Loading...
Larger font
Smaller font
Copy
Print
Contents

Uit De Schatkamer Der Getuigenissen, vol. 1

 - Contents
  • Results
  • Related
  • Featured
No results found for: "".
  • Weighted Relevancy
  • Content Sequence
  • Relevancy
  • Earliest First
  • Latest First
    Larger font
    Smaller font
    Copy
    Print
    Contents

    HOOFDSTUK 9—EEN SCHAT IN DE HEMEL

    Een strikt eerlijke en eerbare handelwijze is door sommigen niet gevolgd. Dezen moeten heel anders optreden en vlug handelen om het verkeerde goed te maken. Vele Sabbatvierders zijn hier in gebreke. Voordeel wordt getrokken zelfs van hun arme broeders, en zij, die overvloed hebben, eisen meer dan de werkelijke waarde der dingen, meer dan zij zouden betalen voor dezelfde dingen, terwijl deze zelfde broeders in verlegenheid en wanhoop zitten wegens gebrek aan middelen. God weet al deze dingen. Elke zelfzuchtige daad, elke gierige afpersing zal haar loon ontvangen.USG1 57.1

    Ik zag dat het wreed en onrechtvaardig is geen medegevoel te hebben voor de toestand van een broeder. Wanneer hij in zorgen zit, of arm is, en toch doet wat hij kan, moet men hem tegemoet komen en zelfs de volle waarde van de dingen, die hij wil kopen van de welgestelden, moet niet gevraagd worden; maar zij moeten hem een grote barmhartigheid betonen. God zal zulke daden der vriendschap op prijs stellen, en de dader zal zijn beloning niet verliezen. Maar een vreselijk getuigenis staat geschreven tegen vele Sabbatvierders voor hebzuchtige daden in het verborgen bedreven.USG1 57.2

    Ik werd teruggewezen naar de tijd, toen er maar weinigen waren, die gehoor gaven en de waarheid omhelsden. Zij waren betrekkelijk arm aan aardse goederen. Wat voor het werk opgebracht moest worden, werd over enkelen verdeeld. Toen was het voor sommigen nodig, dat ze hun huizen en landerijen verkochten, en op onderhoud en huis moesten gaan bezuinigen, omdat hun geldmiddelen edelmoedig en overvloedig de Here gegeven werden om de waarheid te publiceren, en voor andere hulp om het werk Gods vooruit te brengen. Toen ik de-genen, die zich zo opofferden, aanschouwde, zag ik, dat ze ontberingen geleden hadden ter wille van het werk. 1857, Vol. 1, blz. 176, 177
    (De Rijke Jongeling)
    Ik zag een enge! bij hen staan, die hun blikken opwaarts richtte en zeide: “Gij hebt buidels in de hemel, die niet verouden! Volhardt tot het einde, en uw loon zal groot zijn.”
    USG1 57.3

    God heeft veler harten beroerd. De waarheid, waarvoor enkelen zich zozeer opgeofferd hebben, opdat anderen die deelachtig zouden worden, heeft getriomfeerd, en velen hebben haar aangenomen. In Zijn voorzienigheid heeft God hef hart beroerd van hen, die bemiddeld zijn, en heeft hen in de waarheid gebracht, opdat wanneer Zijn werk groeit, in de noden daarvan voorzien zal worden. Zo zijn veel geldmiddelen in de rijen der Sabbatvierders gekomen, en ik zag, dat God momenteel geen aanspraak maakt op de huizen, waarin Zijn kinderen moeten wonen, tenzij te dure huizen geruild worden voor goedkopere. Maar indien zij, die overvloed hebben, niet naar Zijn stem luisteren, zich niet los maken van de wereld, en over een gedeelte van hun bezit en landerijen beschikken, en God een offer brengen, Hij hen voorbij zal gaan, en een beroep zal doen op die-genen, die bereid zijn iets voor Jezus te doen, zelfs hun huizen te verkopen ten einde in de noden van het werk te voorzien. God wil vrijwillige offeranden hebben. Zij, die geven, moeten dit als een voorrecht beschouwen.USG1 58.1

    * * * * *

    Larger font
    Smaller font
    Copy
    Print
    Contents