Loading...
Larger font
Smaller font
Copy
Print
Contents

Uit De Schatkamer Der Getuigenissen, vol. 1

 - Contents
  • Results
  • Related
  • Featured
No results found for: "".
  • Weighted Relevancy
  • Content Sequence
  • Relevancy
  • Earliest First
  • Latest First
    Larger font
    Smaller font
    Copy
    Print
    Contents

    HOOFDSTUK 56—ONEVENWICHTIGE GEESTEN

    God heeft een ieder van ons geheiligde opdrachten toevertrouwd, waarvoor Hij ons aansprakelijk stelt. Het is Zijn bedoeling dat we het verstand zo vormen, dat we de talenten kunnen toepassen, die Hij ons gegeven heeft op zodanige wijze dat we daar hef hoogste goed mee kunnen bereiken en de heerlijkheid van de Gever kunnen weerspiegelen. Wij zijn Gods schuldenaars voor alle hoedanigheden van de geest. Deze krachten kunnen gecultiveerd worden en zo nauwgezet geleid en beheerd dat ze aan het doel beantwoorden, waarvoor ze gegeven zijn. Het is plicht het verstand zo te vormen dat de ener-gieën van de ziel te voorschijn komen en elk talent zich ontwikkelt. Wanneer al de vermogens aan ‘t werk worden gesteld, zal het intellect daardoor versterkt, en het doel, waarvoor ze gegeven werden, bereikt worden.USG1 300.1

    Velen bereiken niet het beste, dat bereikt kan worden, omdat ze het intellect eenzijdig ontwikkelen en verzuimen de nodige aandacht te schenken aan datgene, waartoe ze zich ongeschikt achten. Sommige vermogens die zwak zijn blijven daardoor in een slapende toestand, omdat het werk, dat hen tot actie roept en derhalve versterkt, niet aangenaam is. Al de krachten van de geest moeten geoefend, al de vermogens gecultiveerd worden. Doorzicht, oordeel, geheugen, en al de. verstandelijke krachten, moeten gelijkelijk versterkt worden opdat de geest evenwichtig zij.USG1 300.2

    Indien bepaalde talenten gebruikt worden ten nadele van andere, wordt het voornemen Gods in ons niet geheel volvoerd; want alle talenten hebben een betekenis, en zijn in grote mate op elkaar aangewezen. Wil het evenwicht nauwkeurig bewaard blijven, dan kan het ene niet wezenlijk gebruikt worden zonder medewerking van allen. Wanneer al de aandacht en kracht op een enkele gericht wordt, terwijl de andere slapen, zal alleen dat ene zich krachtig ontwikkelen en zich in uitersten ontplooien, omdat al de krachten niet gecultiveerd worden. Bij sommigen verschrompelen de verstandelijke vermogens en staan niet in het juiste evenwicht. Bij alle mensen is het verstand van nature niet eender ontwikkeld. Daarin valt een onderscheid te constateren; sommigen zijn sterk op dit punt, en zeer zwak op andere punten. Deze tekortkomingen, die zo aan het licht komen, behoeven niet te bestaan en moesten niet bestaan. Indien zij, die daaraan mank gaan, de zwakke punten in hun karakter wilden versterken door die te cultiveren en te oefenen, zouden ze sterk worden.USG1 301.1

    Het is aangenaam, maar niet profijtelijk, om die vermogens te oefenen, die van nature ‘t sterkst zijn, terwijl we de zwakke, die juist versterkt moesten worden, verwaarlozen. Aan de zwakste talenten moet de meeste aandacht geschonken worden, opdat al de krachten van het intellect prachtig in evenwicht staan en allen hun deel doen als in een goed gereguleerde machine. Wij zijn op God aangewezen voor het behoud van al onze talenten. Christenen hebben tegenover Hem de verplichting de geest te oefenen, opdat alle vermogens versterkt en meer ten volle ontwikkeld kunnen worden. Wanneer we dit verzuimen, zullen ze nooit het doel bereiken, waartoe ze gegeven zijn. We hebben niet het recht om een van de krachten te verwaarlozen, die God ons gegeven heeft. Overal in het land treffen we monomanen aan. Men kan deze gezond van verstand noemen met één uitzondering, dat ze verslaafd zijn aan één waangedachte. De oorzaak hiervan is dat één verstandsorgaan uitsluitend geoefend werd, terwijl de andere in slapende toestand werden gelaten. Dat ene, dat voortdurend gebruikt werd, versleet en werd ziek, en zo werd de man een wrak. God werd niet verheerlijkt door deze gang van zaken. Had hij alle organen gelijkelijk geoefend, dan hadden allen zich gezond ontwikkeld, al de arbeid zou niet op een enkele zijn neergekomen en niet één zou in een ziekelijke toestand geraakt zijn.USG1 301.2

    Arbeiders in Gods wijngaard moeten op hun hoede zijn, anders dwarsbomen ze de bedoelingen Gods door hun eigen inzichten. Ze lopen gevaar het werk Gods te verengen, en zich in te stellen op een begrensd gebied, terwijl ze geen open oog -hebben voor het werk Gods in al zijn verschillende afdelingen. Sommigen concentreren hun gedachten op een enkel onderwerp, met uitsluiting van anderen, die even belangrijk zijn. Ze zijn éénzijdig gericht. Al de kracht van hun wezen is geconcentreerd op het onderwerp, waar het verstand zich die tijd bij bepaalt. Elk ander aspect wordt uit het oog verloren. Dat ene geliefde thema houdt hun gedachten bezig, en is het onderwerp van hun gesprek. Al de kanten van dat onderwerp worden nauwkeurig nagegaan en toegepast en men verwijlt er zo lang bij dat hef verstand er moe van wordt.USG1 302.1

