HOOFDSTUK 84—GAAT VOORWAARTS
De geschiedenis van de kinderen Israëls is geschreven tot lering en vermaning van alle Christenen. Toen de Israëlieten overvallen werden door gevaren en moeilijkheden, en hun weg hopeloos scheen vastgelopen te zijn, ontzonk hun de moed en zij morden tegen de leider, die God over hen gesteld had. Ze verweten hem, dat hij hen in gevaar had gebracht, terwijl hij toch enkel de stem van God had gehoorzaamd.USG1 465.1
Het goddelijk bevel luidde: “Gaat voorwaarts”. Ze moesten niet wachten tot ze de weg duidelijk voor zich zagen liggen en ze een volledig begrip hadden van het gehele plan hunner verlossing. Gods werk moet altijd vooruit gaan en Hij zal Zijn volk een weg bereiden. Aarzelen en morren is een bewijs van wantrouwen in de Heilige Israëls. In Zijn voorzienigheid bracht God de Hebreën in de bergengten met de Rode Zee vóór zich, opdat Hij hun verlossing zou bewerkstelligen en hun voor altijd van hun vijanden zou ontdoen. Hij zou hen ook op een andere wijze hebben kunnen redden, maar Hij koos deze methode om hun geloot te beproeven en hun vertrouwen in Hem te versterken.USG1 465.2
We kunnen Mozes niet beschuldigen dat hij tekort schoot, omdat het volk murmureerde over zijn handelwijze. Hun eigen opstandige, wederspannige harten waren de oorzaak dat zij de man laakten, die God gesteld had om Zijn volk te leiden. Terwijl Mozes voorwaarts ging in de vreze des Heren, in het volle vertrouwen op Zijn beloften de richting gaande, die Hij gewezen had, werden degenen, die hem moesten steunen, ontmoedigd en zagen in het verschiet niets anders dan onheil, nederlaag, en dood.USG1 465.3
De Here houdt Zich nu bezig met Zijn volk, dat de tegenwoordige waarheid gelooft. Hij wil grote resultaten 1876, Vol. 4, blz. 25—28 verwerkelijken, en terwijl Hij in Zijn voorzienigheid bezig is tot dit doel te komen, zegt Hij tot Zijn volk “Gaat voorwaarts”. Het is waar, de weg is nog niet gebaand, maar wanneer zij optrekken, krachtig bezield door geloof en moed, zal God een duidelijke weg voor hun ogen aftekenen. Altijd zullen er zijn die klagen, zoals gebeurde met het oude Israël, en die de moeilijkheden van hun positie wijten aan hen, die God gesteld heeft met de speciale bedoeling Zijn werk vooruit te brengen. Ze zien niet in dat God hen beproefd door hen te brengen in benarde plaatsen, waar geen uitredding is dan enkel door Zijn hand.USG1 465.4
Er zijn tijden, wanneer het Christelijke leven omringd schijnt te zijn van gevaren en het moeilijk valt zijn plicht te doen. In de verbeelding ziet men de naderende ondergang vóór zich, en achter zich slavernij of dood. Nochtans zegt Gods stem duidelijk boven alle ontmoediging: Gaat voorwaarts. We moeten dit bevel gehoorzamen, wat ook het resultaat moge zijn, zelfs al kunnen onze ogen de duisternis niet doorboren, en al voelen we de koude golven aan onze voeten.USG1 466.1