Loading...
Larger font
Smaller font
Copy
Print
Contents

Uit De Schatkamer Der Getuigenissen, vol. 1

 - Contents
  • Results
  • Related
  • Featured
No results found for: "".
  • Weighted Relevancy
  • Content Sequence
  • Relevancy
  • Earliest First
  • Latest First
    Larger font
    Smaller font
    Copy
    Print
    Contents

    GOD REKENSCHAP VERSCHULDIGD

    “Die getrouw is in het minste, die is ook in het grote getrouw.” Vers 10. Hij, die trouw is in zijn aardse bezit, al is dat ook gering, en een oordeelkundig gebruik maakt van wat God hem hier geleend heeft, zal trouw zijn aan zijn belijden. “Die in het minste onrechtvaardig is, die is ook in het grote onrechtvaardig.” Die God onthoudt, wat Hij hem geleend heeft, zal in elk opzicht ontrouw zijn in de dingen Gods. “Zo gij dan in de onrechtvaardige Mammon niet getrouw zijt geweest, wie zal u het ware vertrouwen?” Vers 11. Indien wij ons ontrouw betonen in het beheer van hetgeen God ons hier geleend heeft, zal Hij ons nooit de onverderfelijke erfenis geven. “En zo gij in eens anders goed niet getrouw zijt geweest, wie zal u hef uwe geven?” Vers 12.USG1 69.2

    Jezus heeft de verlossing voor ons gekocht. Zij behoort ons; maar wij zijn hier geplaatst ter onderzoek of wij ons het eeuwige leven waardig zullen betonen. God beproeft ons, door ons aardse bezittingen toe te vertrouwen. Indien we getrouw zijn om van wat Hij ons geleend heeft, vrijgevig af te staan ter bevordering van Zijn werk, kan God ons de onverderfelijke erfenis geven. “Gij kunt God niet dienen en de Mammon.” Vers 13; Mattheus 5 : 24. “Zo iemand de wereld liefheeft, de liefde des Vaders is niet in hem.” 1 Johannes 2: 15.USG1 69.3

    God is mishaagd door de trage, slappe manier, waarop velen van Zijn belijdend volk hun wereldse zaken behandelen. Zij schijnen absoluut uit het oog te hebben verloren, dat het bezit, dat zij beheren, God toebehoort, en dat zij Hem rekenschap moeten afleggen van hun rentmeesterschap. Sommigen laten hun wereldse zaken achter in een volkomen ontreddering. Satan heeft op dit alles zijn oog gevestigd, en als de kans gunstig is, slaat hij toe, en door zijn handelwijze haalt hij veel geldmiddelen weg uit de rijen van de Sabbatvierders. En die middelen gaan over in zijn gelederen. Zij, die op jaren zijn, zijn onwillig om ten aanzien van hun aardse bezit een schikking te treffen, en op een onverwacht ogenblik worden ze ziek en sterven. Hun kinderen, die voor de waarheid niets voelen, erven het geld. Satan heeft zo gewerkt, dat het in zijn voordeel is. “Zo gij dan in de onrechtvaar-dige Mammon niet getrouw zijt geweest, wie zal u het ware vertrouwen? En zo gij in eens anders goed niet getrouw zijt geweest, wie zal u het uwe geven?” Lukas 16 : 11, 12.USG1 70.1

    Mij werd het schrikwekkend feit getoond, dat Satan en zijn engelen meer hadden uit te staan met het beheer van het bezit van Gods belijdend volk dan de Here. Rentmeesters van het laatste der dagen zijn onverstandig. Zij staan Satan toe hun zakelijke aangelegenheden te regelen en zo komt in zijn rijen wat het werk Gods toebehoort, en daarin had moeten komen. God let op u, gij ontrouwe rentmeesters; Hij zal u ter verantwoording roepen. Ik zag dat de rentmeesters Gods door een trouw, oordeelkundig beheer, hun zaken in deze wereld precies zo kunnen regelen als het behoort. En het is speciaal het voorrecht en de plicht van de bejaarden, de zwakken, en van hen, die geen kinderen hebben, hun middelen te plaatsen waar deze gebruikt kunnen worden voor Gods werk, in het geval zij plotseling zouden weggenomen worden. Maar ik zag dat Satan en zijn engelen juichen over hun succes in deze aangelegenheid. En zij, die wijze erfgenamen der zaligheid moesten zijn, zijn maar al te zeer bereid het geld huns Heren uit hun handen te laten overgaan in de rijen van de vijand. Op deze manier ver-sterken zij het koninkrijk van Satan, en zij schijnen zich daarvan weinig aan te trekken.USG1 70.2

    * * * * *

    Larger font
    Smaller font
    Copy
    Print
    Contents