    Veel tijd gaat verloren door het onderzoek van punten, die absoluut van geen belang zijn en die men door hun klaarheid voor aangenomen kan houden, want ze zijn als vanzelfsprekend. Maar de wezenlijke, vitale punten moeten zo duidelijk en krachtig aangetoond worden, als dat door woord en bewijs maar mogelijk is. De kracht om de geest te concentreren op één onderwerp, is soms wel eens goed; maar de voortdurende activiteit van dit ver mogen drukt op die organen, die geroepen zijn om zich in te stellen voor dit werk; deze worden daardoor te sterk belast; en het resultaat is dat men niet het hoogste bereikt, dat bereikt kan worden. De voornaamste slijtage voltrekt zich aan een deel der organen, terwijl de andere in slapende toestand verkeren. Zo kan het verstand niet op gezonde wijze functionneren en als gevolg daarvan wordt het leven bekort.USG1 302.2

    Al de vermogens moeten een deel van de arbeid dragen, in harmonie samenwerkende, waar de ene de andere in evenwicht houdt. Zij, die de gehele kracht van hun verstand op één onderwerp richten, komen op andere punten veel te kort, omdat de vermogens niet gelijkelijk gecultiveerd worden. Het onderwerp vóór hen houdt hun aandacht gekluisterd, en, een cirkelgang gaande, werken zij zich steeds dieper en dieper in de stof in. Ze onderscheiden licht en kennis al naar mate zij daarin geïnteresseerd en geabsorbeerd worden. Maar er zijn er maar weinigen die dat met hun verstand kunnen volgen, tenzij ze van het onderwerp dezelfde diepte van gedachten gekregen hebben. Er bestaat, gevaar dat zulke mensen het zaad der waarheid zó diep onderploegen en zaaien, dat het tedere, kostbare sprietje helemaal niet boven de grond kan komen.USG1 303.1

    Zo vaak wordt zware arbeid gedaan, die helemaal niet nodig is en die nooit gewaardeerd wordt. Wanneer degenen met een groot concentratievermogen dit talent cultiveren met verwaarlozing van de andere, kunnen ze nooit een evenwichtige geest verkrijgen. Ze zijn gelijk een machine, waarvan slechts een stel raderen draait. Terwijl sommige raderen door rust roesten, verslijten andere door aanhoudend gebruik. Mannen, die één of twee talenten cultiveren, en niet allen gelijkelijk oefenen, volbrengen in de wereld niet de helft van het goede, dat God hen wilde laten doen. Ze zijn eenzijdig gericht; alleen de helft van de kracht, die God hun gegeven heeft, wordt aangewend, terwijl de andere helft door werkloosheid roest.USG1 303.2

    Indien mensen met zo ', n geest begiftigd, een speciaal werk hebben te doen, dat nadenken vereist, moeten ze niet al hun krachten instellen op dat ene onderwerp, terwijl ze dan voor al het andere geen belangstelling meer hebben. Wanneer ze dan dat onderwerp tot het allervoornaamste maken, moeten ze aan andere afdelingen van hef werk een gedeelte van hun tijd besteden. Dat zou beter voor henzelve en voor het werk in ‘t algemeen zijn. Eén tak van het werk moet niet de uitzonderlijke aandacht hebben, terwijl de andere verwaarloosd worden.USG1 303.3

    In hun geschriften moeten sommigen voortdurend oppassen, dat ze punten, die klaar als de dag zijn, niet onduidelijk maken, door dat met argumenten te staven, die de lezer helemaal geen belangstelling zullen. inboezemen. Wanneer ze op bepaalde punten blijven hameren, en daarvan elk aspect belichten, dat eigenlijk al voor zichzelf spreekt, dan is hun arbeid al bijna verloren. De belangstelling van de lezer zal niet diep genoeg gaan, om het onderwerp tot het einde toe te volgen. De voornaamste punten van de waarheid kunnen onduidelijk gemaakt worden, door aan elk puntenonderdeel aandacht te schenken. Er is al heel wat gedaan; maar het werk, waaraan zoveel arbeid is besteed, is er niet op berekend hef hoogste te bereiken, door een algemene belangstelling te doen ontwaken.USG1 304.1

    In deze tijd, waarin zinnenbevredigende verdichtsels aan de oppervlakte drijven en de geest aantrekken, is waarheid, gebracht in een eenvoudige stijl, met als achtergrond een paar krachtige bewijzen, beter, dan dat men elke overstelpende bewijsgrond gaat uitpluizen; want dan staat bij velen het punt niet meer zo helder in de gedachten, als toen men die tegenwerpingen en bewijzen nog niet had aangevoerd. Bij velen zullen krachtige beweringen meer uithalen dan lange argumenten. Met vele dingen zijn ze hef reeds eens. Bewijzen doen in zulke gevallen geen dienst meer.USG1 304.2

    Larger font
    Smaller font
    Copy
    Print
    Contents