehoorzamen, wat dat ook koste.USG1 516.2

    In dat verband zei Jezus: “Niemand kan twee heren dienen; want of hij zal de ene haten en de andere liefhebben, of hij zal de ene aanhangen en de andere verachten; gij kunt niet God dienen en de mammon”. Mattheüs 6 : 24. Wanneer we trouwe dienstknechten Gods zijn, dan zullen we ons niet afvragen of we nu Zijn ge boden zullen gehoorzamen of dat we rekening zullen houden met onze eigen tijdelijke belangen. Wanneer de gelovigen in de waarheid niet geschraagd worden door hun geloof in deze betrekkelijk vredevolle tijd, wat zal hen dan staande houden wanneer de grote beproeving komt en hef decreet uitgaat tegen allen, die het beeld van het beest niet zullen aanbidden, noch zijn merkteken aan hun voorhoofd of aan hun hand zullen ontvangen? Die indrukwekkende periode is niet ver af. Inplaats van zwak en aarzelend te worden, moet het volk Gods kracht en moed verzamelen voor de tijd der benauwdheid.USG1 516.3

    Jezus, ons grote Voorbeeld, leerde in Zijn leven en dood de strikste gehoorzaamheid. Hij stierf, de rechtvaardige voor de onrechtvaardige, de onschuldige voor de schuldige, opdat de eer van Gods wet onaangetast zou blijven en nochtans de mens niet geheel en al zou verderven. Zonde is overtreding van de wet. Wanneer Adams zonde zo ', n onuitsprekelijke ellende bracht, dat het offer van Gods geliefde Zoon daarvoor nodig was, wat zal dan de straf zijn diergenen, die, ziende het licht der waarheid, het vierde gebod des Heren in de wind slaan?USG1 517.1

    Larger font
    Smaller font
    Copy
    Print
    Contents